HAP moet op kindermishandeling letten

Geen enkele huisartsenpost voldoet aan de normen die de LHV en VHN (Vereniging Huisartsenposten Nederland) voorjaar 2009 hebben opgesteld rondom het signaleren van kindermishandeling. Dat blijkt uit onderzoek van de IGZ. Het resultaat wekt geen verbazing, aangezien de peiling werd uitgevoerd nog geen jaar na het opstellen van de normen.

Een huisartsenpost (HAP) moet op 15 onderdelen, zoals ‘gebruik van een screeningsinstrument’ en ‘scholingsprogramma triagisten’ minimaal het predicaat ‘operationeel’ scoren. Geen enkele HAP voldeed aan alle normen. Slechts twee van de 121 HAP’s scoren voldoende op meer dan de helft van de onderdelen. Maar liefst 27 posten voldoen aan geen enkele voorwaarde.

Veel HAP’s gaven wel aan actief bezig te zijn met het onderwerp kindermishandeling. In december 2011 moeten alle HAP’s voldoen aan alle normen; de IGZ zal dit controleren en zo nodig handhavend optreden.

De redenen dat er nadruk wordt gelegd op signalering van mishandeling op de HAP’s, zijn divers, staat in het IGZ-rapport te lezen: er komen verhoudingsgewijs meer kinderen dan in de dagpraktijk, en de HAP biedt de mogelijkheid om in betrekkelijke anonimiteit hulp te zoeken en de eigen huisarts te ontwijken. De positie van de huisarts op de HAP zou beter zijn dan die van de eigen huisarts om in gesprek te gaan over mogelijke mishandeling.

Sophie Broersen

Lees hier het rapport van de IGZ: Huisartsenposten onvoldoende alert op kindermishandeling

Bekijk:

• Gratis geaccrediteerde nascholing Richtlijn meldcode kindermishandeling
• Meer nieuws