Hepatitis C beter te genezen

Patiënten met hepatitis C kunnen steeds vaker helemaal genezen doordat de bestaande behandeling beter wordt begeleid en de dosis van een van de twee medicijnen wordt verhoogd. Dat stelt maag- darm- en leverarts Drenth van het UMC St Radboud in Nijmegen.

Voor de introductie van de medicijnen interferon begin jaren negentig en ribavirine eind jaren negentig, was levercirrose het enige vooruitzicht voor patiënten. Sinds de komst van de medicijnen geneest 80 procent van de patiënten met het makkelijk behandelbare type hepatitis C, en 40 tot 50 procent van de patiënten met de moeilijker behandelbare variant. Vooral dit laatste cijfer kan echter nog veel verder omhoog.

Joost Drenth: 'Het is een zware behandeling met bijwerkingen als depressie en agressie, die je een jaar moet volhouden. Daardoor haakte voorheen 30 procent van de patiënten voortijdig af. Lange tijd werden patiënten niet speciaal begeleid doordat artsen maar incidenteel patiënten met de ziekte zagen. Nu is de zorg geconcentreerd in drie centra in Nijmegen, Rotterdam en Amsterdam. De grotere aandacht voor de patiënt, die bijvoorbeeld vooraf op de bijwerkingen wordt voorbereid, zorgde de afgelopen jaren voor een aantoonbaar hoger aantal genezingen.'

Daarnaast zijn patiënten jarenlang behandeld met een vastgestelde standaarddosis ribavirine. Drenth en zijn collega's verwachten dat een verhoging van die dosis het aantal genezingen van de moeilijke variant kan ophogen van 50 naar 70 procent. De centra van het UMC St Radboud en het Erasmus Medisch Centrum uit Rotterdam gaan in een studie de effecten onderzoeken van een groep met de standaarddosis en een groep met een dubbele dosis.

In Nederland zijn ongeveer 10.000 patiënten met hepatitis C. Het is een ziekte die van bloed op bloed wordt overgedragen. De ziekte komt in Nederland het meeste voor bij hemofiliepatiënten die bij bloedtransfusies besmet bloed kregen, bij drugsverslaafden en bij Oost-Europeanen en mensen uit het Middenlandse Zeegebied.

ANP