Een toevallige samenloop
De deuren gaan automatisch voor me open. Ik knik de portiers gedag. De lange gang naar de assistentenkamer is uitgestorven. Terwijl ik de trappen op loop, hoor ik alleen mijn eigen ademhaling in mijn mondkapje. Mijn collega van de avonddienst draagt over. Ze vertrekt. Het ziekenhuis ligt vol en toch voelt het eindeloos leeg.