Risico's van ICD-schokken
Plaats een reactieVoor veel patiënten met hartfalen biedt ICD-therapie (inwendige cardioverterdefibrillator) een uitkomst. Niettemin moet het schokken van de ICD bij de arts tot bezorgdheid leiden over de kwaliteit van leven van de patiënt. Het afgeven van schokken door de ICD blijkt bovendien een onafhankelijk mortaliteitsrisico te zijn.
Deze twee uitkomsten staan in studies van Daniel Mark c.s. en van Jeanne Poole c.s. die 4 september zijn gepubliceerd in The New England Journal of Medicine.
Beide onderzoeken zijn afgeleid van The Sudden Cardiac Death in Heart Failure Trial. Hierin werd ICD bij ruim 2500 patiënten met mild hartfalen en een lage ejectiefractie onder meer vergeleken met een placebo. In deze studie bleek ICD-therapie de mortaliteit met 23 procent te verlagen ten opzichte van een placebo.
Daniel Mark c.s. onderzochten de kwaliteit van leven bij deze patiënten. Lichamelijk en geestelijk welzijn werd bij de start van het onderzoek en 3, 12 en 30 maanden daarna gemeten. Lichamelijk was er geen verschil, maar het geestelijk welzijn was significant beter bij de ICD-groep, al verviel dat verschil bij 30 maanden. Een ICD-schok gaf tot twee maanden na de gebeurtenis een verslechtering van de kwaliteit van leven.
Jeanne Poole c.s. volgden 811 patiënten met een ICD. Zowel een 'goede' schok (bij ventrikeltachycardie of -fibrillatie) als een 'verkeerde' schok, werd in verband gebracht met een verhoogd mortaliteitsrisico. De doodsoorzaak bij patiënten met een ICD was in de meeste gevallen progressief hartfalen.
Jeff Healey en Stuart Connolly pleiten in een commentaar voor het reduceren van het aantal schokken. Enerzijds omdat blijkt dat de schokken in elk geval tijdelijk een verminderde levenskwaliteit veroorzaken en anderzijds omdat ze mogelijk een direct effect hebben op de prognose. Reduceren van het aantal schokken is volgens hen te bereiken met medicatie of het scherper afstellen van de ICD. EJ
NEJM 2008; 359: 999-1017 en 1058-9
- Er zijn nog geen reacties