naar overzicht
Fenneke van der Aa
7 minuten leestijd
uittip

Lichte Zeden in het Van Gogh Museum

Angst, schaamte en sensatielust

Plaats een reactie
Charles Carolus-Duran, Portret van Julia Tahl, bekend als Mademoiselle Alice de Lancey (1876), Petit Palais, Musée des Beaux-Arts de la Ville de Paris
Charles Carolus-Duran, Portret van Julia Tahl, bekend als Mademoiselle Alice de Lancey (1876), Petit Palais, Musée des Beaux-Arts de la Ville de Paris

Tippelende vrouwen op boulevards, rijke courtisanes in hun salon en afgeleefde prostituees in bordelen of cafés, nippend aan absint: in Lichte Zeden. Prostitutie in de Franse kunst, 1850-1910 komen ze allemaal voorbij. De tentoonstelling in het Van Gogh Museum toont meer dan vrouwelijk schoon. Vooral hoe hypocriet, bang en geobsedeerd Frankrijk in de negentiende eeuw was. Zeker als het ging om prostituees en geslachtsziekten.

Hoewel ze het oudste beroep van de wereld hebben, vond Charles Baudelaire prostituees perfect passen bij de moderniteit. Ze geven ‘een goed beeld van het beestachtige dat in de beschaving schuilgaat’, schreef hij in 1863. De dichter, die overleed aan de gevolgen van syfilis, moedigde schilders daarom vooral aan prostituees te schilderen. Hij wilde ‘het schouwspel van het mondaine’ zien en de verborgen aderen van de stad blootleggen. Die wens kwam zeker uit. Toen het Van Gogh Museum samen met het Parijse Musée d’Orsay de tentoonstelling Lichte Zeden opzette, konden ze kiezen uit een enorme hoeveelheid werken. Prostitutie was duidelijk een geliefd onderwerp voor negentiende-eeuwse kunstenaars.

Kunstenaars experimenteerden lustig met de dames; de gekozen werken tonen een diversiteit aan stromingen, zoals het impressionisme, naturalisme, fauvisme, symbolisme en expressionisme. Prostituees waren goedkope alternatieven voor de naaktmodellen die op de academie voorhanden waren. En deze dames brachten een heel nieuw scala aan poses en gelaatsuitdrukkingen met zich mee.

Zo werd de vrouw verleidelijker dan ooit afgebeeld, of ze speelde een ronduit voyeuristisch spel met de toeschouwer. Ook de melancholieke, verdwaasde, ‘dode’ ogen van minderbedeelde dames intrigeerden veel kunstenaars. Na afloop blijven vooral die blikken hangen; de schrale leegheid van Van Goghs Agostina en Degas’ L’Absinthe en de verveling bij Toulouse-Lautrecs In de salon.

Lichte Zeden gaat over meer dan kunst. Het geeft een beeld van de negentiende-eeuwse Franse samenleving in de omgang met prostitutie. De tentoonstelling omvat daarom ook documentatie van de Parijse zedenpolitie, opiniestukken, karikaturen, pornografie en medische onderzoeken, naast kunstwerken die zowel de weelde van goed onderhouden courtisanes, de geheimzinnigheid rond straatmadames als de treurloosheid van het bordeelbestaan tonen.

Picasso in de vrouwengevangenis

Niet alleen kunstenaars vonden prostituees zinderend intrigerend. Ook de eigentijdse kunstkijker vond ze verleidelijk, mysterieus en eng. Halverwege de eeuw vormden prostituees immers een groot maatschappelijk probleem voor Frankrijk. Zedeloze losbandigheid hoorde bij de tijd. Elk zichzelf respecterend arts onderhield bijvoorbeeld een eigen courtisane. Ook andere heren uit de politiek, industrie en adel onderhielden cocottes, dure gezelschapsdames die eerder als actrice, danseres of op straat hadden gewerkt.

Bordeelbezoek hoorde bij het ongetrouwde bestaan in de lagere regionen. De industrialisatie bracht hordes landarbeiders naar Parijs en die moesten ook aan hun trekken komen. Daardoor werden geslachtsziekten een steeds groter ­probleem. Dat gold ook voor het Franse leger, dat zelfs dreigde te verzwakken door het groot aantal besmettingen. In 1802, tussen zijn vele veldtochten door, besloot Napoleon Bonaparte daarom dat prostituees zich moesten registreren bij de politie en elke twee weken verplicht een medische controle moesten ondergaan. Bij besmetting werd de dame overgebracht naar het ziekenhuis van de vrouwengevangenis Saint-Lazare voor behandeling.

