Laatste nieuws
Maarten Cox
4 minuten leestijd
huisartsgeneeskunde

Quantité négligeable

Plaats een reactie

Zal een nieuw kabinet kunnen verhinderen dat binnenkort vijf miljoen Nederlanders zonder huisarts zitten?


Huisartsen zelf vinden dat huisartsgeneeskunde de hoeksteen is van een goede en betaalbare gezondheidszorg; deze verloren laten gaan zou neerkomen op het slachten van de kip met de gouden eieren. Maar vinden anderen dat ook?


Hebt u al actiegroepen gezien op het Binnenhof om namens de inmiddels vijfhonderdduizend huisartsloze patiënten een huisarts te eisen? Hebt u de media - naast het eeuwige gemekker over de wachtlijsten - ooit iets meer dan in de marge zien berichten over de teloorgang van de huisartsgeneeskunde? Die wachtlijsten

by the way

zijn dankzij grote inspanningen in de huisartsenpraktijk to nu toe uitgebleven.


Hebt u de overheid ooit expliciet horen uitspreken dat zij een sterke huisartsgeneeskunde belangrijk vindt en gemerkt dat zij de inspanningen wil leveren en de financiën beschikbaar stellen om die zorg in stand te houden? Hebt u ziektekostenverzekeraars eigenlijk ooit meer dan machteloze kreetjes horen slaken als hun werd gevraagd de crisis in de huisartsgeneeskunde onder de aandacht te brengen van degenen die boven ons zijn gesteld?


Het heeft er alle schijn van dat huisartsgeneeskunde, in tegenstelling tot wat huisartsen zelf denken, een quantité négligeable is.


Wil Nederland eigenlijk wel een sterke huisartsgeneeskunde?


Op die vraag zal een nieuw kabinet snel met een antwoord komen.


Als het antwoord nee is, komt de uitstroom van gevestigde huisartsen pas goed op gang. Hun plaatsen zullen worden ingenomen door vrouwelijke huisartsen - in 2001 al goed voor 60 procent van de instroom - die tijdens schooluren van de kinderen een bezigheid buitenshuis zoeken. Die willen wel een spreekuurtje komen draaien, mits alle randvoorwaarden verder goed zijn verzorgd.


Ieder land krijgt de huisartsgeneeskunde die het verdient.

Brieven


1. Tineke Slagter-Roukema, huisarts

2. Bea de Zeeuw, oud-huisarts



Misschien is de heersende misere om ons heen wel wat u verdiend heeft.

Hoogachtend,

Ingeborg van Lingen, huisarts en vertrouwensarts

Met de aanklacht van de heer Cox tegen de overheid en andere instanties die het belang van een sterke huisartsgeneeskunde niet onderschrijven ben ik het helemaal eens. Het slotstuk van zijn pleidooi betreffende vrouwen die tijdens schooluren van de kinderen een bezigheid buitenshuis zouden zoeken en wel bereid zouden zijn onder voorbehoud een spreekuurtje te draaien vind ik van een buitengewoon laag allooi. In een maatschappij waar mannen wel graag hun genen willen doorgeven maar nog steeds niet en masse alle opvoedkundige en huishoudelijke taken op zich nemen lijkt het mij verstandiger als mannen als de heer Cox zich onthouden van hun mening over al dan niet werkende vrouwen. Ik ben voor vrije meningsuiting, maar dan moet deze wel onderbouwd zijn en niet voortkomen uit een schedelinhoud die overeenkomt met de titel van de desbetreffende column. Het spijt mij dat de redactie zich het recht voorbehoudt brieven te redigeren en in te korten, maar wel een column met deze afsluitende inhoud plaatst. Een inkorting was hier op zijn plaats geweest en ontslag van de schrijver nog beter. Op dergelijke discriminerende ideeën zit toch niemand te wachten. Ik hoop dat de redactie zich openlijk distantieert van de ideeën van de heer Cox over vrouwelijke artsen en anders rest mij niets anders dan opzegging van mijn lidmaatschap. Ik ben benieuwd of deze brief wel in ongewijzigde vorm wordt gepubliceerd.

