Nieuws
Nieuws

Geneeskundeopleidingen Maastricht, Groningen en VU toppers

Plaats een reactie
Hollandse Hoogte
Hollandse Hoogte

De geneeskundeopleidingen in Maastricht, Groningen en aan de Vrije Universiteit (VU) zijn het best beoordeeld tijdens de nieuwste visitatierondes. Dat blijkt uit een vergelijking van de visitatierapporten op de website van accreditatieorganisatie NVAO door Medisch Contact.

De rapporten zijn eind 2018 online verschenen na visitatiebezoeken in 2017. De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) oordeelde dat alle acht Nederlandse geneeskundeopleidingen voldoen aan de voorwaarden. De organisatie heeft ze weer voor zes jaar accreditatie verleend, tot november 2024. De opleidingen werden voor de zesde maal gevisiteerd, voor het laatst was dat gebeurd in 2012. Ook de master arts, klinisch onderzoeker in Utrecht en Maastricht en de Saba University School of Medicine werden tegen het licht gehouden en kregen accreditatieverlenging. 

Maastricht, Groningen en de VU behaalden alle drie voor zowel hun bachelor- als de masteropleiding het oordeel ‘goed’. Utrecht en Nijmegen kregen een voldoende voor de bachelor en een goed voor de masteropleiding. Rotterdam, Leiden en de Universiteit van Amsterdam scoorden voor hun bachelors en masters een voldoende. Een panel van vooral medici onder leiding van oud-reumatoloog en voormalig rvb-voorzitter van het LUMC, Ferry Breedveld, beoordeelde de opleidingen onder meer op de door de opleidingen geschreven ‘kritische reflectie’ en een selectie van eindwerken. Tijdens het bezoek sprak deze commissie met studenten, docenten en begeleiders, inhoudelijk en formeel verantwoordelijken, alumni en leden van de opleidings- en examencommissie. Ook konden studenten en docenten langskomen op een open spreekuur.  

In de rapporten geeft de commissie een oordeel over de eindkwalificaties, leeromgeving en toetsing. Groningen springt eruit met ‘excellente’ leerdoelen die de Groningse dokter als ‘change agent’ laten inspelen op de veranderende zorg van de eenentwintigste eeuw. ‘Het panel is erg positief over het geschetste, sterk toekomstgerichte profiel van de Groningse arts dat inmiddels internationale erkenning geniet. Het vindt dit maatschappelijk relevant en bovendien goed wetenschappelijk onderbouwd’, aldus het rapport. 

De leeromgeving, dus de manier waarop het onderwijs wordt aangeboden, blijkt de achilleshiel van de Nederlandse geneeskundeopleidingen. Alleen Maastricht en Nijmegen ontstijgen de voldoende en krijgen een goed voor hun bachelor, en Maastricht ook voor de master. Die laatste krijgt een pluim voor het probleemgestuurd onderwijs (PGO). ‘Het panel vindt het zeer prijzenswaardig dat de opleidingen consequent vasthouden aan de internationaal vermaarde Maastrichtse traditie van PGO’, aldus de commissie. 

Op het onderdeel toetsing halen alleen Groningen, de VU en Utrecht voor zowel de bachelor als de master een goed. Opvallend is dat van die drie Utrecht niet meedoet aan de interfacultaire Voortgangstoets (iVGT) waarmee kennisprogressie instellingsoverschrijdend wordt getoetst. Een legitieme keuze, aldus het panel, dat zich er wel over verbaast dat er in Utrecht geen gezamenlijke voortgangstoetsing is voor de reguliere master en de onderzoeksmaster. ‘Hierdoor is geen sprake van objectieve vergelijking van het (kennis)eindniveau dat studenten van beide opleidingen bereiken.’ 

In het eindoordeel roemt de commissie Maastricht, dat erin slaagt de didactische uitgangspunten consequent te vertalen naar werkvormen en toetsing. ‘Er is sprake van een rijke onderwijsleeromgeving, met goed opgebouwde curricula, bevlogen onderwijs-minded stafleden en voorzieningen die het onderwijsconcept adequaat ondersteunen’, aldus de opstellers. Ook Groningen lukt het om zijn ambitie doordacht te koppelen ‘aan de geformuleerde leerdoelen, de gekozen onderwijsvormen en de gehanteerde toetsing’. De VU oogst lof met een samenhangend onderwijsprogramma en het streven om cultuursensitieve dokters op te leiden. Ook over de Nijmeegse inspanningen is de commissie enthousiast vanwege het ‘toekomstgerichte profiel dat logisch voortvloeit uit de Radboudumcbrede missie van innovatie en persoonsgerichte zorg.’ 

