Nieuws
Eva Kneepkens
Ilse Kleijne
Ilse Kleijne
4 minuten leestijd
Achter het nieuws

‘Met een dergelijk strafblad kan niemand arts worden’

De Geneeskundestudent voorstander van verplichte verklaring omtrent gedrag (vog) voor studenten

7 reacties
Remko de Waal /ANP
Remko de Waal /ANP

Er zijn enkele handvatten om in te grijpen als studenten geneeskunde binnen of buiten de opleiding gedrag vertonen dat niet rijmt met wat er van artsen wordt verwacht. Maar de vraag is of die in de praktijk werken.

De van het ­Rotterdamse schietincident verdachte geneeskundestudent Fouad L. bleek eerder te zijn veroordeeld voor dieren­mis­handeling en lijkt te hebben geworsteld met zware mentale problemen. Als opleiding sta je voor een ­‘ingewikkeld dilemma’ in het ‘enkele geval dat een student stelselmatig gedrag vertoont dat hem/haar ongeschikt maakt voor het bepaalde beroep, maar dat zelf niet inziet.’ Dat constateert Marjolein van de Pol, directeur van de opleiding geneeskunde aan het Radboudumc en voorzitter van de ­landelijke beroepsgroep, bij monde van een woordvoerder.

Van de Pol wijst erop dat de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek ‘het blijven ­aanbieden van onderwijs en toetsingsmogelijkheden gebiedt’. ‘Binnen de geneeskunde­opleiding vindt een groot deel van de opleiding in de masterfase plaats in de praktijk van de zorg voor (kwetsbare) patiënten. Opleiding en zorg zijn hier sterk verweven.’ Maar ‘hiervoor zijn geen aparte richtlijnen, of toepasbaar ­wettelijk kader’.

Judiceum abeundi

Als een student structureel onprofessioneel gedrag vertoont, kunnen examencommissies het zogenaamde judiceum abeundi (JA-traject) inzetten. Maar die optie ‘is in de praktijk moeilijk toepasbaar en vraagt veel tijd, omdat de examencommissie moet bewijzen dat een patiënt in gevaar is gebracht’, aldus Van de Pol.

Het judicium abeundi mag in ieder geval wel worden toegepast bij studenten die mentale problemen hebben, licht Sebastiaan Pronk, jurist-lid van de Commissie professioneel gedrag van de geneeskundefaculteit MUMC+, desgevraagd toe. Hij wijst erop dat de wetgever in de memorie van toelichting bij de wetgeving hierover zegt: ‘Het probleemgedrag kan zich uiten in (seksuele) intimidatie, agressie, geweld of algemeen disfunctioneren ten gevolge van een ernstige persoonlijkheidsstoornis. Er is dan geen sprake van fysieke, maar van morele ongeschiktheid voor het beroep.’

Het Protocol Iudicium Abeundi van de NFU (Nederlandse Federatie van Universitair ­Medische Centra) voegt daaraan toe dat onder die morele ongeschiktheid ook ‘psychische ongeschiktheid’ kan worden verstaan.

Informatie verstrekken

De examencommissie van het Erasmus MC ontving in mei dit jaar informatie uit het ­privéleven van Fouad L. van het OM, op grond van justitieel onderzoek. Het OM heeft via de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens ruimte om dit te doen. Er moet wel sprake zijn van ‘zwaarwegend algemeen belang’, ­bijvoorbeeld het handhaven van orde en ­veiligheid, of voor het kunnen beoordelen of er een tuchtrechtelijke maatregel nodig is.

Er is vastgelegd aan wie en in welke gevallen het OM dat mag doen. Opleidingsinstanties vallen onder de partijen aan wie informatie mag worden verstrekt. En het OM mag ­meewegen dat het gaat om verdenking of ­veroordeling rond een strafbaar feit ‘waarvan duidelijk is dat twijfels kunnen doen rijzen over behoorlijk (beroepsmatig) functioneren’. Of dat iemands handelen ‘de integriteit van de beroepsgroep aantast’.

Aan de bel trekken

‘Stel je eens voor dat die ruimte er niet was. Als achteraf was gebleken dat het OM deze informatie had, maar niet aan de bel had getrokken’, reageert universitair hoofddocent strafprocesrecht Joep Lindeman van de ­Universiteit Utrecht, ‘dan had dat vermoedelijk ook tot vragen geleid.’