Een eeuw later klopte Pablo Picasso aan bij diezelfde gevangenis. Hij mocht van een arts daar prostituees schetsen. Dat bezoek mondde uit in Les Demoiselles d’Avignon uit 1907, het bekendste werk uit de kunstgeschiedenis over prostituees. Uit voorstudies blijkt dat Picasso aan­vankelijk speelde met het weergeven van een bordeel­bezoek of van de verplichte medische keuring. Hij schetste eerst de dames met twee bezoekers. Bij Lichte Zeden is de schets te zien waarop hij nog een arts toont, die de prostituees onderwerpt aan medische controle. Doordat Picasso de bezoekers en de arts uiteindelijk wegliet, veranderde de voorstelling van een anekdote in een ­confrontatie met de hoekige, agressieve vrouwen; het werd een spel met de moraliteit.

Kuis of niet kuis?

Hoewel in de tentoonstelling ook foto’s zijn opgenomen van slachtoffers van syfilis, bijvoorbeeld met aangedane hoofden en ruggen, opent Lichte Zeden met geschilderde portretten van schijnbaar gezonde prostituees op straat. Officieel mochten de geregistreerde filles soumises vanaf l’heure du gaz op straat klanten oppikken. Er waren eveneens ongeregistreerde en ongecontroleerde dames, filles insoumises, die de straat opgingen zodra de gaslantaarns aangingen. Allen deden hun best er zo mooi – en gezond – mogelijk uit te zien. Ze dosten zichzelf uit met de mooiste stoffen en droegen zware make-up om zich aantrekkelijker te maken. Het liefst bedekten ze hun gezicht met witte of roze blanketpoeder, waarop ze blauwe adertjes tekenden om een transparante huid te suggereren.

Tegelijkertijd gingen ook welgestelde dames zich flink opmaken – flink uitdossen deden ze al. Zodoende werd het voor de onoplettende kijker steeds moeilijker te zien of de toevallige passant van goede of lichte zeden was. Zo ontstond een publiek spel: wie was de prostituee? Werden daar naar een potentiële klant gelonkt? Tilde zij haar rok expres te hoog op? Louis Anquetin toont hoe subtiel het spel was. In Vrouw op de Champs-Elysées bij nacht toont hij schijnbaar een dame van stand; mooi gekleed en keurig gekapt en opgemaakt. In het bijpassende werk Vrouw met voile toont hij haar frontaal. Dan is door haar blik en haar zware make-up, bedoeld om het onderscheid in het donker duidelijk te maken, geen twijfel meer mogelijk. In het eerdere werk is nu helder dat de passant niet toevallig omkijkt, maar de koopwaar bekijkt. Ook moet het heldere licht op haar gezicht niet haar schoonheid benadrukken. Het verwijst naar de gaslantaarn en daarmee naar haar werktijden.

Edgar Degas toont op L’Absinthe eveneens een uitgedoste dame. Wie voorbij het hoedje en de kleding kijkt, ziet een uitgeputte vrouw zitten. Afgepeigerd leunt ze haar voeten op haar hakken en kijkt ze mistroostig voor zich uit. Ze heeft geen puf meer om de straat op te gaan. Waarschijnlijk is ze daarbij uit gewoonte naast een man neergeploft. Bij Jean Bérauds Achter de coulissen bij de Opéra delen de heren met de hoge hoeden bij nader inzien ook geen complimenten uit tijdens de pauze. De handtastelijke gebaren tonen dat hier afspraakjes worden gemaakt. Veel plaatsen van vermaak waren immers tegelijk clandestiene, niet-reguleerde plekken van prostitutie.

De geheime schouwkamers

De hoogtepunten van Lichte Zeden zijn zonder twijfel afkomstig van Félicien Rops en Henri de Toulouse-Lautrec. Rops was een Belgische graficus, schilder en karikaturist met een fascinatie voor de duistere zijde van het bestaan. Zijn kracht zit in de andere benadering, in de kritische kanttekening. Op Pornocrates toont hij bijvoorbeeld een nagenoeg naakte en geblinddoekte dame die een varken uitlaat, om het machtsspel tussen de bordeelbezoeker en de prostituee te illustreren. In De perineale douche toont hij de andere kant: een prostituee die als beest wordt schoongespoten bij de medische controle, ter illustratie van de hardhandige keuring uit angst voor geslachtsziekten.