M. Poelman

Met verbijstering las ik "Veldwerk" van Maarten Cox in Medisch Contact van 31.05.02. Welk een intens gebrek aan respect spreekt er uit de wijze waarop hij de vrouwelijke huisarts neerzet als "vrouwen die tijdens schooluren van de kinderen een bezigheid buitenshuis zoeken. Die willen wel een spreekuurtje komen draaien, mits alle randvoorwaarden verder goed zijn verzorgd". Hij heeft er kennelijk geen weet van hoe de vrouwelijke huisartsen in Nederland een zeer wezenlijk aandeel leveren in de huisartsenzorg. Hun inbreng zal ook in de toekomst broodnodig zijn en bovendien van harte gegeven worden. Er is geen sprake van 'spreekuurtjes draaien' alsof het een tijdverdrijf betrof. Vrouwelijke én mannelijke huisartsen houden vermoeiende en vaak ook boeiende spreekuren, een verklein woord is daar ten ene male niet op zijn plaats. De laatdunkende uitspraak over werken tijdens schooluren toont een schrijnend gebrek aan inzicht in het organisatietalent van jonge ouders die hun taak als vrouwelijke dan wel mannelijke huisarts combineren met hun taak als ouder.

Ik ben het met Maarten Cox eens dat het verontrustend is dat al zolang zo weinig mannen in het huisartsenvak instromen. Ik ben het ook met hem eens dat het onbegrijpelijk is dat zowel de overheid als de ziektekostenverzekeraars de huisartsen behandelen als quantité négligable. Maar daarmee is het eens te meer zo ongepast dat hij op zijn beurt de vrouwelijke huisarts afschildert als quantité négligable. Onbegrijpelijk dat Medisch Contact dit heeft laten passeren.

Mariette Hamaker, huisarts in Amsterdam sinds 1979

Het stukje van Maarten Cox in MC dd 31 mei j.l. schoot mij in het verkeerde keelgat. En wel de laatste alinea over vrouwelijke huisartsen, "die wel een spreekuurtje willen draaien als de kinderen naar school zijn". Ik begeleid vier Balint-groepen, waarvan twee met uitsluitend en één met 90% vrouwelijke huisartsen, en ik kan U verzekeren dat deze vrouwen met hart en ziel hun vak uitoefenen, ook als de kinderen niet naar school zijn. De uitspraak van de heer Cox getuigt van een mannelijke arrogantie die niet meer van deze tijd is.

Als een land de huisartsengeneeskunst krijgt die het verdient, en Nederland krijgt 60% (of meer) vrouwelijke huisartsen, dan mag de Nederlander dankbaar zijn!

Bea de Zeeuw, oud-huisarts
Lelystad

Geachte redaktie,

Ik heb me buitensporig geergerd aan de column van Maarten Cox, getiteld quantite negligeable.

Zuidhorn 030602 Tineke Slagter-Roukema

Amsterdam, 6 juni 02.

Geschokt was ik toen ik de column Veldwerk van 31 mei 2002 onder ogen kreeg.

Dat de huisartsen strijden voor een betere vergoeding van hun werkzaamheden begrijp ik. Dat daarbij alle middelen geheiligd zijn en discriminerende uitlatingen aan het adres van de vrouwelijke helft van de beroepsgroep niet geschuwd worden, vind ik beneden alle peil.

Ik had beter verwacht van een collega die zichzelf vindt behoren tot "de hoeksteen van de onze gezondheidszorg".

Ik mag hopen dat collega Cox met inhoudelijke argumenten ten strijde trekt.

Met vriendelijke groet,

M. Lachniet, verpleeghuisarts
Amsterdam

Yvonne Margry

Vereniging van Nederlandse Vrouwelijke Artsen

13 juni 2002

huisartsgeneeskunde Veldwerk zorgverzekeraars
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.