Deze bevoegdheid wil niet zeggen dat het OM op de stoel van een examencommissie gaat zitten, benadrukt Lindeman, zelf lid van een rechten-examencommissie. ‘Maar het OM kan informatie die het echt zorgelijk vindt, geven aan degenen die nadenken over de vraag of iemand wel of geen artsenbul moet krijgen.’

Alternatieven

Geneeskundefaculteiten beschikken zelf nog wel over alternatieven voor een JA-traject, licht de Radboudumc-woordvoerder namens Van de Pol toe. ‘Wanneer een student ernstig ontoelaatbaar gedrag vertoont kan hem de toegang tot een instelling worden ontzegd zodat hij geen stage kan lopen en dus ook geen diploma kan krijgen.’

Verklaring omtrent gedrag

Een andere mogelijkheid is een verplichte verklaring omtrent gedrag (vog) voor geneeskundestudenten. Dat is een optie waar de opleidingsdirecteuren van geneeskundefaculteiten ‘zeker nader naar kijken’, aldus Van de Pol. Want opleidingen hebben ‘behoefte aan adequate mogelijkheden om actie te onder­nemen in de uitzonderlijke situaties dat ­goede begeleiding van onze studenten niet toereikend is.’ Een vog zou dan ‘periodiek ­tijdens de studie, en voorafgaand aan de start van de opleiding’ kunnen worden gevraagd.

Sommige ziekenhuizen vragen al een vog van geneeskundestudenten als ze daar coschappen gaan lopen. De kersverse voorzitter van De Geneeskundestudent (DG) Hajar Rotbi hoort via haar netwerk van medebestuurs­leden en geneeskundestudenten dat dit nog ‘weinig structureel’ gebeurt. De regio ­Maastricht lijkt de enige te zijn waar dit wel structureel gebeurt, ‘voorafgaand aan de coschappen en de meeste ziekenhuizen doen dat ook nog als de student start in dat ziekenhuis’, aldus Rotbi. ‘DG beveelt het verplicht stellen van een vog met het screeningsprofiel ‘Gezondheidszorg en welzijn van mens en dier’ sterk aan op alle medische faculteiten aan de start van de opleiding geneeskunde, evenals periodiek gedurende de opleiding. ‘Een vog kan namelijk helpen bij het identificeren van studenten die een potentieel risico vormen voor de veiligheid van patiënten ­alsmede hun families, medestudenten, ­docenten en collega’s. De faculteiten zouden die vog moeten regelen en de kosten moeten vergoeden.’

‘De Geneeskundestudent beveelt een verplichte vog sterk aan’

Strafblad

Een woordvoerder van Justis, de autoriteit van het ministerie van Justitie en Veiligheid dat vog-screenings uitvoert, licht toe dat een veroordeling tot een taakstraf van veertig uur voor dierenmishandeling – zoals bij Fouad L. – niet zonder meer tot een weigering van de vog leidt. Een beoordeling is volgens de woordvoerder sowieso ‘maatwerk’, waarbij verschillende zaken worden meegewogen: of er (herhaaldelijk) sprake is van een strafbaar feit, de zwaarte van de veroordeling, hoe lang iets geleden is, of er een risico voor de samenleving bestaat en het doel waarvoor een vog wordt aangevraagd.

Behaalde studieresultaten van geneeskundestudenten blijven wisselend geldig: sommige in principe onbeperkt, maar vaak beperkt tot drie à vijf jaar. Bij het Erasmus MC, waar vijf jaar de standaard is, bestaat in ieder geval geen twijfel meer of Fouad L. na de gebeurtenissen in Rotterdam ooit nog ergens zijn ­artsenbul kan halen. ‘Het mag duidelijk zijn dat er geen vervolg wordt gegeven aan de ­artsenopleiding’, aldus een woordvoerder. ‘Met een dergelijk strafblad kan niemand arts worden.’ 

Luistertip: in MC de podcast afl. 76 een gesprek met Hajar Rotbi, de nieuwe voorzitter van De Geneeskundestudent.

