Dekmantel voor productpromotie (2)

De heer Loevendie, advocaat van de Osteoporose Stichting, kreeg alle ruimte om te reageren op mijn artikel ‘Dekmantel voor productpromotie’ (MC 25/2007: 1090). Daarbij schopt hij niet tegen de bal, maar vooral tegen schenen. En dan scoor je niet. Daarom slechts enkele kanttekeningen.

Loevendie weerspreekt niet dat de beide directeuren ieder jaarlijks 120.000 euro declareren. Daarvan zijn bewijsstukken voorhanden. Dat geld wordt gefourneerd door farmac­eutische bedrijven. De dames worden dus betaald door mensen die belang hebben bij het implementeren van een perceptie van osteoporose als een met medicijnen preventief behandel­bare volksziekte. In dat kader levert de OS als tegenprestatie een met vele voorbeelden gestaafde vertaalslag.

De beide directeuren bestieren zowel de Osteoporose Stichting (OS) als de Osteoporose Vereniging (OV). Loevendie  meent dat  ‘deze tweedeling goed geregeld is zo, want op deze manier kunnen farmaceutische bedrijven geen inhoudelijke invloed uitoefenen op patiënten’. Het lijkt mij niet erg geloofwaardig dat de directeuren met de hoed van OS op hoge bedragen toucheren en daarvoor lippendienst bewijzen aan de financier en tegelijkertijd met de hoed van OV op onafhankelijk de belangen van patiënten verdedigen.

Voorts stelt Loevendie: ‘alle kosten komen voor hun eigen rekening, zoals kantoorruimte, verzekering, et cetera’. De dames moeten die kosten dus uit eigen zak betalen, terwijl ze bij OS en OV zowel directeur als secretaris van bestuur zijn, zoals blijkt uit documenten van de Kamer van Koophandel. Dat betekent een bestuurlijk management van korte lijntjes, toezicht houden op jezelf en het exploiteren van een eigen bedrijf binnen dat geheel. Vastgelegde beelden van een search op internet laten er geen twijfel over bestaan dat de OS en de OV niet gescheiden opereren en dat sprake is van één functionele eenheid. Die eenheid bedrijft al vijftien jaar marketing onder de noemer van patiëntenvereniging en belangenbehartiging.

Capelle aan den IJssel, juli 2007

Hans van der Linde, huisarts