Zo kun jij de politiek beïnvloeden
Plaats een reactieStudenten hebben vaak te maken met politieke beslissingen. Beslissingen waar ze niet altijd even blij mee zijn, zoals over het leenstelsel. Maar hoe zorg je dat je gehoord wordt in de politiek? We vragen het drie ervaringsdeskundigen.
Op 27 oktober 2015 verschenen vier geneeskundestudenten op het Binnenhof, gehuld in een witte jas en met een grote stapel papieren onder hun arm. In krap twee weken hadden bijna 22 duizend sympathisanten hun petitie ‘Masterstudent geneeskunde dupe van nieuwe leenstelsel’ gesteund. Deze petitie was een belangrijke stap in de discussie over de tegemoetkoming voor coassistenten. Een discussie waarin een landelijk verbond van geneeskundestudenten het voortouw heeft genomen in Den Haag.
Hoe kunnen studenten ervoor zorgen dat de politiek naar hen luistert? Met welke partijen moet je rekening houden? Waar begin je? Wij interviewden CDA-Kamerlid Hanke Bruins Slot, KNMG-adviseur public affairs Jesper Rijpma en bestuurslid van De Geneeskundestudent Rob van Gassel, een van de initiatiefnemers van de petitie.
Brief aan Bussemaker
Wat ging er aan de petitie vooraf? Toen de studiefinanciering in februari 2015 definitief werd afgeschaft, vormde zich de werkgroep Tegemoetkoming coassistenten. Deze werkgroep is een samenwerking tussen drie landelijke studentenorganisaties: het LMSO, het LOCA en De Geneeskundestudent. Zij bundelden de krachten en schreven in maart een brief aan Jet Bussemaker, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Rob van Gassel: ‘In de brief legden wij uit dat de insteek van het leenstelsel niet past bij de situatie van coassistenten. Het leenstelsel gaat er namelijk van uit dat studenten er zelf voor kunnen kiezen om te werken. Een coassistent besteedt echter gemiddeld ruim 46 uur per week aan studeren en stage lopen en heeft daardoor amper ruimte om bij te verdienen. Voor andere stagiairs in de zorg, zoals verpleegkundigen, bestaat een stagefonds. Zou dit ook niet mogelijk zijn voor coassistenten?’
Lobbyen
Om te voorkomen dat de brief onder op de stapel zou eindigen, is de werkgroep gaan lobbyen bij politici. Jesper: ‘Het is van belang om goed te weten welke spelers betrokken zijn bij een onderwerp. Kijk hierbij naar hun invloed en hun belang. Welke betrokkenen hebben een groot belang én een grote invloed? Op hen moet je je richten.’ Rob vertelt dat de werkgroep in september verschillende Tweede Kamerleden met de portefeuille onderwijs bezocht. ‘Zo brachten wij ons standpunt onder de aandacht bij Tweede Kamerfracties.’ De CDA-fractie was daar een van. Hanke Bruins Slot: ‘Het CDA was vanaf het begin al tegen de afschaffing van de basisbeurs en vroeg in debatten aandacht voor de effecten op meerjarige masteropleidingen, zoals geneeskunde. Het is hierbij goed om input te krijgen van degenen die daadwerkelijk geraakt worden door de nieuwe wet.’ De gesprekken met de verschillende politici leverden ook nieuwe ideeën op om de positie van coassistenten op de politieke agenda te zetten. Rob vertelt dat een van deze ideeën de petitie was. ‘We wilden iets concreets aanbieden. Een mooi moment hiervoor was in oktober, toen de begroting van ministerie van Onderwijs zou worden besproken.’
Wat doet een lobbyist?
KNMG-adviseur public affairs Jesper Rijpma: ‘Als mensen aan lobbyisten denken, dan denken ze aan kopjes koffie in Nieuwspoort en ontmoetingen in achterkamertjes. Gelukkig is het een stuk minder schimmig. Er komt vooral overleg en afstemming bij kijken, waarbij je probeert uit te vinden welke meerwaarde je voor elkaar hebt. Speelt er bijvoorbeeld een politieke discussie over een meldplicht voor kindermishandeling, dan bereid ik met mijn collega’s van de KNMG een standpunt voor, probeer ik coalities te sluiten met andere belanghebbenden en onderhoud ik de contacten met Den Haag. Een belangrijk deel van mijn werk bestaat daarnaast uit het monitoren van politieke en maatschappelijke ontwikkelingen. Voor politici heb ik vaak nuttige informatie, als vertegenwoordiger van de artsenfederatie. Als je je meerwaarde kunt bewijzen, dan onderhoudt het netwerk zichzelf.’