Lees ook:
Achter het nieuws Rotterdam
  • Eva Kneepkens

    Eva Kneepkens is arts en promoveerde binnen de reumatologie. Na een postacademische cursus wetenschapsjournalistiek en een stage bij de Volkskrant koos ze voor het journalistieke pad. Ze schrijft voor Medisch Contact onder andere over wetenschap, tuchtzaken en inrichting van zorg.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • A. van de Linde

    huisarts

    Excuses voor de late reactie. U schreef een goed artikel en ik ben het mee eens dat (betere) controle nodig is. Een VOG zou daarvoor kunnen dienen en lijkt de oplossing. Helaas blijkt dat er vaker VOG's verstrekt worden of getoond worden waar dat ni...et mogelijk zou moeten zijn, voorbeelden o.a. uit de zorg (jeugdzorg) en onderwijs. Wat dus vraagt om een striktere beoordeling en registratie van het bestaande systeem.

  • B.S. Frelier

    Psychiater , Amsterdam

    Mijn gedachten gaan uit naar nabestaanden van de slachtoffers en ooggetuigen van het schietincident in Rotterdam. Maar ook naar de honderden medestudenten, stagebegeleiders, buurtbewoners en familieleden van verdachte Fouad L. die zich misschien nu p...ijnigen over de vraag: had ik iets kunnen doen?

    Het artikel ‘Met een dergelijk strafblad kan niemand arts worden’ zet de formele wegen die bewandeld kunnen worden op een rijtje, zoals het verplichtstsellen van een verklaring omtrent gedrag (vog) voor geneeskundestudenten of de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens die het OM ruimte biedt om onderwijsinstellingen te informeren. Ook kan een student wanneer deze ernstig ontoelaatbaar gedrag vertoont de toegang tot een instelling worden ontzegd.

    Examencommissies kunnen het zogenaamde judiceum abeundi (JA-traject) inzetten bij structureel onprofessioneel gedrag of bij studenten met mentale problemen. ‘Het probleemgedrag kan zich uiten in (seksuele) intimidatie, agressie, geweld of algemeen disfunctioneren ten gevolge van een ernstige persoonlijkheidsstoornis’. Ik lees niet dat dit voor psychose of ernstige vormen van autisme geldt. Zelf zou verdachte over alcoholisme en depressies schrijven op internet. Deze ziektebeelden kunnen ook voor flinke escalatie zorgen, weten we door calamiteiten uit het verleden.

    Aangezien verdachte al bij justitie bekend was, mis ik in het huidige artikel de optie van een reclasseringsrapportage, pro justitia rapportage of een verwijzing of aanmelding bij een forensische polikliniek. Dit laatste kan binnen verplicht kader maar ook op vrijwillig basis.
    Op een forensisch-psychiatrische polikliniek worden mensen behandeld die dader zijn van (ernstige) misdrijven of die hiermee dreigen. Het maken van een risicotaxatie van het gedrag, zicht krijgen op (on)veiligheid en het behandelen van psychiatrische problemen die kunnen leiden tot gevaarlijke situaties, zijn de voornaamste taken.

    Sinds 2009 werk ik op zo’n polikliniek. Omdat ik veel te maken heb (gehad) met mensen die gevaarlijk gedrag vertonen of gevaarlijke uitspraken doen, schreef ik een artikel voor Medisch Contact over homicidaliteit, ‘dreigen met moord; fantasie of realiteit’. Directe aanleiding voor het schrijven van dit artikel was het verschijnen van het boek Vrienden van Tim Krabbé over zijn vermeende vriendschap met Ferdi E, de moordenaar van Gerrit Jan Heijn. Uit een postuum risicotaxatie (psychologische autopsie zo u wilt) bleek dat E. juist een zeer homicidale (moordlustige) man was voorafgaand aan de moord op Heijn.

    Een juiste risicotaxatie of aan de bel trekken leidde in Rotterdam cynisch genoeg tot een zeer onfortuinlijke uitkomst. Voorafgaand aan het Rotterdamse drama merkte buurtbewoner en latere slachtoffer Marlous zijn gevaarlijke gedrag op en was zo moedig om aangifte te doen. Zij en haar dochter moesten het met de dood bekopen.

  • P.J. Mitra

    arts en jurist, onafhankelijk medisch adviseur ArtsTotaal, Schaijk

    Dit artikel valt bijna niet los te zien van de recente, zeer trieste gebeurtenissen in Rotterdam. Desalniettemin ga ik toch een algemene reactie te geven, die nadrukkelijk niet specifiek daar betrekking op heeft, wel op de beoogde schendingen van dem...ocratische grondrechten van alle studenten, waar ik als (eveneens) opgeleid jurist toch wel van schrik.

