Dé vraag – aan een 15-jarige…
6 reacties‘Gewoon vragen’, is het advies van de zaalarts. ‘Je kunt iets zeggen als: stel dat er tijdens de operatie iets met het hart gebeurt, dan neem ik aan dat we moeten gaan reanimeren?’ Ik vind het op zich geen probleem om het reanimatiebeleid van een patiënt uit te vragen, maar in dit geval ligt dat nét even anders. De patiënte in kwestie is namelijk nog een kind.
Tijdens mijn coschap orthopedie mag ik een patiënte van een jaar of 15 opnemen. Zij moet worden opgenomen omdat haar scoliose operatief gecorrigeerd gaat worden. Verder is ze, voor zover ik in de polinotities van de orthopeden kan lezen, helemaal gezond. Toch vindt de zaalarts het belangrijk dat ik het reanimatiebeleid met haar en haar ouders bespreek, want ‘dat hoort er nou eenmaal bij’.
Mij lijkt dat echter wat overdreven. Natuurlijk, het is een grote operatie, maar de kans dat er een ernstige complicatie optreedt is nogal klein, en de kans dat een in essentie gezond 15-jarig meisje dan niet gereanimeerd zou willen worden schat ik nagenoeg nul. Zorgt het bespreken van zo’n onderwerp dan niet alleen voor onnodige ongerustheid? De zaalarts begrijpt mijn punt wel, maar vindt toch dat ik het ‘gewoon’ moet bespreken. ‘Het moet netjes in het dossier worden geregistreerd.’
Aangezien het eenduidige advies van mijn medeco’s in grote lijnen overeenkomt met dat van de zaalarts, besluit ik het dan toch maar ‘gewoon’ te vragen. Ik neem het meisje en haar ouders mee naar de onderzoekskamer, waar een gespannen sfeer hangt. Het meisje kijkt zenuwachtig om zich heen. ‘Ze is bang voor het prikken straks’, zegt de moeder.
Dan begint mijn vragenvuur. Hoe gaat het met je? Ben je nog ziek geweest de afgelopen weken? Heb je ergens wondjes of ontstekingen? Ze beantwoordt netjes al mijn vragen. Ik merk dat ze langzaam maar zeker wat meer ontspant, maar dat geldt niet voor mij. Even overweeg ik helemaal niks over het reanimatiebeleid te vragen, en gewoon tegen de zaalarts te zeggen dat de behandelcode groen is. Niemand hoeft daar ooit achter te komen.
Maar die gedachte verdruk ik snel. In ongeveer dezelfde bewoordingen als die van de zaalarts, stel ik dé vraag. Natuurlijk willen ze dat we reanimeren. Natuurlijk willen ze dat we alles doen. En natuurlijk slaat de vraag in als een bom, is alle spanning en nervositeit gelijk weer terug, en verlaten ze de onderzoekskamer een stuk bedrukter dan ze binnenkwamen.
Weer terug bij de zaalarts lopen we samen de opname door. Alles wordt netjes ingevuld, ook de behandelcode. “Goed gedaan,” zegt de zaalarts tegen me – maar zo voelt het niet. Want hoewel ik heb gedaan wat me was gevraagd, weet ik niet zo zeker of dat wel het juiste was.
DN Baden
SEH-arts KNMG , Utrecht
Denk dat wij als artsen heel vaak vragen stellen of onderwerpen bespreken die vervelend of confronterend zijn voor ons of de patiënt. Nu is dat geen reden om iets niet te doen.
De kans dat een 15-jarige niet wil gereanimeerd worden is zeer klein e...n misschien is daarom de vraag niet erg zinvol. Echter wij verwachten dat er meer ruimte komt voor "advanced care planning" in de zorg en door de reanimatie vraag alleen te stellen bij zeer hoge leeftijd krijg je juist dat deze zeer beladen is. Dus als je het altijd vraagt word het een normale vraag en gaat de beladenheid er misschien ook eens af. Lijkt mij een win-win situatie.
