Blogs
Albert
2 minuten leestijd
Blog

Dé vraag – aan een 15-jarige…

6 reacties

‘Gewoon vragen’, is het advies van de zaalarts. ‘Je kunt iets zeggen als: stel dat er tijdens de operatie iets met het hart gebeurt, dan neem ik aan dat we moeten gaan reanimeren?’ Ik vind het op zich geen probleem om het reanimatiebeleid van een patiënt uit te vragen, maar in dit geval ligt dat nét even anders. De patiënte in kwestie is namelijk nog een kind.

Tijdens mijn coschap orthopedie mag ik een patiënte van een jaar of 15 opnemen. Zij moet worden opgenomen omdat haar scoliose operatief gecorrigeerd gaat worden. Verder is ze, voor zover ik in de polinotities van de orthopeden kan lezen, helemaal gezond. Toch vindt de zaalarts het belangrijk dat ik het reanimatiebeleid met haar en haar ouders bespreek, want ‘dat hoort er nou eenmaal bij’.

Mij lijkt dat echter wat overdreven. Natuurlijk, het is een grote operatie, maar de kans dat er een ernstige complicatie optreedt is nogal klein, en de kans dat een in essentie gezond 15-jarig meisje dan niet gereanimeerd zou willen worden schat ik nagenoeg nul. Zorgt het bespreken van zo’n onderwerp dan niet alleen voor onnodige ongerustheid? De zaalarts begrijpt mijn punt wel, maar vindt toch dat ik het ‘gewoon’ moet bespreken. ‘Het moet netjes in het dossier worden geregistreerd.’

Aangezien het eenduidige advies van mijn medeco’s in grote lijnen overeenkomt met dat van de zaalarts, besluit ik het dan toch maar ‘gewoon’ te vragen. Ik neem het meisje en haar ouders mee naar de onderzoekskamer, waar een gespannen sfeer hangt. Het meisje kijkt zenuwachtig om zich heen. ‘Ze is bang voor het prikken straks’, zegt de moeder.

Dan begint mijn vragenvuur. Hoe gaat het met je? Ben je nog ziek geweest de afgelopen weken? Heb je ergens wondjes of ontstekingen? Ze beantwoordt netjes al mijn vragen. Ik merk dat ze langzaam maar zeker wat meer ontspant, maar dat geldt niet voor mij. Even overweeg ik helemaal niks over het reanimatiebeleid te vragen, en gewoon tegen de zaalarts te zeggen dat de behandelcode groen is. Niemand hoeft daar ooit achter te komen.

Maar die gedachte verdruk ik snel. In ongeveer dezelfde bewoordingen als die van de zaalarts, stel ik dé vraag. Natuurlijk willen ze dat we reanimeren. Natuurlijk willen ze dat we alles doen. En natuurlijk slaat de vraag in als een bom, is alle spanning en nervositeit gelijk weer terug, en verlaten ze de onderzoekskamer een stuk bedrukter dan ze binnenkwamen.

Weer terug bij de zaalarts lopen we samen de opname door. Alles wordt netjes ingevuld, ook de behandelcode. “Goed gedaan,” zegt de zaalarts tegen me – maar zo voelt het niet. Want hoewel ik heb gedaan wat me was gevraagd, weet ik niet zo zeker of dat wel het juiste was.

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.