    "(...) Het judicium abeundi mag in ieder geval wel worden toegepast bij studenten die mentale problemen hebben, licht Sebastiaan Pronk, jurist-lid van de Commissie professioneel gedrag van de geneeskundefaculteit MUMC+, desgevraagd toe. Hij wijst erop dat de wetgever in de memorie van toelichting bij de wetgeving hierover zegt: ‘Het probleemgedrag kan zich uiten in (seksuele) intimidatie, agressie, geweld of algemeen disfunctioneren ten gevolge van een ernstige persoonlijkheidsstoornis. Er is dan geen sprake van fysieke, maar van morele ongeschiktheid voor het beroep.’ (...)"

    Opvallend, dat deze collega-jurist niet toelicht, dat de examencommissie geen behandelrelatie heeft met de student, noch inzage heeft, of mag verlangen, laat staan eisen, in het respectievelijke medisch dossier. Studenten hoeven in beginsel ook niet zonder meer mee te werken aan verdere diagnostiek, net als normale mensen. En dankzij vakken als Gezondheidsrecht zijn ze zich ook steeds meer bewust van de patiëntrechten (gelukkig maar), die natuurlijk ook voor henzelf opgaan.

    En alhoewel het stellen van een diagnose geen voorbehouden handeling is en daarmee de betrokkene juridisch gezien niet eens een uitgebreide, of enige analyse op GGZ-gebied zou hoeven ondergaan, spreekt voor zich, dat een examencommissie zich ook niet achter een dergelijk argument zou kunnen verschuilen.

    Zolang er dus niet wordt voldaan aan de cumulatieve vereisten als gesteld in de MvT, namelijk
    1. er moet sprake zijn van algemeen dysfunctioneren (niet makkelijk te objectiveren en bewijzen als de student elders ook voldoende tot goede resultaten haalt of heeft gehaald, aannemelijkheid is niet voldoende) als direct gevolg van
    2. een door een voldoende bevoegd en ter zake bekwaam arts vastgestelde persoonlijkheidsstoornis naar DSM-5
    3. die aanwezig is op het moment van bewezen algemeen dysfunctioneren en
    4. deze persoonlijkheidsstoornis bovendien moet van dusdanige ernst zijn, dat de kwalificatie 'ernstig' (niet nader omschreven, op zich al lastig zonder rechterlijke toets) dusdanig gepast is, dat dit rechtvaardiging oplevert voor het inzetten van het iudicium abeundi in het betreffende stadium van de studie, is een beroep op deze juridische 'dode letter' dus precies wat deze term ook impliceert: in de regel kansloos.

    Daarentegen is het wel een goed idee om geen ongeschikte artsen te creëren, te beginnen door tijdig te signaleren en begeleiding aan te bieden en niet ondertussen ook aan co-schappen te laten beginnen, of althans dat snel laten beëindigen. Maar dan wel ook met perspectief op wat anders.

    Misschien is het ook goed te beseffen: arts worden is in Nederland gekoppeld aan het verwerven van de artsenbul, die weer (uitgaande van opleiding in Nederland) gekoppeld is aan de geneeskunde-master (M.Sc.) behalen.

    Regel dat die absolute koppeling los wordt gelaten en je geeft die studenten wel de master waar ze, indien behaald, op grond van studiepunten recht op hebben (en daarmee carrièreperspectief elders, studieschuldkwijtschelding etc), maar de maatschappij ook niet de arts waar zij niet recht op heeft. Het voorgaande speelt naar mijn idee zeker mee in of een student alsnog door wordt gelaten ondanks onvoldoende prestaties, omdat anders de consequenties te hoog kunnen zijn. Denk maar aan de enorme studieschuld en geen opleiding in handen, bij gemiddeld toch al een jaar uitloop boven de norm van zes jaar.

    VOG'en aan het begin van de studie is verder niet meer dan een pleister op de wond; daar komen lichtere vergrijpen niet op en daarbij is het ook een momentopname. Bovendien moet er een voldoende juridische grond zijn om die te verlangen. Aangezien je in de bachelor nog maar beperkt, laat staan zelfstandig, patiënten ziet zonder adequate supervisie (mogen we hopen), twijfel ik of dat daarmee wel voldoende grond is om er een aan het begin van de studie te verlangen.

