Derdelanders krijgen iets respijt tot uitspraak Raad van State

De groep zogenoemde derdelanders mag in Nederland blijven tot de hoogste rechter een uitspraak heeft gedaan over de vraag of het kabinet hun tijdelijke bescherming mag opheffen. Die bekendmaking van staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel), afgelopen weekend, betekent dat ook de tientallen derdelanders met een artsenachtergrond enige maanden respijt krijgen.

Per 4 september zou hun verblijfsvergunning eindigen, en zouden zij Nederland moeten verlaten – of asiel aanvragen. Van den Burg volgt het oordeel van voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. 

De derdelanders zijn vluchtelingen uit Oekraïne die uit een ander land komen. De groep bestaat momenteel uit circa 2900 mensen, onder wie een opvallend groot deel jonge artsen of geneeskundestudenten. Het gaat om mensen uit Nigeria, maar ook uit andere landen in Afrika en het Midden-Oosten. De derdelanders hebben gestudeerd of gewerkt in verschillende Oekraïense steden, op een tijdelijke verblijfsvergunning.  

Tanzania 

Tientallen derdelanders met een medische achtergrond hebben eerder bezwaar aangetekend tegen het besluit van de Nederlandse overheid. Zo is er een groep van 26 jonge artsen en derdelanders die worden vertegenwoordigd door de Almeerse advocaat Jane Neslo. Zij hopen in Nederland in de zorg aan de slag te kunnen. Daarnaast zijn er derdelanders met een medische opleiding die individueel bezwaar hebben gemaakt.  

Een Tanzaniaanse arts, vertegenwoordigd door asieladvocaat Wil Eikelboom, kreeg eerder van een Rotterdamse rechter te horen dat zijn verblijfsvergunning per 4 september verloopt. Hij werkte tien jaar als arts in Oekraïne. De Raad van State oordeelde vrijdagavond dat de arts uit Tanzania toch mag blijven totdat de hoogste rechter een uitspraak heeft gedaan. 

Uiteenlopende uitkomsten 

In de afgelopen dagen hebben meerdere rechters uitspraken gedaan over de positie van derdelanders. Sommige rechters vinden dat Nederland de bescherming wel mag stoppen, terwijl collega’s in vergelijkbare zaken juist vinden dat alleen Europa daar een besluit over mag nemen. De RvS verwijst daarnaar en ziet ‘uiteenlopende uitkomsten, met verschillende juridische argumentaties’. 

De regering is nog altijd voornemens de opvang van de derdelanders op te heffen. Niettemin heeft de staatssecretaris omwille van de ‘helderheid’ besloten voor de gehele groep de beëindiging van de tijdelijke bescherming te bevriezen, tot de definitieve uitspraak er ligt. Die uitspraak door de Raad van State over de derdelanders wordt ‘op zijn vroegst’ in november verwacht.