De practicumpatiënt
2 reactiesIk doe heel hard mijn best geen patiënt te zijn waar we speciale practica over hebben. Van die practica met titels als ‘lastige situaties’, ‘breedsprakigheid’, ‘dominante partner’ en ‘veeleisende patiënten’.
Toch ben ik momenteel behoorlijk lastig. Zo lastig zelfs, dat het me een enkeltje naar de medische psychologie opleverde. Was hartstikke gezellig verder, psychisch ben ik helemaal goedgekeurd, maar ook daar werd nog even benadrukt dat er vanuit mijn vaste behandelteam niet wordt begrepen waarom ik zo lastig ben.
Ik zal het even uitleggen. Ze zijn in de geneeskunde nogal dol op vinkjes, protocollen en ‘ja-en-amen-dokter’-patiënten. Ik niet. Ik ben te koppig, te eigenwijs en te veel ik-kan-het-zelf-wel voor protocollen en vinkjes. Ik denk na over mijn behandeling, volg ontwikkelingen op de voet en spreek na de driejarige taalcursus die we een bachelor noemen toevallig ook nog eens een aardig woordje medisch. Ik heb tijdens stages zelfs al op de draaistoel, de stoel in de spreekkamer die voorbehouden is aan de arts, mogen zitten. Deze kennis en ervaring zouden me een perfecte patiënt kunnen maken, maar werken momenteel een beetje tegen me.
Er moest namelijk een nieuw hulpmiddel aangevraagd worden, bij voorkeur binnen twee weken. De aanvraag van een dergelijk hulpmiddel vergt doorgaans zo’n 45 vinkjes van zes verschillende personen werkende bij drie organisaties. Nu kun je heel hoopvol denken dat zoiets wel goed gaat, maar daarvoor heb ik te veel gezien. Bij patiëntencolleges, in de thuiszorg en in het verleden bij mijn eigen behandeling: als er zoveel mensen een vinkje moeten zetten, kun je er de klok op gelijkzetten dat het fout gaat. Dus mailde en belde ik overal achteraan. Want ik weet dat het ergens in het proces fout zal gaan. Ik weet dat ik daar dan de dupe van word en dat dit dan weer niemand iets uitmaakt (‘Ja, ze snapten niet dat je het hulpmiddel per se voor je vakantie en verhuizing wilde hebben’, aldus de medisch psycholoog).
Daarbij bevalt de afhankelijkheid van anderen me helemaal niet. Ik heb graag de touwtjes zelf in handen. Dus die neem ik ook in handen. Ik bel zelf voor afspraken waar ik eigenlijk voor gebeld zou worden, ik bel achter de leverancier aan om te controleren of het ziekenhuis heeft gedaan wat ze moeten doen en ik bel vervolgens zelf weer naar het ziekenhuis dat ze nog een stuk van het aanvraagformulier moeten invullen (‘Wij bellen meestal pas na drie weken het ziekenhuis dat het niet klopt en de aanvraag is pas twee dagen geleden binnengekomen’, aldus de hulpmiddelenleverancier). Dat wordt niet gewaardeerd. Ze lijken het zelfs niet gewend. Dus noemen ze het overdreven, dwangmatig en veeleisend.
En dan komt opeens het besef: ik ben een lastige patiënt. Ik ben een practicumpatiënt. En aangezien de taalcursus alleen maar uitgebreider wordt en de vinkjesgekte alleen maar verder groeit, zal ik dat blijven ook. Dus. Wie wil er oefenen?
M. de Vries
AIOS verzekeringsgeneeskunde, Amsterdam
Blijf vooral lastig, niemand anders gaat het voor je doen. Of wordt nog lastiger: misschien eens vragen of zelf die formulieren en vinkjes mag invullen. Scheelt de behandelaren weer administratie. Iedereen blij.
Lara Tauritz Bakker
Geneeskundestudent (6ejaars, Erasmus mc), Den Haag
Dat willen ze niet, in mijn ervaring. Bij het practicum De Lastige Patiënt werd ons gevraagd casuïstiek aan te leveren van het eerste coschap. Toen ik een casus voorstelde uit mijn eigen leven, waarbij ik de 'lastige (moeder van de) patiënt' was, waa...rbij ik - nog steeds - vind dat de arts een lastige arts was, zei de docent 'dat is vandaag niet de bedoeling'. Mijn stelling, dat het misschien zinvol was om te bezien hoe wij als artsen verantwoordelijkheid kunnen nemen/delen voor hoe lastig een gesprek verloopt (en het zinvol is daarmee te oefenen), werd als lastig ervaren....