Nieuws
Elke Willemsen
4 minuten leestijd
opleiding

‘Houd die nieuws­gierigheid vast’

Plaats een reactie
De Beeldredaktie, John Peters. .l.n.r.: Coassistenten Fenna Traa en Caroline Adang, en neuroloog Janko de Jonge
De Beeldredaktie, John Peters. .l.n.r.: Coassistenten Fenna Traa en Caroline Adang, en neuroloog Janko de Jonge

Iedere generatie heeft andere gewoonten. Neuroloog Janko de Jonge werkt samen met coassistenten Fenna Traa en Caroline Adang, die zijn opgegroeid in het digitale tijdperk. Hoe ervaren zij de samenwerking?

De grootste verandering – volgens neuroloog De Jonge (60) van het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven – is de manier waarop collega’s met elkaar omgaan: ‘Het is compleet anders dan dertig jaar geleden. Toen ik begon, keek je wel uit om tegen een arts te zeggen wat je van zijn optreden bij een patiënt vond. Omgangsvormen op de werkvloer zijn nu persoonlijker. Er is steeds meer aandacht voor elkaar en minder voor traditionele rangordes waarbij de arts als autoriteit verheven is boven zijn collega’s.’

Merkt de nieuwe generatie dit ook? Caroline Adang (24) is vijfdejaarsgeneeskundestudent in Maastricht. Volgens haar verschilt de gezagsverhouding sterk per specialisme en per ziekenhuis: ‘Alles kunnen vragen kan lang niet overal. Bij het ene coschap is het niet de bedoeling om direct te overleggen met de specialist, terwijl dit bij een ander coschap wel heel laagdrempelig kan. Zo’n cultuur kan invloed hebben op hoeveel je uit een leer­ervaring haalt.’

De goede kant op

De ontwikkeling van de jonge zorgverlener zou juist voorop moeten staan, vindt De Jonge: ‘Deze jonge mensen gaan de komende jaren de zorg in Nederland bepalen; ik niet meer. Het is belangrijk om ze hiervoor de ruimte en de mogelijkheden te bieden. En dat begint bij de coschappen.’

Toch ligt de verantwoordelijk ook bij de nieuwe generatie zelf, vindt Fenna Traa (23), ook vijfdejaarsgeneeskundestudent aan de Maastricht University. ‘Als artsen in spe zijn wij degenen die voor een cultuuromslag moeten zorgen. Dat gaat geleidelijk, maar dat het de goede kant op gaat, merk ik al in de omgang met de aiossen. We zitten vaker communicatief op één lijn en iedereen is vriendelijk, toegankelijk en behulpzaam’, zegt Traa.

Het wachten is dus tot de oude garde gepensioneerd thuiszit? Adang: ‘Ik denk dat bij sommige specialisaties meer mensen van een bepaald type terechtkomen, waardoor de kans groter is dat de hiërarchie daar langer in stand blijft. Als student mag je best verwachten dat jou een open werkomgeving wordt geboden. Hoe je dat vervolgens invult, is je eigen verantwoordelijkheid.’

Een zorgelijke observatie, vindt De Jonge: ‘Als de keuze van studenten voor hun vak mede wordt bepaald door de mate waarin de organisatie hen welkom heet, zal er nooit vernieuwing komen.’

Invloed

Voor welke andere vormen van vernieuwing kan de jonge generatie nog meer zorgen? Adang is er nog niet zeker van: ‘Dit zijn geen dingen waar je over nadenkt als je met de opleiding begint. En zelfs nu, later in de studie, vind ik het lastig in te schatten welke invloed je als jonge zorgverlener kunt hebben.’ Volgens Traa ligt de nadruk op de universiteit vooral op de overdracht van medische kennis en communicatieve vaardigheid, en minder op markt­ontwikkelingen. Traa: ‘Die invloed lijkt ook meer ziekenhuisgebonden. Als coassistent ervaar je pas echt hoe het er in een ziekenhuis aan toe gaat.’

Volgens neuroloog De Jonge ontbreekt het vaak nog aan een visie hoe de organisatie van de gezondheidszorg aan het veranderen is. Blijven ziekenhuizen op deze manier wel bestaan? Hoeveel invloed gaat de digitalisatie van de zorg hebben op het vak en de werkwijze? ‘Daar wordt nu niet in onderwezen op de universiteit en dat weerspiegelt zich in de praktijk. Heb je niet inzichtelijk waar je allemaal invloed op hebt, dan kun je ook niet aansturen op vernieuwing’, zegt De Jonge.

Grote verschillen

Het zijn inzichten die nu vooral moeten komen van de samenwerking tussen generaties op de werkvloer. Door naar elkaar te luisteren en adviezen aan te nemen. Traa: ‘Als coassistenten onderling leer je samenwerken en op elkaar inspelen. Van specialisten leer je praktijkkennis, en hoe je communiceert met de patiënt. Daar zitten grote verschillen in en dat is heel leerzaam.’ De Jonge blijft zich verwonderen over de nieuwsgierigheid en openheid waarmee de nieuwe generatie wil leren. ‘De meeste studenten komen hier met de instelling: vertel, wat is er allemaal mogelijk? Dat is erg leuk. Houd je die nieuwsgierigheid niet, dan ben je gauw klaar met dit vak’, aldus De Jonge.

Werkdruk

Zorginstellingen zoeken naar manieren om zorgprofessionals zo lang en vitaal mogelijk aan het werk te houden. In hoeverre speelt de hoge werkdruk de verschillende generaties parten? De Jonge ervaart dat vooral externe omstandigheden werkdruk veroorzaken: ‘Door het toezichtsorgaan: de overheid, verzekeraars, inspectie. Daar heeft vertrouwen plaatsgemaakt voor wantrouwen, met meer regels om controle op de situatie te houden. De intensiteit van de 24-uursbeschikbaarheid is toegenomen. Dat betekent dat je je als zorgverlener anders moet organiseren.’ Het gevolg: minder tijd voor de patiënt en meer voor administratie.

Hoe ervaren de jonge zorgverleners dit? Traa vindt de werkdruk behapbaar: ‘Je maakt zeker langere dagen dan de gemiddelde stagiair. Maar het is een mooie kans overal mee te lopen. En ik heb gewoon een sociaal leven.’ Adang voegt toe: ‘Kun je de druk tijdens de coschappen niet aan, dan weet je genoeg. Het wordt er niet minder op. Het is belangrijk dat er al tijdens de coschappen een reëel beeld wordt gegeven van de druk en de verhoudingen op de werkvloer.

download dit artikele (pdf)

neurologie opleiding
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.