Lijnloze zorg
Plaats een reactieEr komt een tsunami op ons af: langzaam maar zeker stijgt de incidentie van kanker van 1 op de 2 naar 1 op de 1. Oftewel: we zijn op weg naar een Nederland waarin iedereen op enig moment in zijn leven aan de een of andere vorm van kanker lijdt.
Nog nooit was het zo belangrijk om oog te hebben voor het voorkomen van kanker, bijvoorbeeld door roken of leefstijl. Maar ook aan leven met en na kanker. Het goede nieuws is dat we sinds 27 november een nationale aanpak hebben: de Nederlandse Kanker Agenda. Die agenda prioriteert vijf gebieden, waaronder – gelukkig – werk. Want als iedereen kanker gaat krijgen, zitten daar miljoenen mensen die werken tussen. En velen van hen willen – weer gaan – werken. Aandacht voor werk hebben, meteen na de diagnose, helpt. Want werk geeft, naast financiële zekerheid, ritme, afleiding en zingeving.
Een patiënt heeft maar één gezondheid. En met die gezondheid leeft, sport én werkt die patiënt
Maar in de huidige zorg lopen veel werkende patiënten tegen obstakels aan. Zij ervaren geen 'lijnloze' zorg, omdat ze met verschillende loketten te maken hebben. Dat helpt niet. Sterker nog: het kan er zelfs toe leiden dat de behandeling de re-integratie hindert. Daarom pleit ik voor aandacht voor werk vanaf diagnose, zodat de wensen en behoeften van de patiënt ook op het gebied van werk gehoord worden. Ik wil van ‘behandeling voltooid’ naar ‘patiënt kan weer meedoen’. Ik wil dat iedereen die getroffen wordt door ziekte, de optimale zorg krijgt om volwaardig maatschappelijk te kunnen blijven participeren. En daarvoor moeten we die schotten tussen de zorgloketten neerhalen. Dat moet voor een deel in de systemen worden aangepakt door de ministeries. Maar ook wij kunnen zelf verbeteren. Nu al. In onze vereniging noemen we dat ‘arbocuratieve samenwerking’. Oftewel samenwerking tussen behandelend specialisten en de bedrijfsarts. We kunnen zorgen dat zorgverleners in alle spreekkamers zich bewust zijn van het feit dat de patiënt een baan kan hebben. En die mogelijk wil houden. Hoe? Het begint door patiënten in de werkende leeftijd in ieder geval naar werk te vragen. En naar wensen en behoeften op dat gebied. En verwijs vervolgens ook gerust naar de bedrijfsarts. Wij adviseren en begeleiden de werkende hoe om te gaan met werk tijdens en na de behandeling. Vroege aandacht voor werk vergroot de kans op het vinden van een passend perspectief voor het werk. En ook bij nazorg en eventuele late effecten moet aan werk worden gedacht. Door behandelend artsen, maar ook de werkgever en de bedrijfsarts moeten daar alert op zijn. Die werkgever adviseren we trouwens over waar de patiënt het meest mee geholpen is. Het komt vaak voor dat mensen gelijk thuis ‘mogen’ blijven, als er zoiets ernstigs aan de hand is. Maar dat helpt soms van de regen in de drup. Werk biedt ook afleiding en sociale contacten.
Een patiënt heeft maar één gezondheid. En met die gezondheid leeft, sport én werkt die patiënt. Kunnen we ons er samen hard voor maken dat ze niet met allemaal verschillende stukjes hun eigen puzzel moeten leggen? Het Nationaal Kanker Collectief geeft een prachtig voorbeeld. Zij ontwikkelden een agenda met inbreng, samenwerking en draagvlak van maar liefst honderd organisaties.
Mijn verzoek aan jullie: denk alsjeblieft aan het werk van jouw patiënt. En vraag gerust een bedrijfsarts om afstemming of advies. Daar zijn we voor.
- Er zijn nog geen reacties