Blog Boris: Aversies van een coassistent
Plaats een reactieAls coassistent moet je een dikke huid hebben. ‘Niet klagen, maar dragen’ is de leus. Bloed, ulcera, pus: je komt het hoe dan ook ergens tijdens je coschappen tegen en je moet ertegen kunnen.
Hoewel de meeste mensen die niet tegen bloed kunnen het niet in hun hoofd zullen halen om dokter te worden, is er ook bij de mensen die hier wel voor hebben gekozen altijd nog een aversie tegen het een of het ander. Want ondanks dat we veel kunnen hebben, valt het me op dat iedereen zo zijn eigen ‘allergie’ heeft. De een trekt een vies gezicht bij zweetoksels, een ander vindt voeten juist het toppunt van viezigheid. ‘Diarree, ik heb er niks mee’, hoorde ik laatst ook iemand zeggen als ware het een heuse carnavalskraker. Zelf heb ik het met nare geurtjes. Blijkbaar maken visuele prikkels minder indruk op me, maar is mijn aversie des te sterker wanneer mijn reukorgaan geprikkeld wordt met allerhande viezigheden. Tijdens mijn coschap gynaecologie vond ik het geen enkel probleem om op de verloskamers ontlasting, bloed, vruchtwater, zweet, urine en o ja, ingescheurde labia te aanschouwen, maar het aroma dat deze kleine natuurramp verspreidde, daar draaide mijn maag wél van om. Het schijnt overigens zo te zijn dat een barende vrouw dit zelf niet ruikt. Gelukkig maar, want ze zou spontaan de pil weer gaan slikken.
Toch wordt er van ons, artsen in opleiding, verwacht dat we maar met onze aversies leren dealen. Wanneer een patiënt lichamelijk onderzocht moet worden, moet je je gezicht in de plooi houden, ook wanneer je schimmelige smetplekken of geïnfecteerde wonden tegenkomt. Nu begrijp ik ook wel dat de reden dat patiënten je bezoeken vaak juist diezelfde ongemakkelijkheden zijn, maar het zou al heel veel helpen als men zich even zou douchen voordat de gang naar de dokter wordt gemaakt.
Het vervelende van nare geurtjes is namelijk dat het net bromvliegen zijn: eenmaal binnen krijg je ze zo moeilijk de kamer uit.
Laatst zag ik een oude man met pijn onder aan zijn voet in de huisartsenpraktijk. Hij trok zijn sok uit. Mooi, dacht ik. Hij heeft het begrepen. De sok was schoon, zijn voet gewassen en de nagels kort.
Hij had zich alleen niet gerealiseerd dat we bij dergelijke klachten graag vergelijken met de andere kant en zo werd ik wederom op de proef gesteld…
Boris
- Er zijn nog geen reacties