Nieuws
Hilko Swank
2 minuten leestijd

Contact in den vreemde

Plaats een reactie

‘Bongu! Ifta g’halek jekk-joghebok’. Een woordje Maltees praten is soms noodzakelijk als je op je verpleeghulpstage bij een patiënt medicijnen wilt toedienen. ‘Goedemorgen! Mond open, alstublieft’, is een van de dingen die ik al snel kon zeggen tegen de patiënten van het Zamitt Clapp Hospital in San Giljan, een geriatrisch ziekenhuis op Malta.

Als eerstejaars geneeskundestudent was ik op zoek naar een leuke stageplaats op een warme bestemming. De stagebegeleiding op het AMC was bepaald niet enthousiast over Malta: lang niet iedereen spreekt er Engels en menselijk contact is wel een van de leerdoelen. Bovendien bevonden het strand en de honderden bars zich veel te dicht bij het ziekenhuis.

Uitdaging
Geholpen door de bijzonder vriendelijke staf van de kleine rehabilitatiekliniek (60 bedden), had ik al snel mijn draai gevonden en kon ik alle ‘medische’ handelingen zowel in het Engels als in gebrekkig Maltees uitleggen. De handelingen bestonden uit het verschonen en verzorgen van de patiënten en uiteraard het menselijk contact. Ik kwam erachter dat dit laatste een ware uitdaging was.
Ik had veel contact met Paul V., een dementerende man, van wie ik verwachtte dat hij snel zou overlijden. Zelf dacht hij daar anders over. Als we hem omdraaiden, schrok hij wakker en begon te schreeuwen. ‘Leave me alone, you bastards! Leave me alone or I will kill you! Leave me. Leave me in peace!’ Eenmaal tot bedaren gekomen, veranderde hij van toon: ‘I love you! What can I do here? What can I do but pray? Where will I stay tonight? Will I stay here or go back to Mellieha?’
Mijn andere uitdaging was Miriam Z., een paranoïde vrouw van een kilo of honderd. Ze vertelde me elk uur dat ik de enige was die zij vertrouwde. Ik kwam erachter dat haar dosering sertraline (Zoloft) was teruggebracht en dat dit mogelijk haar gedrag verklaarde. Ook met deze informatie bleef ik me verbazen over alle complotten die ze in het gedrag van het verplegend personeel had geobserveerd. Op een dag toen de gordijnen openstonden, vertelde ze me: ‘They are doing it again! They are all against me and left the curtains open... They want me to leave this hospital! You are the only one I can trust and they are all keeping you away from me...’
Mijn derde probleemgeval was Veronica M., een vrouw die ernstig de kluts kwijt was en voortdurend gekke bekken trok. Ik ontdekte dat zij het erg waardeerde als ik ook gekke bekken trok. Ze leek er compleet gelukkig mee. Vaak liep ze weg van haar ziekenzaal, zodat ze af en toe aan haar bed moest worden vastgebonden. Regelmatig hoorde ik: ‘Shit we lost a patient’. En dan kon ik weer op zoek naar Veronica. En als ik haar dan had gevonden, begeleidde ik haar al gekke bekken trekkend terug naar haar bed. 

Alledaagse vrolijkheid
De keerzijde van het werk in een geriatrisch ziekenhuis is dat veel patiënten overlijden. Dat vond ik moeilijk te verkroppen: de patiënt die je gisteren nog met veel moeite naar de fysiotherapeut had gesleept, kun je de volgende morgen dood in zijn bed aantreffen - met de priester er biddend naast. Zelfs het ontslag van patiënten kon vervelend zijn: het voelde als afscheid nadat je iemand wekenlang intensief had meegemaakt.
Grote bewondering had ik voor het vaste personeel dat zo vaak vrienden moesten maken en verliezen. Er heerste een alledaagse vrolijkheid en zorgzaamheid. De dankbaarheid van de patiënten was daar ook naar: ‘Good luck, my student, good luck! And grazi... grazi mille!’

Hilko Swank, derdejaars geneeskundestudent AMC/UvA

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.