Nieuws
Sara Roos
3 minuten leestijd
Column

De emoties van het vak

Plaats een reactie

Bang, boos, bedroefd en blij; de vier basisemoties. Het leek alsof ik in een rollercoaster van gevoelens zat tijdens mijn coschap kindergeneeskunde. Je praat er niet over, want ‘het hoort nu eenmaal bij het vak’.  Dus dan schrijf ik het maar. Beginnend bij de eerste: bang.

 Bang was ik, toen ik een 8-jarige met een angststoornis in mijn spreekkamer had. Tranen in zijn ogen, wiebelende voeten, trillende handen. Zijn angst sloeg vanaf het eerste moment op mij over. Het leek alsof ik kon voelen wat hij voelde. Waar ik hem het liefst een grote knuffel wilde geven, wist ik dat dat niet kon. Hij poepte in zijn broek en ik vond dat eigenlijk niet zo raar als je zo angstig bent. Maar zijn moeder bleef aandringen op aanvullend onderzoek, want psychisch kon deze klacht zeker niet zijn. En dan overleg je met de kinderarts, die na lang praten toch ook overstag gaat. Een poepdagboek is al eerder bijgehouden, dus gaan we nu voor bloedonderzoek, een X-BOZ en anale manometrie. Niet omdat het onderzoek nodig is – dat geeft ook de kinderarts toe – maar omdat de moeder het wil en we onze ouders toch tevreden moeten houden. Mijn gevoel van angst slaat over in woede. Boos ben ik, dat ik het jongetje niet kan beschermen. Boos, omdat hij huilend naar de prikkamer gaat en ik hem niet kan troosten. Woedend dat we niet de patiënt behandelen, maar zijn moeder zoet houden. Nu trillen mijn handen en voel ik de tranen in mijn ogen opwellen. Ik verstop me maar snel even in het toilet in een poging het gevoel te parkeren tot vanavond, als ik er thuis over kan praten.

Zijn angst sloeg vanaf het eerste
moment op mij over

Dan is er nog verdriet. Wanneer er wordt gevraagd of ik mee wil kijken als er een intra-uterien overleden baby wordt geschouwd, zeg ik vol goede moed ‘ja’. Hoe erg kan het zijn? Schouwen van volwassenen heb ik al vaker meegemaakt. Maar dit dus nog niet. Moeder zit met haar overleden baby in haar armen en ze huilt niet. Haar gezicht staat mat, alsof ze niet meer kan huilen. We nemen het meisje van haar over en nemen haar mee. Ze wordt uitgekleed en nagekeken. Ze beweegt niet, is bleek en koud. Met haar kleren aan leek het nog alsof ze sliep, nu is er niets vredigs meer aan. Ik slik en kijk toe hoe ze haar toch weer een luiertje om doen en netjes aankleden. Wat is ze mooi en wat is het tegennatuurlijk dat ze wel op aarde is, maar de aarde nooit heeft mogen aanschouwen. De moeder voelt zich onbeschrijflijk bedroefd en mijn gevoel valt daarbij eigenlijk in het niet.

Gelukkig zijn er ook de blije momenten. Want wat was ik blij toen we geroepen werden bij een keizersnede. De spanning van het moment blijft voor mij toch het leukste van het vak. Bij aankomst hoorden we dat het kind in foetale nood was. Alles werd gereedgemaakt om de baby te ontvangen en ik stond al vol adrenaline klaar, bedacht op een kind dat er slecht uit zou komen. Een paar minuten later horen we gehuil, het beste geluid dat je je op dat moment kunt wensen. Een prachtige, actieve, roze baby wordt naar ons toe gebracht en we hoeven niets te doen. Met een grote glimlach feliciteer ik de vader. Wat is het toch een geweldig vak!

Sara Roos

Sara Roos is vijfdejaarsstudent. Hier lees je haar vorige column.

Meer blogs en columns

beeld: Getty Images
beeld: Getty Images
<b>Download deze column als PDF</b>
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.