Media-aandacht
Het aanbieden van de petitie was een groot succes. ‘De vier studenten in witte jas met een grote stapel handtekeningen gaven een indrukwekkend beeld. Ook was er veel media-aandacht, dus dit maakte het ook voor politici een mooi moment om zich te laten zien’, aldus Rob. Hanke Bruins Slot legt uit dat een dergelijke petitie de bewustwording bij politici vergroot: ‘Als een petitie ruim 22.000 keer ondertekend wordt, kunnen Tweede Kamerleden moeilijk om het probleem heen.’ Dezelfde dag kwam er een antwoord op de brief aan minister Bussemaker. Het antwoord was echter een grote anticlimax: de minister bedankte voor het meedenken, maar wilde het voorstel niet steunen.
Niet het einde
In de Tweede Kamer werd dit niet geaccepteerd. Rik Grashoff (GroenLinks) pleitte in het begrotingsdebat voor een oplossing: ‘Ik vind de brief die de minister heeft gestuurd echt teleurstellend. Driekwart jaar nadat het probleem is aangekondigd een reactie met “nee” erin, dat kan niet!’ GroenLinks diende vervolgens een motie in, die door een meerderheid van de Kamer werd gesteund. In de motie verzocht de Tweede Kamer het kabinet om de wenselijkheid en mogelijkheden voor de stagevergoeding te onderzoeken. Minister Bussemaker is hierop in gesprek gegaan met de ziekenhuizen en met VWS. Begin april schreef ze geen aanleiding te zien om geneeskundestudenten een tegemoetkoming te geven. Een teleurstellende reactie, maar niet het einde van het verhaal. Rob: ‘De Tweede Kamer krijgt de mogelijkheid om te reageren op de brief van de minister. Wij gaan nu opnieuw naar de politici en willen ook graag zelf in gesprek met de minister om haar beter inzicht te geven in de situatie van coassistenten.’
Vrij benaderbaar
Al met al is een tegemoetkoming voor coassistenten goed op de politieke agenda gezet. Als je het wilt, kun je dus zeker wat bereiken als student. Rob: ‘Alle Kamerleden zijn vrij benaderbaar en contactgegevens zijn gewoon op internet te vinden. Als je een issue onder de aandacht wilt brengen, dan is dat zeker mogelijk!’ Jesper: ‘Wees wel concreet in wat je wilt en denk mee over oplossingen. Iets wat je dwars zit over de Haagse schutting gooien, dat heeft geen zin.’
De vraag die nu nog rest is: komt die vergoeding er nu wel of niet? Helaas gaat alles in de politiek niet zo snel als je zou willen. So, to be continued…
Rosalie Beekman en Lieke Koggel
Tips & tricks
Lobbyen is ingewikkeld en er komen veel aspecten bij kijken. KNMG-adviseur public affairs Jesper Rijpma geeft een aantal tips:
1. Als je iets wilt bereiken, laat dan van je horen. De ene keer moet je dat met luide stem doen, de andere keer juist niet. Of het nu om de werkdruk op de afdeling gaat, of iets groters als het leenstelsel in de Tweede Kamer: wie zwijgt, stemt toe…
2. Let op je timing. Wordt een wetsvoorstel in de Eerste Kamer besproken en wil je nog iets wijzigen? Dan ben je eigenlijk te laat. Je moet zorgen dat je zo vroeg mogelijk in het proces betrokken wordt.
3. Denk in win-win. Als jij wint en de rest staat met lege handen, dan werkt de volgende keer niemand meer met je samen. Denk dus altijd na wat jij zelf in ruil te bieden hebt.
4. Vorm coalities. Samen sta je sterker!
<b>Download dit artikel (PDF)</b>- Er zijn nog geen reacties