Dopamineagonisten werkzaam bij restless legs
Plaats een reactiePatiënten met restless legs hebben baat bij non-ergoline dopamineagonisten (NEDAs). Maar een aanzienlijk deel van de patiënten stopt met het gebruik ervan als gevolg van bijwerkingen. Dat is de uitkomst van een meta-analyse van de effectiviteit van NEDAs verschenen in de mei-juni-editie van Annals of Family Medicine.
Onderzoeken naar de effectiviteit en veiligheid van NEDAs bij restless legs hebben voornamelijk tegenstrijdige resultaten opgeleverd. Veel studies zijn te klein om met zekerheid iets te zeggen over de werkzaamheid van de medicijnen. Met de meta-analyse wilden William Baker c.s. van de University of Connecticut School of Pharmacy (Storrs, VS) meer duidelijkheid krijgen over de effecten van NEDAs.
Veertien gerandomiseerde, placebogecontroleerde onderzoeken voldeden aan de vooraf gestelde kwaliteitscriteria. In totaal namen 3197 patiënten deel aan de onderzoeken. De medicijnen die in de studies werden gegeven, waren ropinirol (Adartrel), pramipexol (Mirapexin), rotigotine (Neupro) en sumanirol. In Nederland zijn alleen ropinirol en pramipexol geregistreerd voor restless legs.
Het gebruik van NEDAs resulteerde in vergelijking met een placebo tot een verbetering op de Clinical Global Impression-scale (relatief risico 1,36) en een vermindering van de International Restless Legs Syndrome Study Group-score van gemiddeld 4,93 punten. De meeste studies vonden positieve effecten, maar er is geen overeenstemming over de omvang van die effecten. Eveneens werd gevonden dat in vergelijking met een placebo significant meer patiënten stoppen met de medicijnen vanwege bijwerkingen (misselijkheid, slapeloosheid, duizeligheid, moeheid en hoofdpijn). De meta-analyse geeft geen duidelijkheid over de effectiviteit van de middelen onderling. Wel bleek dat de medicijnen het meest effectief waren in de eerste weken van het gebruik.
Toekomstige studies moeten zijn gericht op onderlinge vergelijking van de langetermijneffecten van NEDAs, stellen de onderzoekers. Twan van Venrooij
Annals of Family Medicine, mei-juni 2008.
- Er zijn nog geen reacties