Het visitatiepanel heeft in opdracht van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) ook een ‘state of the art’-rapport geschreven over de stand van zaken en uitdagingen voor de geneeskundeopleidingen. De organisatie gaat hieruit putten bij het herzien van het Raamplan Artsopleiding 2009, dat beschrijft waaraan de geneeskundeopleidingen moeten voldoen. Het nieuwe raamplan moet eind dit jaar klaar zijn.  

Lees ook

Eindoordelen Visitatierapporten (voor de opleidingen die hoger scoorden dan ‘voldoende’ is het oordeel toegelicht) 

 

Universiteit Maastricht 

‘Het panel is onder de indruk van de Maastrichtse Geneeskunde opleidingen. Een bijzonder sterk punt van beide opleidingen is het onverminderd actuele, internationaal befaamde onderwijsconcept van probleem gestuurd onderwijs dat voor een belangrijk deel aan de Maastrichtse Medische Faculteit ontwikkeld is. Door de aan het PGO ontleende didactische uitgangspunten op een consequente wijze te vertalen naar werkvormen en toetsing wordt zowel in de bachelor- als in de masteropleiding een bewonderenswaardige constructive alignment gerealiseerd. Er is sprake van een rijke onderwijsleeromgeving, met goed opgebouwde curricula, bevlogen onderwijs-minded stafleden en voorzieningen die het onderwijsconcept adequaat ondersteunen. Het panel prijst de beslissing om het competentiegerichte opleiden door te trekken naar de toetsing. Het inmiddels geïmplementeerde programmatische toetssysteem getuigt van ambitie en een toekomstgerichte blik. Het panel heeft er vertrouwen in dat de opleiding de kinderziektes in dit nieuwe systeem het hoofd zal weten te bieden.’ 

Bacheloropleiding Geneeskunde: ‘goed’ 
Masteropleiding Geneeskunde: ‘goed’ 

Universiteit Groningen

 ‘Met curriculum G2020 heeft de Rijksuniversiteit Groningen een innovatief, evidence based curriculum neergezet waarin de beoogde ambitie - het opleiden van artsen die de zorg van de toekomst mede kunnen vormgeven - op doordachte wijze gekoppeld is aan de geformuleerde leerdoelen, de gekozen onderwijsvormen en de gehanteerde toetsing. Tijdens de visitatie constateerde het panel bij alle betrokken partijen - studenten, docenten, vertegenwoordigers van de affiliaties - een groot gedeeld enthousiasme voor het nieuwe bachelorcurriculum. Het panel gaat ervan uit dat deze sterke lijn wordt voortgezet in de nog door te voeren wijzigingen in de masteropleiding.  

Het grootste aandachtspunt dat het panel voor beide opleidingen signaleert is het inmiddels nijpende capaciteitsgebrek, als gevolg waarvan soms concessies moeten worden gedaan bij de invulling van het onderwijs en wachttijden voor coschappen oplopen. Het panel hoopt dat de opleidingen zich in de komende periode sterk maken om kwaliteitsverlies als gevolg van capaciteitsproblematiek koste wat kost te voorkomen.’ 

Bacheloropleiding Geneeskunde: ‘goed’ 
Masteropleiding Geneeskunde: ‘goed’ 

Vrije Universiteit 


‘VUmc wil zelfverzekerde, reflectieve en competente dokters opleiden met een hart voor en een open blik naar de samenleving. Het panel heeft vastgesteld dat dit mooie onderscheidende profiel is uitgewerkt in een degelijk onderwijsprogramma. De laatste jaren is zichtbaar geïnvesteerd in de samenhang in het curriculum, met name de integratie van onderwijslijnen in de cursussen. In beide opleidingen is de aandacht voor academische vorming en culturele competenties een sterk punt. Het panel is onder de indruk van de zorgvuldige procedures en de mooie procesbeschrijvingen die het onderwijs ondersteunen. Ook is het te spreken over de introductie van Team Based Learning in het derde bachelorjaar en de just in time voorbereiding van masterstudenten. Het mooi vormgegeven onderwijs in academische vorming leidt tot kwalitatief goede eindproducten. Er wordt zorgvuldig getoetst en het competentiegerichte opleiden komt goed uit de verf in de masterportfolio’s. Hoewel het panel positief is over de inhoudelijke opbouw van het curriculum, vindt het de didactische vormgeving van beide programma’s nog vrij traditioneel en docent gecentreerd. Wat het panel betreft is de tijd rijp om de uitgangspunten met betrekking tot longitudinaal beoordelen en het toegroeien naar self-directed learning steviger door te voeren. Een opleidingsbrede visie voor beide programma’s die breed wordt uitgevoerd zou, in deze stevige en zorgvuldig opererende organisatie, een succesnummer kunnen zijn.’ 

