‘Het komt toch wel goed, dokter?’
Een prematuur kampt met een necrotiserende enterocolitis, een meisje blijkt aan lupusnefritis te lijden, een neonaat wil niet drinken, een kind heeft een diabetische ketoacidose. Bij de een zal het goed komen, bij de ander niet. Ik weet niet of het goed komt, ik weet niet bij wie. En ik weet al helemaal niet wat goed is.