Ben ik een slechte dokter? - Eva Vogel
Plaats een reactieDe ochtendoverdracht is niet mijn sterkste moment. Dat is het nooit geweest, maar de nachtelijke babytaferelen hebben het er niet beter op gemaakt. Een monotone overdrachtstijl is dan funest. Het eentonige gebrom van de dienstdoende werkt als een ontspanningsmantra, en ergens tijdens de tweede patiënt ben ik volledig afgehaakt en alleen nog fysiek aanwezig.
Ik schrik pas op als ik een naam hoor die me veel te bekend voorkomt. Leverfalen, medicamenteuze oorzaak, ic, transplantatielijst… Shit, heb ik dat gedaan? Heb ik in alle drukte verzuimd de lever-enzymen te controleren? Heb ik een verkeerde dosering voorgeschreven? Heb ik, heb ik, heb ik...?
Dit keer was het niet mijn patiënt. Dit keer. Mijn maag draait zich terug naar de normale positie. Niettemin gaat ook de rest van de overdracht langs me heen. Ik ben weliswaar wakker nu, maar de casus blijft door mijn hoofd spoken. Want waarom schrok ik nu zo? Was het wel uit bezorgdheid om de patiënt, die zo plotseling op de ic terechtgekomen is? Of schrik ik misschien meer van de mogelijkheid dat ik iets gemist heb? Dat is toch vrij egocentrisch te noemen. Het reconstrueren van mijn schrikreactie is niet makkelijk. Toch moet ik concluderen dat ik eerst bang was voor mijn eigen fout en pas in tweede instantie dacht aan het welzijn van de patiënt. Ben ik een slechte dokter? Of misschien zelfs wel een slecht mens? Ik heb nog een paar ochtendoverdrachten nodig om dit vraagstuk op te lossen.
Eva Vogel, aios interne geneeskunde
Meer van Eva:
- Er zijn nog geen reacties