Acceptatie hiv bepaalt therapietrouw
Plaats een reactieHiv-geïnfecteerden die accepteren dat ze hiv-positief zijn, zijn trouwer aan hun therapie dan patiënten die moeite hebben met hun ziekte. Dit blijkt uit onderzoek van Sigrid Vervoort, uitgevoerd aan het UMC Utrecht, waar zij donderdag op promoveert.
Volgens de promovenda bepaalt de houding van de hiv-geïnfecteerden ten opzichte van de besmetting hoe trouw ze zijn aan de therapie. De patiënt die zijn besmetting accepteert, gebruikt zijn medicijnen goed, concludeert Vervoort. Deze patiënten verbergen minder voor hun omgeving dat ze hiv-positief zijn en ze begrijpen dat de therapie prioriteit moet hebben boven andere zaken.
‘Veel patiënten vinden de paradox dat medicijnen giftig en levensverlengend zijn moeilijk te verwerken’, stelt Vervoort. ‘Tweeslachtigheid tegenover het nut van de medicijnen werkt therapieontrouw in de hand.’ De promovenda wijst erop dat de basishouding van de patiënten kan veranderen. Door een veranderende levenssituatie kunnen patiënten het moeilijker vinden om te accepteren dat ze hiv-positief zijn. Hulpverleners moeten ook daar alert op zijn. Zij stelt dat hulpverleners vóór het verstrekken van advies dienen in te schatten hoe een hiv-geïnfecteerde met de ziekte omgaat.
Therapietrouw is zeer belangrijk bij hiv-geïnfecteerden om aids te voorkomen. Zij moeten zeker 95 procent van de pillen slikken die ze voorgeschreven krijgen. Een deel van de patiënten heeft er moeite mee dat de medicatie hun levensstijl beïnvloedt. Bij deze groep moet de behandeling er eerst op gericht te zijn om de acceptatie te verhogen.
Voor haar onderzoek interviewde Vervoort 44 Nederlandse en Belgische hiv-geïnfecteerden. Het UMC Utrecht heeft momenteel meer dan duizend hiv-geïnfecteerden onder behandeling. Ieder jaar komen daar 150 bij.
PdB
Lees ook
- Er zijn nog geen reacties
