Nieuws
Sara Roos
2 minuten leestijd
Column

Sara Roos - Fake it

Plaats een reactie
© iStock
© iStock

Er is geen coassistent die het niet kent. Het gevoel: wat doe ik hier? Dat kan om meerdere redenen zo zijn, maar bij mij gebeurt het vaak als ik me totaal nutteloos voel. Als ik op een krukje naast een stafarts in slaap zit te dommelen of een brief zit te schrijven over een patiënt die ik nooit heb gezien. Maar bovenal als ik niets, maar dan ook niets te doen heb.

Verveling, in sommige coschappen is het helaas het sleutelwoord. En wat doe je dan? Tijdens mijn eerste coschappen deed ik in de dode momenten nog alsof ik naarstig op zoek was naar de diagnose van die ingewikkelde patiënt. Een ruim jaar later hebben mijn mede-co’s en ik al vele andere ‘nuttige’ bezigheden gevonden.

‘En wij doen alsof we
begrijpen wat we zien’

Zo drinken we koffie bij Starbucks, waar we nog korting krijgen ook! We bespreken er eindeloos de uitslagen van het WK, hoewel we soms de wedstrijden niet eens gezien hebben. Dolgelukkig bespreken wij die ene patiënt die we zelfstandig mochten zien. Ja wij, wij zagen één patiënt met z’n vieren. De een deed de anamnese, de ander onderzocht de keel, de derde de neus en de laatste de oren. Maar hoe werkt een otoscoop ook alweer? En hoe stel je het lampje van de voorhoofdslamp in? Wat zien we allemaal in de keel? We proberen het allemaal op die ene patiënt, die inmiddels aan het kokhalzen is van het lange spiegelen. En wij doen alsof we begrijpen wat we zien.

Fake it until you make it. Zo ook wanneer ik voor het eerst achter een spleetlamp zit. Stoel omhoog, of nee, toch weer omlaag. Spleetlamp naar voren of toch weer naar achteren? Ik wil een brede lichtbundel, maar waar zit toch dat knopje? Het kost me voor mijn gevoel uren eer ik überhaupt een oog zie door de lamp. En dan moet ik het ook nog beoordelen. In mijn eentje, want er is niemand
in de buurt die met me mee kan kijken. Misschien is het in dit geval toch weer handig om mijn drie collega’s erbij te hebben!

Intussen opent Metro met een artikel waaruit lijkt te blijken dat coassistenten vaak het lichamelijk onderzoek onvoldoende beheersen. In dat onderzoek was N = 100, dus wat ons betreft een veel te klein aantal om er conclusies uit te mogen trekken. Bovendien ging het ook nog over studenten van een andere faculteit en wij kunnen het wel allemaal. Toch?

Sara Roos

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.