‘Werknemer niet gezonder door bedrijfsarts’

Volgens minister Schippers (VWS) zijn meer bedrijfsartsen en betere toegang tot hun zorg geen voorwaarden om mensen langer, gezond aan het werk te houden (MC 7/2013: 359).

Echter, continue zorg door de bedrijfsarts leidt tot vroegere terugkeer naar werk. Werkgevers die eenmalig of te laat de bedrijfsarts inschakelen, doen niet alleen hun werknemers tekort maar ook zichzelf. Carel Hulshof onderbouwt deze stellingen in zijn oratie ‘Blijven Zagen’.1 En ook het Astri-rapport en het SER-advies, beide gemaakt in opdracht van de overheid, pleiten voor een betere toegankelijkheid van de bedrijfsarts zowel voor verzuimbegeleiding als preventie.2 3 En toch beweren minister Asscher en minister Schippers in hun antwoord op de vragen van kamerlid Linda Voortman dat de werknemer niet gezonder wordt door de bedrijfsarts.

De NVAB vindt het uiterst teleurstellend dat de ministers hun bevindingen niet baseren op resultaten uit wetenschappelijk onderzoek. En dat de conclusies over de financiering van de opleiding voor bedrijfsarts berusten op onjuiste informatie. De investeringen in de bedrijfsgezondheidszorg zijn in de afgelopen 7 jaar meer dan gehalveerd van 1,4 miljoen Euro naar 600 miljoen.4 De financieringsmogelijkheden voor de opleiding voor bedrijfsartsen zijn dus heel anders dan vóór 2005! En dat geldt ook voor de inzet van bedrijfsartsen en de andere deskundigen (zoals veiligheidskundigen en arbeidsdeskundigen) waar de ministers over spreken.

Het is tijd voor actie, niet alleen door de NVAB, maar ook door de overheid. Werkenden verdienen een beter stelsel voor veilig en gezond werken.5

Kees van Vliet, bedrijfsarts, directeur NVAB, Vuren