Artsen kunnen participatie gehandicapten verbeteren

Mensen met een handicap moeten volop kunnen participeren in de maatschappij. Ook zorgaanbieders en artsen kunnen nog het een en ander verbeteren, blijkt uit een implementatieplan dat is opgesteld nadat in juli 2016 het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap van kracht werd.

Het verdrag waar het implementatieplan over gaat is van toepassing op alle soorten fysieke, psychische en verstandelijke  handicaps die mensen kunnen beperken in het meedoen op allerlei terreinen van de samenleving. Doel van het verdrag is een inclusieve samenleving, waaraan iedereen kan deelnemen. Op het gebied van gezondheidszorg moet onder meer worden gewerkt aan het verbeteren van de fysieke toegankelijkheid en de communicatie. Artsen zouden meer aandacht kunnen besteden aan het gebruik van eenvoudige taal, waardoor bijvoorbeeld indicaties begrijpelijker worden. Ook moeten ze zorgen dat er voldoende tijd wordt genomen voor informatieoverdracht en gesprekken tijdens consulten.

Andere onderwerpen waar aandacht aan moet worden besteed zijn het bevorderen van autonome besluitvorming, de positie van meisjes en vrouwen in de zorg – bijvoorbeeld met betrekking tot vraagstukken rondom ivf en sterilisatie – en het doorbreken van taboes op de seksualiteitsbeleving van mensen met een beperking en op seksuele gezondheid in het algemeen.