Federatienieuws
4 minuten leestijd
Federatienieuws

Armoede in de spreekkamer

Plaats een reactie
Hans Tak
Hans Tak

Patiënten kampen door de energiecrisis en de inflatie steeds vaker met geldzorgen. Huisartsen zien de toegenomen armoede op hun spreekuur. Vaak schamen patiënten zich voor hun financiële problemen, of ze verzwijgen het in eerste instantie voor de huisarts. Hoe kom je erachter wat er speelt en wat doe je ermee? Huisarts Paul Huijsman deelt zijn ervaring met armoede op het spreekuur.

Het spreekuur van Paul Huijsman, huisarts in Rotterdam, is de afgelopen jaren steeds drukker geworden. Sommige patiënten melden uit zichzelf dat ze in de schulden zitten, maar bij anderen moet hij het verhaal eruit trekken. Zeker als er ook alcohol- of middelengebruik in het spel is, is de schaamte groot. De huisarts ziet steeds vaker patiënten die ondanks een baan niet rondkomen. Huijsman: ‘Vaak komt het verhaal er uiteindelijk wel uit, maar soms pas bij de derde keer dat ik patiënten zie.’

Meer tijd nemen voor spanningsklachten

Een patiënt die zich meldt met spanningsklachten heeft vaak meer tijd nodig voordat hij het hele verhaal durft te vertellen aan zijn huisarts. Huijsman: ‘Voor deze groep patiënten is Meer Tijd voor de Patiënt (red.: met zorg­verzekeraars zijn in het kader van het Integraal Zorgakkoord concrete afspraken gemaakt zodat alle huisartsenpraktijken in 2023 meer tijd voor patiëntenzorg kunnen creëren) heel belangrijk. Je ziet soms spanningsklachten waar je meer over wilt weten, maar die tijd heb je dan simpelweg niet. Als het er pas bij de derde keer uitkomt, kost het uiteindelijk meer tijd dan wanneer je meteen de eerste keer wat meer ruimte zou hebben voor een patiënt. Dat vind ik frustrerend. Als we meer tijd zouden hebben, zouden we deze groep patiënten beter kunnen helpen.

Als mensen voor de tweede of derde keer met vergelijkbare spanningsklachten komen, bijvoorbeeld hoofdpijn of maagpijn, zeg ik vaak zoiets als: ‘We zien dit soort lichamelijke klachten weleens bij mensen die op een ander vlak ook problemen hebben, bijvoorbeeld op hun werk of op financieel gebied. Zou dat bij u ook het geval kunnen zijn?’ Ik maak weleens de vergelijking met kinderen die de hele tijd moeten plassen als ze zenuwachtig zijn. Op dezelfde manier kan stress bij volwassenen voor lichamelijke klachten zorgen.

Dat normaliseren werkt goed, merk ik. Je erkent de lichamelijke klachten – het zit niet ‘tussen de oren’. Tegelijk leg je de koppeling met de achterliggende problematiek. Sommige mensen hadden dat verband zelf al gezien. Voor anderen is het helemaal nieuw en dan leg ik uit hoe het lichaam op stress kan reageren.’

Naast gewone armoede ziet Huijsman ook ‘zorgarmoede’ in zijn spreekkamer

Gezondheidskloof

Naast gewone armoede ziet Huijsman ook ‘zorg­armoede’ voorbijkomen in zijn spreekkamer. Bijvoorbeeld bij patiënten die niet digivaardig zijn. Hij vertelt dat ze daardoor soms ten onrechte zelf betalen voor zorgmiddelen: ‘Deze mensen weten niet hoe ze een vergoeding moeten aanvragen voor bijvoorbeeld verbandmiddelen. Die regels zijn ook enorm ingewikkeld. Deze mensen laten de verbandmiddelen liggen of betalen ze dan maar zelf. Zo geven ze onnodig geld uit, terwijl ze misschien maar weinig hebben.

Economische voor- en achteruitgang is van alle tijden, maar we zijn nu van de ene in de andere crisis gerold, terwijl digivaardigheid ondertussen heel belangrijk is geworden. Daardoor zie je dat de gezondheidskloof tussen groepen groter wordt.’

Opluchting

Het moment dat een patiënt uiteindelijk vertelt over zijn financiële zorgen, zorgt vaak voor opluchting. Huijsman en zijn team proberen de patiënt vervolgens zo goed mogelijk te helpen. Soms gaat dat via de POH-ggz, bijvoorbeeld als er ook andere problematiek speelt. Huijsman: ‘Of soms melden we mensen aan bij het wijkteam en houden contact met ze tot het wijkteam het overneemt. Helaas kampen ze daar ook met personeelstekorten. Soms haakt een patiënt af omdat het te lang duurt. Dat is enorm jammer, zeker als diezelfde patiënt eerst veel moeite heeft gedaan om zijn of haar verhaal te doen. Ze komen dan met minder vertrouwen bij ons terug en wij moeten opnieuw moeite doen om hulp via het wijkteam te regelen.’

Samenwerken

Het is niet alleen aan de huisarts om zich te ontfermen over deze groep patiënten. Ook andere zorgverleners moeten hun verantwoordelijkheid nemen in de zorg voor patiënten die kampen met finan­ciële problemen. Huijsman vertelt wat zij al doen om patiënten te helpen: ‘We plannen vaker dubbele consulten in, maar dat is vaak niet voldoende om een patiënt goed te kunnen helpen. Dat mag bovendien niet ten koste gaan van andere patiënten. Soms moeten we dus gewoon tegen het wijkteam zeggen: nu zijn jullie aan zet. We moeten er met z’n allen voor zorgen dat we deze groep beter helpen.

We hebben gelukkig goed overleg met het wijkteam van Rotterdam-Hoogvliet. Vanuit de LHV-afdeling Rotterdam zit ik ook aan tafel bij het overleg met de gemeente. Het blijft lastig om tastbaar resultaat te meten, maar het is goed dat je van elkaar weet wat je doet. De gemeente Rotterdam heeft de Vraagwijzer, met een overzicht van alle soorten hulp. Alleen al voor jeugdigen zijn er 82 projecten vanuit de gemeente. Wij wisten niet dat er zoveel projecten waren, laat staan dat onze patiënten die kenden. Nu kunnen we onze patiënten daar soms op wijzen.’

Tekst met medewerking van Berber Bijma (eerder verschenen in De Dokter)

Federatienieuws LHV armoede
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.