Tuchtrecht
1 minuut leestijd
opvallende uitspraak

Dochter overleden patiënt niet-ontvankelijk in tuchtklacht

Plaats een reactie

Volgens artikel 65 lid 1 Wet BIG wordt een tuchtzaak aanhangig gemaakt door een schriftelijke klacht van – onder meer – een rechtstreeks belanghebbende. Rechtstreeks belanghebbende is in ieder geval de patiënt zelf.

Na zijn overlijden kunnen nabestaanden klachtgerechtigd zijn, maar dit recht berust op de te veronderstellen wil van de overleden patiënt.

Aan de orde was de vraag of klaagster als oudste dochter van de overleden patiënt in haar klacht kan worden ontvangen. Volgens het Centraal Tuchtcollege bestaat in dit geval gerede twijfel dat klaagster met het indienen van haar klacht de veronderstelde wil van de patiënt vertegenwoordigt. Zo zou klaagster (dochter) eerst na het overlijden van haar vader op initiatief van de betrokken geriatrisch verpleegkundige zijn overgegaan tot het indienen van de klacht, die zij (enkel) gebaseerd heeft op door deze psychiatrisch verpleegkundige gestelde feiten en omstandigheden. Voorts staat vast dat de levensgezel van de patiënt de klacht niet ondersteunt. Ook is niet gebleken dat de zoon van de patiënt (broer van de klaagster), die medisch opgeleid is en contactpersoon voor medische aangelegenheden was, de klacht ondersteunt.

CTG, 28 maart 2019

Elke week selecteren KNMG-juristen opvallende uitspraken in het gezondheidsrecht. Een volledig overzicht kunt u vinden op medischcontact.nl/recht Tegen uitspraken van regionale tuchtcolleges kan tot zes weken na de uitspraak nog hoger beroep worden aangetekend.

Opvallende uitspraken tuchtcolleges
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.