Opera
Plaats een reactieDe meeste mensen met een psychiatrische stoornis schamen zich. Dat hindert niet alleen de herkenning en behandeling, maar ook het onderzoek naar de mogelijke oorzaken ervan.1 Depressie is de meest ingrijpende aandoening ter wereld. Desondanks wordt er wetenschappelijk en qua zorg nauwelijks – zeker niet in verhouding tot de lasten – aandacht aan besteed. Een gang naar de opera kan dat helpen te veranderen: daar krijgen psychiatrische verschijnselen namelijk letterlijk en figuurlijk een podium.
Psychiatrie en opera zijn altijd al nauw verbonden geweest. Herinnert u zich het contrast tussen de narcistische liefde van Rigoletto en de altruïstische vorm ervan die zijn dochter beleeft – die haar uiteindelijk het leven kost? En voordat Freud erover schreef, wist Verdi al wat het oedipuscomplex was – in Don Carlo. Of de ontroerende, nog net op tijd verijdelde, suïcidepoging van de ietwat bipolaire Papageno uit de Zauberflöte? Zo kan ik nog wel even doorgaan. Psychiatrische verschijnselen zijn een dankbare bron voor het operatoneel. Zo’n beetje als de tuberculose die ook vaak in de opera figureert – meestal ter versterking van de dramatiek – in La Traviata en La Bohème bijvoorbeeld.
Toch heeft de psychiatrie in de opera een veel verstrekkender effect dan het verhogen van de theatraliteit: het brengt de psychiatrie bij ons allen. Op die manier draagt opera bij aan het destigmatiseren van de psychiatrie, te meer daar de ten tonele gevoerde psychiatrische patiënt meestal sympathie, medeleven en ontroering opwekt. Het zijn personages die we herkennen en waar we van (gaan) houden. Zo maakt opera al eeuwen duidelijk waar vele campagnes nog steeds niet in zijn geslaagd: de psychiatrische patiënt is gewoon een mens, net als u en ik, die zich nergens voor hoeft te schamen.
Voetnoot
1. No dishonour in depression, Nature, 12 juni 2013
2. The Great Depression, Nature, 12 november 2014
- Er zijn nog geen reacties