Secretaris bij het tuchtcollege
Plaats een reactieMarlies Morsink (27) is behalve zesdejaars geneeskundestudent in Nijmegen ook secretaris bij het tuchtcollege in Eindhoven. Ze studeerde rechten en maakte die studie ook af. Geneeskunde is ‘het’ voor haar, maar haar rechtenstudie had ze niet willen missen.
Wat doe je precies?
‘Ik ben één van de vervangende secretarissen in Eindhoven. Ongeveer eens in de zes weken ben ik bij een zitting. Ik zit erbij met mijn laptop. Wat ik doe, is in razend tempo typen wat ik hoor. Er zijn ook klachten die niet naar de zitting gaan. Die worden ongegrond verklaard. Dat gebeurt natuurlijk wel op basis van onderzoek en bespreking in de raadkamer. Maar de klagende partij en degene over wie de klacht gaat, zijn daarbij niet uitgenodigd. Ik schrijf dan de conceptuitspraak van het tuchtcollege waarin staat waarom de klacht is afgewezen. Daarnaast heb ik een adviserende stem. Ik mag niet meebeslissen, maar wel duidelijk mijn mening geven.’
Hoe ben je aan je bijbaan gekomen?
'Ik werd gevraagd te solliciteren. Een oude docent van mij werkte er. Die herkende me op het sollicitatiegesprek meteen. Het was vrij snel rond. Ze waren erg blij met iemand uit de medische hoek die ook nog jurist is. Iemand die niet met zijn oren staat te klapperen als er medische afkortingen over tafel vliegen.’
De combinatie met je coschappen lijkt me niet eenvoudig.
‘Ik plan zoveel mogelijk in mijn avonduren en de weekenden. Ik leg tijdens mijn coschappen meestal uit dat ik bij het tuchtcollege werk en daar soms heen moet. De reacties zijn bijna altijd leuk.’
Welke invloed hebben de ervaringen die je er opdoet?
‘De impact die een tuchtzaak op artsen heeft, is indrukwekkend. Voor een arts is het verschijnen voor het tuchtcollege volgens mij een van de verschrikkelijkste dingen. Artsen zijn overigens zelf de strengste rechter, juristen zijn naar mijn ervaring milder. De meeste klachten gaan over communicatie. Dat zet je wel aan het denken. Zelf probeer ik de communicatie met patiënten goed en zo scherp mogelijk te houden. Ik kan elke geneeskundestudent aanbevelen om eens te gaan kijken bij een tuchtcollege. Dat kan heel verhelderend zijn.’
Zorgt je bijbaan voor een andere kijk op de geneeskunde in vergelijking met medestudenten?
‘Ik ben inderdaad wel meer gespitst op alle juridische aspecten van het medisch handelen. Waarschijnlijk vraag ik me sneller af of iets ‘wel mag’. Maar of dat alleen met mijn bijbaan heeft te maken, dat weet ik niet. Misschien komt het ook wel omdat ik wat ouder ben dan de gemiddelde coassistent.’
Moet je ook een toga aan?
‘Nee, dat hoeft bij het tuchtcollege niet. Daar heeft iedereen een pak aan.’
En dan de inkomsten.
'Ik mag niet klagen. Het is een leuk zakcentje, maar niet genoeg om mijn studie te bekostigen. Daar werk ik te onregelmatig voor.’
Ga je in de toekomst nog iets met je rechtenstudie doen?
‘Ik weet heel zeker dat ik niet als jurist aan het werk wil, maar als dokter. Maar ik ben wel coauteur van een studiepocket over gezondheidsstrafrecht. Op die manier zal ik wel met rechten bezig blijven.’
Meer bijbanen
- Er zijn nog geen reacties
