Blogs & columns
André Weel
André Weel
3 minuten leestijd
Blog

De kaasmanager

1 reactie

Kaas is een specialiteit. Ik ben opgegroeid met kaas. Mijn vader zat ooit in de Alkmaarse kaashandel. De vrijdagse kaasmarkt was een spektakel. Als we op tijd uit school waren konden we er nog iets van meepikken. Al die Duitsers en Amerikanen! Wat een belangstelling voor een oud ritueel. Terwijl de echte kaashandel elders plaatsvond.

Het Alkmaarse kaasdragersgilde gaat terug tot de zestiende eeuw. De kaasdragers dragen witte pakken met gekleurde strooien hoeden. Als kaasmanagers transporteren zij de kaas over de markt. De kaasvader ziet erop toe dat alles ordelijk en volgens het protocol verloopt.

De dragers doen niet veel meer dan de kaas ronddragen. Ze genieten van de aandacht van de toeristen die gretig foto’s maken. De toegevoegde waarde aan de kaashandel is nihil. De kwaliteit van de kaas gaat alleen maar achteruit als-ie urenlang in de zon ligt. Kaas moet je bewaren in een koel pakhuis. Daar kan hij rijpen en op smaak komen.

Zoals de meeste managers is ook de kaasmanager volstrekt overbodig. Het is overbodigheid in het kwadraat. De waarde van het kaasdragen ligt uitsluitend in het ritueel. Het kaasdragen is dan ook uitgeroepen tot cultureel erfgoed. De plaatselijke middenstand profiteert ervan.

Aan deze kaasrituelen moet ik altijd denken als ik ergens het woord casemanager lees of hoor. De overeenkomsten met de kaasdragerij zijn treffend. Alleen werken casemanagers niet met kaas, maar met zorg. Met mensen met klachten, die serieus kunnen zijn. Zorg is, net als kaas, een specialiteit. Dat geldt zeker voor de bedrijfsgezondheidszorg. Daar zie je die casemanagers steeds vaker. Ze zijn aangesteld als procesbewaker. Ze hebben geen BIG-registratie. Ze lopen openlijk rond met medische dossiers onder de arm. Soms dragen ze een wit pak. Ze bemoeien zich met van alles. Ze zetten werknemers onder druk. De werkgever betaalt voor dit circus! Die hoopt er garen bij te spinnen. Maar cultureel erfgoed zal het wel nooit worden.

Laat ik een voorbeeld geven. Een wanhopige bedrijfsarts klopt bij mij aan om zijn nood te klagen. De collega had onlangs een eerste consult met een zieke werknemer. Uit zijn warrige aantekeningen reconstrueer ik de volgende dialoog (BA = mijn collega-bedrijfsarts; WN = werknemer):

BA: Wat voor werk doet u, hoeveel uren werkt u, en wat is er met u aan de hand?

WN: Dat moet u toch weten? Ik heb dat allemaal al aan een collega van u uitgelegd.

BA: Was dat een bedrijfsarts?

WN: Dat weet ik niet! Op zijn kaartje staat casemanager. Ik denk dat-ie ook dokter is. Hij heeft me naar een coach gestuurd. Ik heb een burn-out!

BA: Wat is dat voor coach waar u nu bent, een psycholoog?

WN: Dat weet ik niet. Ik denk niet dat het een psycholoog is. Het was ook iemand van de Arbo.

BA: Bent u al bij de huisarts geweest?

WN: Nog niet, ik ben nu bij die coach.

BA: Dat van die burn-out, wie zei dat u dat heeft?

WN: De casemanager.

BA: Heeft die medische vragen gesteld aan u?
WN: Ja, ik heb ze alles verteld, dat moet u maar bij hun navragen.

BA: Hoe heet de casemanager?

WN: Jansen, geloof ik.

(BA geeft uitleg over casemanager: dat die in het voorportaal van de bedrijfsarts zou kunnen werken in taakdelegatie, en wat dat inhoudt.)

WN: Wat u nu vertelt, daar heeft-ie allemaal niks over gezegd. Als iemand medische of psychologische vragen stelt, mag je er toch van uitgaan dat het een bevoegd persoon is?

(BA geeft uitleg over het beroepsgeheim.)

WN: Waarom is me dat allemaal niet uitgelegd?

Als bedrijfsarts begin je zo met een 4-0 achterstand, dat maakt de verdere begeleiding er niet gemakkelijker op, verzucht mijn geplaagde collega.

Deze casus staat niet op zichzelf. Ik hoor het steeds vaker. Wie zit hier nu fout? De brutale casemanager die doktertje speelt, de slome bedrijfsarts die zich de case van het brood heeft laten eten, of de naïeve beroepsvereniging die een leidraad Taakdelegatie heeft opgesteld waar een casemanager geen boodschap aan heeft? Of is het hele Nederlandse verzuimbegeleidingssysteem aan het verrotten?

Tijd voor een collectief gewetensonderzoek, denk ik. Of een parlementaire enquête.

lees meer van andré weel
  • André Weel

    André Weel is bedrijfsarts-niet-praktiserend en epidemioloog; werkzaam als curator bij het Trefpunt Medische Geschiedenis Nederland op Urk.'  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Dolf Algra

    commentator, opiniemaker zorg en sociale zekerheid, Rotterdam

    André Weel legt ingewikkelde problematiek bloot, die zowel binnen de arbodienstverlening/bedrijfsgezondheidszorg áls verzekeringsgeneeskunde/UWV (op)speelt.

    Hoe de sociaal medische begeleiding vorm te geven - bij een structureel en blijvend groot ...tekort aan bedrijfs- en verzekeringsartsen. En tegelijkertijd ook nog binnen de kaders van de Wvp en massa andere spelregels te blijven ?

    Dus even heel concreet: hoe als bedrijfsarts te acteren bij grote zorginstelling met een structureel hoog verzuim van 8-10% . Hoe run je dat ? Hoe houdt je controle erop, hoe stuur je dat aan ?

    Al jaren wordt geprobeerd het vak van zowel bedrijfs-als verzekeringsarts aantrekkelijker te maken, maar met gering resultaat. Deels komt doordat de NVAB en NVVG vooral hebben ingezet op academisering, richtlijn ontwikkeling ed. Ik verwijs even naar de resultaten van de kwaliteitstafel. Maar met glossy magazines krijg je niet meer handen op de werkvloer

    Dus moeten de uitvoeringsorganisaties als arbodiensten en UWV roeien met de riemen, die ze hebben om hun dienstverlening op pijl te houden. Op straffe van ....

    In de wetenschap dat doorgaan op de huidige - pappen en nathouden- weg niet meer kan, beraden SZW en UWV zich ondertussen op 'structurele en fundamentele veranderingen ' bij de verzekeringsartsen - blijkt uit zeer recente kamerbrief van Koolmees. Bij de arbodiensten is het niet veel anders.

    Naar mijn inschatting zal het vak van zowel de bedrijfs-als verzekeringsarts dan ook structureel van karakter gaan veranderen.

    Even zo goed - of slecht ? : iedereen zat erbij en keek ernaar. Dit komt niet uit de lucht vallen. Maar het is - zoals André Weel suggereert - wel de hoogste tijd voor zelfreflectie en beraad.

    Wie heeft er helder voorstel ?

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.