Bacheloropleiding Geneeskunde: ‘goed’ 
Masteropleiding Geneeskunde: ‘goed’ 

Radboud Universiteit Nijmegen 


‘Het panel vindt dat Nijmegen in de afgelopen jaren prijzenswaardige stappen heeft gemaakt in de verdere verbetering van de Geneeskunde opleidingen. Aan de basis van de vernieuwende Nijmeegse leeromgeving staat een erg mooi, toekomstgericht profiel dat logisch voortvloeit uit de Radboudumcbrede missie van innovatie en persoonsgerichte zorg. Voor de didactische uitgangspunten van het nieuwe bachelorcurriculum en de vertaling daarvan in het curriculum spreekt het panel veel lof uit. Hoewel structurele veranderingen altijd inspanning en tijd nodig hebben om volledig in te dalen in een organisatie, bemerkte het panel bij de betrokken studenten en docenten nu al een groot enthousiasme en veel commitment - zelfs al ervaren zij in de dagelijkse onderwijspraktijk nog hinder van de logistieke uitdagingen waarvoor de organisatie zich geplaatst ziet. Volgende stappen zijn wat het panel betreft om het profiel van de Radboudarts door competentiegericht opleiden sterker te laten benadrukken in de - nu al kwalitatief hoogstaande - masteropleiding, en om de didactische uitgangspunten meer te laten doorwerken in het systeem van toetsing van beide opleidingen. Het panel betreurt dat zijn enthousiasme over het nieuwe curriculum (nog) niet sterker tot uitdrukking komt in het eindoordeel voor de bacheloropleiding. Het panel heeft er vertrouwen in dat Nijmegen door vast te houden aan de eigen uitgangspunten in de komende jaren ook het gerealiseerd (wetenschappelijk) eindniveau zal weten te verhogen.’ 

Bacheloropleiding Geneeskunde: ‘voldoende’ 
Masteropleiding Geneeskunde: ‘goed’ 

Universiteit Utrecht 

Het panel is van mening dat de Utrechtse opleidingen met de introductie van longitudinale coschappen, beoordeling aan de hand van EPA’s en de mogelijkheid tot profilering voor laatstejaars masterstudenten een aantal aantrekkelijke elementen aan - met name de klinische fase van - hun curricula hebben toegevoegd. Voor de uitgangspunten van CRU+, zoals de toegenomen aandacht voor de patiënt en diens zorgpad, heeft het panel grote sympathie. Het panel twijfelt eraan of alle geplande vernieuwingen ook in de beoogde vorm te realiseren zijn. Uit de eerste proefnemingen kwamen grote organisatorische uitdagingen naar voren. Het panel hoopt dat de opleidingen erin zullen slagen deze het hoofd te bieden.   

 Een algemeen aandachtspunt vindt het panel de constructive alignment van ambities, leerdoelen, werkvormen en toetsing. Het is het panel niet volledig duidelijk geworden hoe het profiel van de ‘verantwoordelijke arts’ doorwerkt in de gestelde leerdoelen, de gekozen werkvormen en de gehanteerde toetsvormen. Het panel geeft de opleidingen in overweging om deze elementen op meer strategische wijze met elkaar te verbinden en dit verband ook te expliciteren, zodat de uitgangspunten van het nieuwe curriculum breed indalen in de organisatie.  

Bacheloropleiding Geneeskunde: ‘voldoende’ 
Masteropleiding Geneeskunde: ‘goed’ 

Universiteit van Amsterdam 

Bacheloropleiding Geneeskunde: ‘voldoende’ 
Masteropleiding Geneeskunde: ‘voldoende’ 

Universiteit Leiden 


Bacheloropleiding Geneeskunde: ‘voldoende’ 
Masteropleiding Geneeskunde: ‘voldoende’ 

Universiteit Rotterdam 

Bacheloropleiding Geneeskunde: ‘voldoende’ 
Masteropleiding Geneeskunde: ‘voldoende’ 

Nieuws opleiding
  • Eva Nyst

    Eva Nyst werd geboren in Australië en groeide op in Middelburg. Ze studeerde filosofie en theologie aan de Universiteit van Amsterdam en werkte twee jaar als journalist bij De Volkskrant. Van 2001 tot 2022 was ze in dienst bij Medisch Contact. Sindsdien is zij werkzaam bij de KNMG als beleidsadviseur.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.