Afficheontwerper en schilder Toulouse-Lautrec overleed zelf aan syfilis, wellicht doordat hij vaste bordeelgast was. Hij had zo’n goede band met zijn bordeeldames dat hij werd opgenomen in hun levens, in hun werkelijkheid. Hij maakte talloze portretten van de dames. Die werken liet hij alleen aan goede vrienden zien, zoals ook Degas zijn intieme bordeelscènes uit de openbaarheid hield. In deze wonderbaarlijk moderne portretten komt de tentoonstelling voorbij alle hypocrisie, angsten en vooroordelen. Toulouse-Lautrec toont die andere werkelijkheid van het bordeel. De huiselijkheid, volheid en benauwdheid van het samenleven. Bij In de salon: de divan toont hij bijvoorbeeld geen femmes fatales, geen typetjes, geen slachtoffers, maar verveelde, afwachtende dames die glazig voor zich uit staren. In zijn schetsen op karton zien we voor het eerst echte vrouwen van vlees en bloed. Vrouwen die opgaan in hun eigen wereld. Daarmee gaf hij als eerste deze vrouwen een eigen, modern gezicht.



Lichte Zeden

De tentoonstelling Lichte Zeden en het bijbehorende Prenten-Prostitutie-Privacy is tot en met 19 juni 2016 te zien. Tot die tijd organiseert het Van Gogh Museum in Amsterdam diverse activiteiten bij de tentoonstelling. Zoals:

– Prenten-Prostitutie-Privacy - bijpassende tentoonstelling

Van Gogh heeft een grote collectie Franse prentkunst uit het fin de siècle. Hieruit zijn de mooiste, grappigste en meest kritische verwijzingen naar prostitutie tentoongesteld.

Kosten: € 17 (standaard museumbezoek)

– Lichte zeden arrangement

- elke zaterdag, 16.00 uur

Een inleiding over de belangrijkste thema’s van de tentoonstelling. Over de onzekerheid en dubbelzinnigheid, de pracht en praal en het afwachten en verleiden. Met hapje en drankje na afloop, geheel in stijl van de tentoonstelling.

Kosten: € 8 (met museumkaart) / € 25

– Schilderworkshop Lichte zeden

- zondag 5 juni, 10.30-12.30 uur

Doe inspiratie op in de tentoonstelling en maak daarna een eigen kunstwerk met als thema ‘lichte zeden’. Een ervaren workshopdocent toont hoe te werken met de thematiek en met een gemengde techniek; acrylverf en pastelkrijt op karton, net als bijvoorbeeld Toulouse-Lautrec ook deed.

Kosten: € 28 (exclusief entree en materiaal)

– Lezing Lichte zeden

- zondag 5 juni, 14.00-15.00 uur

Wat is het verschil de prostituees van Toulouse-Lautrec, Anquetin en Bernard? Welke geheime codes en dubbelzinnige beelden gebruikten deze kunstenaars? Richard Thomson, gastconservator van Lichte Zeden en professor aan Edinburgh University, vertelt.

Kosten: € 17 (standaard museumbezoek)

– Pop-up Lichte zeden x Red Light District

In de voormalige peeskamers op de Wallen zijn drie speciaal vormgegeven stijlkamers ingericht door scenograaf Vera Selhorst en de tentoonstellingsvormgevers Clement & Sanôu. In het pand is ook The Art Lovers gehuisvest, een project over prostitutie en kunst.

Locatie: Sint Annenstraat 21, Amsterdam | Meer info: www.theartlovers.nl.

Activiteiten reserveren kan via www.vangoghmuseum.nl/nl/zien-en-doen.

Vincent van Gogh, In het café: Agostina Segatori in Le Tambourin (1887), Van Gogh Museum
Vincent van Gogh, In het café: Agostina Segatori in Le Tambourin (1887), Van Gogh Museum
Louis Anquetin, Vrouw op de Champs-Elysées bij nacht (1890-1891), Van Gogh Museum
Louis Anquetin, Vrouw op de Champs-Elysées bij nacht (1890-1891), Van Gogh Museum
Edgar Degas, L’Absinthe (1875-1876), Musée d’Orsay
Edgar Degas, L’Absinthe (1875-1876), Musée d’Orsay
Henri de Toulouse-Lautrec, In de salon: de divan (circa 1893), Museu de Arte de São Paulo Assis Chateaubriand
Henri de Toulouse-Lautrec, In de salon: de divan (circa 1893), Museu de Arte de São Paulo Assis Chateaubriand
PDF
Media en cultuur
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.