    Als men op zoek is naar de meest geschikte personen om arts te worden (en niet enkel de op papier meest geschikte om door de opleiding te komen), wellicht is het dan een goed idee te overwegen, dat ook mensen met minder dan een 8-8.5 gemiddeld, die bijvoorbeeld hun aandacht elders hadden tijdens hun periode op de middelbare school, prima, zo niet betere artsen van de toekomst kunnen worden en ook een betere afspiegeling van onze maatschappij. Reden dan dus, om daar de voorselectiecriteria op aan te passen.

    [Reactie gewijzigd door Mitra, Peter John op 13-10-2023 14:59]

  • E. Wannee

    Forensisch arts

    Ik was al een aantal jaren werkzaam als forensisch arts toen ik mij afvroeg waarom mij nog nooit om een VOG was gevraagd. Ik bezocht beroepshalve (zware) criminelen in politiecellen, ik ben nooit gefouilleerd en mijn dokterskoffertje hoefde ik nooit ...te laten inkijken door politiemensen. Het zou voor mij kinderlijk eenvoudig zijn om een wapen, telefoon, briefjes of wat dan ook een cel in of uit te smokkelen.
    Zodoende stelde ik de vraag aan het hoofd van een arrestantencomplex, die beweerde dat niemand hier binnen kwam zonder een VOG. Wel dus! Hij was er blindelings van uit gegaan dat mijn werkgever, de GGD, van elke forensisch arts een VOG zou eisen. Zodoende toog ik naar de directeur van mijn GGD. Deze was er blindelings van uit gegaan dat de politie zelf wel zou screenen wie ze binnen zou laten. Niet dus.
    Zo stelde ik mij de vraag welke van beide partijen verantwoordelijk was voor het controleren van de integriteit van de forensisch arts. Ik stelde deze vraag aan rijksoverheid.nl. Men zou het uitzoeken. Een half jaar later stelde ik die vraag nogmaals aan rijksoverheid.nl en toen dat weer een half jaar later nog steeds geen reactie had opgeleverd heb ik er achteraan gebeld. Het antwoord was dat dit niet in de wet- of regelgeving is vastgelegd, en dat beide partijen dat onderling moesten uitzoeken.
    Ik heb het beide partijen laten uitzoeken. Ze spraken af dat de GGD voortaan een VOG verplicht zou stellen.
    Zo werd uiteindelijk toch getoetst of ik wel te vertrouwen was met mijn koffertje in de politiecel. Gelukkig heb ik die toets probleemloos doorstaan.

    • M. Sonnenberg

      huisarts, Renswoude

      Ik werk nogal wat ANW-diensten voor FMMU/medtzorg die ook hun ANW-dienstverlening aanbieden aan DJI. Daar mag ik ook jaarlijks/2-jaarlijks een VOG aanvraag doen om te laten zien dat ik nog 'akkoord' ben. Die gaat dan via justitie en het kantoor terug... in mijn persoonlijk archief. Het lijkt me dat justitie in eerste aanleg verantwoordelijk is voor goede afspraken hieromtrent te maken met hun partners. dat daar zo lang over gedacht is, past binnen mijn persoonlijk beeld van de overheid... (niet de snelste organisaties)

  • R. de Groot

    Student, Utrecht

    Zouden wel eerst heel kritisch moeten kijken of het doel wat we willen bereiken hiermee gehaald wordt. Hoe goed kan een VOG een geschikte arts selecteren? Vind het nogal voorbarig om dit sterk aan te bevelen. Zeker omdat de aanleiding een zeer ernsti...ge, maar toch, incidentele gebeurtenis is. Hoeveel problemen zijn er eigenlijk met ongeschikte/corrupte dokters? Laten we dat eerst eens onderzoeken voordat we mensen vanwege hun achtergrond en psychische gesteldheid uitsluiten van de opleiding.

    • E. Wannee

      Forensisch arts

      Een VOG beoogt niet om een geschikte arts te selecteren. Het beoogt wel bekende rotte appels uit de schaal te vissen.

      Zou iemand willen dat iemand die veroordeeld is wegens kindermisbruik, kinderarts kan worden, alleen omdat zijn antecedenten niet... werden nagetrokken?
      De aanleiding kan dan wel zijn dat het hier een incidentele gebeurtenis is, maar hoeveel 'incidentele' gebeurtenissen zijn er dan nodig om wèl maatregelen te treffen?

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.