Misschien had de arts-assistent een jonge collega meer kunnen begeleiden, zeker als dit voor de eerste keer was.
Paul van Haaren
, Arts-assistent ouderengeneeskunde
Natuurlijk is het bij een dergelijke patiënt naar de bekende weg vragen, maar ik denk wel dat het goed is om de vraag te blijven stellen. Het is voor patiënten en hun naasten vaak een onverwacht en gevoelig onderwerp, waarbij je formulering heel bela...ngrijk is. Ik vind ook dat er in de opleiding, of in ieder geval mijn opleiding, te weinig aandacht aan wordt besteed.
Zelf steek ik de vraag anders in, ik vraag niet rechtstreeks naar wel of niet reanimeren/beademen/IC/overige beperkingen. Ik leid de situatie in door aan te geven dat we een bepaalde behandeling overeen gekomen zijn, maar dat het voor kan komen dat andere behandelingen nodig zijn die je vooraf niet kunt voorzien of bespreken. Dan vraag of de cliënt om welke reden dan ook bezwaar heeft tegen behandelingen of bepaalde behandelingen niet wil, met de uitleg dat ik wil voorkomen dat er behandelingen uitgevoerd worden die een cliënt achteraf niet gewild had. Vaak vragen mensen om voorbeelden, dan benoem ik de mogelijke beperkingen. Zo leg je de regie bij de cliënt en benadruk je dat je het doet in het belang van de cliënt. Ik merk zelf dat dit veel minder vaak weerstand oproept en dat het veel makkelijker is om een open gesprek aan te gaan over beperkingen in behandeling en om mensen hier informatie over te geven.
Noud Buenen
SEH arts, Eindhoven
Ik krijg buikpijn bij het lezen van deze column. Waarom zouden we deze vraag stellen aan onze jonge patienten? Zodat we die ene zeldzame jonge patient die niet gereanimeerd wil worden niet missen? En daarvoor de rest van de patienten hiervoor angst a...anjagen? En dan gaan we onszelf ook nog aanpraten dat we deze vraag op zo’n manier kunnen stellen dat het geen spanning oplevert. Ik kan meegaan in het advies van Desiree Hairwasser: “volg je hart. Je had het niet willen vragen en daar had je gewoon gelijk in."
Manouche van Alst
Kinder- en jeugdpsychiater, Utrecht
Beste Albert,
Wat vervelend dat je op deze manier, met te weinig begeleiding, dit gesprek aan moest gaan.
De vraag níet stellen, is volgens mij ook niet de juiste oplossing. Maar de vraag ‘gewoon’ stellen, dat bestaat natuurlijk niet.
Misschien da...t het minder spanning had gegeven, voor jezelf én voor deze jongedame en haar ouders, als je een inleiding kon geven. “Deze vraag moeten we altijd stellen, omdat het standaard bij iedereen die geopereerd moet worden in het dossier moet staan. De kans dat er iets mee moet gebeuren is praktisch nihil. Ik denk ook dat ik het antwoord al weet, maar ik mag daar niet vanuit gaan, ik mag het niet voor jullie invullen. Dus ik stel ‘m toch.”
Want vragen niet stellen en antwoorden invullen voor een ander, daar worden we geen betere dokters van, denk ik...
Veel succes met het vervolg van je opleiding!
Hartelijke groet, Manouche van Alst
Kinder- en jeugdpsychiater
Martin Smalbrugge
Specialist ouderengeneeskunde, Driebergen
Shocking dat we aanstaande artsen zo opleiden. Dossier en regels en gehoorzamen daaraan belangrijker dan de mens/patient? Kan niet waar zijn!
Dossier, regels zijn hulpmiddelen, zijn er voor de mens/de patient en niet andersom.
Desiree Hairwassers
Patient advocate borstkanker en erfelijke aanleg voor borst- en eierstokkanker, Huissen
Ik zou willen zeggen: volg je hart. Je had het niet willen vragen en daar had je gewoon gelijk in.