Als je mouw maar goed zit
Plaats een reactie‘Nieuw mouwtje voor de co!!’ roept de ok-assistent triomfantelijk door de ok heen. ‘O jee, een mouwtje voor de co’, wordt er grinnikend geëchood.
Het is maar goed dat mijn gezicht achter een mondkapje verscholen zit. Ik loop vuurrood aan, wat genant. Ik ben voor de eerste keer weer op ok, ongeveer drie maanden na mijn coschap chirurgie, en het is gelijk raak. Ik had eigenlijk niet eens door wat er gebeurde, iets met een zuigslang die tegen iets aankwam en toen tegen mij. Met veel paniek probeerde ik hem nog aan de goede kant vast te pakken, maar de slang raakte mijn arm.
‘JA, laat maar vallen! Laat maar vallen!’ Het kwaad was geschied. Ik was mijn geloofwaardigheid als capabele co verloren. Ik had er zo mijn best op gedaan. Bij de eerdere ok’s van vanochtend heb ik goed meegedaan met de patiënt overtillen, het initiatief genomen het bed te halen en ook het terugrollen van de patiënt ging zonder problemen. En nu dit.
‘Steek je hand maar uit.’ Als een kind dat wordt aangekleed steek ik mijn linkerhand uit. Met kordate stappen komt de omloop naar mij toe, het mouwtje wordt uitgepakt en krachtig over die van mij uitgerold. Als een pleister op een open wond. Ik voel mijn onsteriele arm branden onder het mouwtje. Modieus is het ook bepaald niet, mijn steriele pak heeft nu links een soort XXL ballonmouw. Het geeft een asymmetrie die zeker geen plek zou krijgen op de rode loper. (Daar doen we het niet voor, maar toch, om jullie maar even een beeld te schetsen.) Schuldig kijk ik naar de operateur, die lijkt te lachen onder haar mondkapje. ‘Geeft niks, we gaan door’, hoor ik.
De verlossende woorden die ik nodig had, het is me vergeven.
Meer van Julia Leiblum- Er zijn nog geen reacties