Positieve gezondheid - Voorzitter NVAB
1 reactieAl een aantal jaren zijn we bezig met een cultuuromslag in de gezondheidszorg: van ziekte en zorg naar gezondheid en gedrag. Dat spreekt mij als bedrijfsarts enorm aan. Temeer omdat wij als bedrijfsartsen hiermee al jaren bezig zijn. Voor ons staat het functioneren van de mens centraal en daarmee zijn of haar vermogen te participeren. De participatiemaatschappij werd in de troonrede vorig jaar weer van stal gehaald. Het accent is verschoven van compensatie naar participatie.
Dat is echter niet alleen politiek. Als medici sluiten we daar ook vakmatig op aan. De nieuwe definitie van gezondheid ontwikkeld door Machteld Huber wordt breed omarmd: het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven. Het uitgangspunt is heel duidelijk: positieve gezondheid!
Werk is daarbij over het algemeen heel belangrijk. Kijk eens naar uzelf. Hoeveel voldoening, plezier en bestaansrecht haalt u uit uw werk? Heel veel, is mijn inschatting, een enkeling daargelaten. Daarom verbaast het mij dat er nog steeds artsen zijn die werk nog als belastend voor gezondheid zien, hoewel hun aantal drastisch afneemt.
Ik bespeur geleidelijk een neiging onder de curatieve collega’s om arbeid als positieve determinant van gezondheid te gaan zien. Er is nog veel onbekendheid met arbeid als determinant van ziekte en gezondheid bij diagnostiek en behandeling. Dat geldt ook op de universiteiten en in de basisopleiding. Het wetenschapsdomein ‘arbeid en gezondheid’ is klein van omvang in verhouding tot de maatschappelijke impact die werk heeft op gezondheid en in verhouding tot de omvang van onze beroepsgroep. Daarom zetten we als NVAB sterk in op academisering van de arbeids- en bedrijfsgeneeskunde.
Het bevorderen van participatie leidt tot een grote toename van gezondheid en inzetbaarheid. Het ziekteverzuim in Nederland is de helft van wat het 15 jaar geleden was. Daarmee besparen we als maatschappij vele miljarden! En niet alleen de maatschappij wint. Ook het individu profiteert. Werken maakt gezond en leidt tot betere kwaliteit van leven.
Als we in Nederland de ontwikkeling naar gezondheid en gedrag verder gestalte willen geven, laten we daar dan gezamenlijk verantwoordelijkheid voor nemen. In ieder umc zou ‘arbeid en gezondheid’ structureel ingebed moeten worden in een onderzoekgroep en of academische werkplaats. Sociale partners en (verzuim)verzekeraars zijn niet alleen belanghebbenden, maar hebben ten aanzien van structurele financiering en onderzoeks- en ontwikkelingsfondsen ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid. De academisering van de arbeids- en bedrijfsgeneeskunde krijgt verder vorm door succesvolle initiatieven van bedrijfsartsen in de tweede en derde lijn, als klinisch arbeidsgeneeskundigen. Dat verdient uitbreiding. Zij brengen de factor arbeid ook in de patiëntenzorg in beeld. En niet alleen in de uitvoerende praktijk liggen mogelijkheden. Ook bij nieuwe aankomende artsen dient de awareness voor arbeid en participatie te worden vergroot, te beginnen met het integreren van deze thema’s in de basisopleiding en de medische vervolgopleidingen.
<b>Federatienieuws 45 - 2015</b>
Henk B. Louwrink
Specialist Ouderengeneeskunde niet praktiserend en stu, Gorredijk
In dit artikel stelt Jurriaan Penders dat werken gezond maakt. Zonder enige nuancering of bronvermelding wordt deze stelling geponeerd. Gelukkig is Jim Faas in zijn artikel "Groot wild" (MC 47) meer realistisch.
Zeker er zijn mensen waarvoor werken d...e gezondheid zal bevorderen, maar ook velen lijden onder hun werk en kunnen de werkdruk eigenlijk niet aan.
De mantra dat werken gezond maakt komt van gezonden die met plezier werken en veel managers zullen deze mantra graag als zweep voor hun ondergeschikten gaan gebruiken nu zij zich gesteund weten door hun bedrijfsartsen.
Ik denk dat het in onze overspannen maatschappij beter is het accent meer op zinvolle zelfontwikkeling en minder op produceren te leggen (ook beter voor het milieu). Zeker gezien de toenemende automatisering en robotisering.
Ook de scholing van de jeugd dient niet het kunnen produceren en overleven in de ratrace als einddoel te hebben, maar de vorming tot het oude ideaal van de homo universalis. Wellicht leidt dit ook tot een meer vreedzame samenleving.