Coronavaccins combineren geeft mogelijk meer milde bijwerkingen

Wisselen van coronavaccins bij de eerste en tweede prik lijkt meer milde bijwerkingen te geven, dan als beide keren hetzelfde vaccin wordt toegediend. Dat blijkt uit tussentijdse resultaten die Robert Shaw en collega’s onlangs als letter in The Lancet publiceerden.

Bij tekorten aan een bepaald coronavaccin kan een ander vaccin uitkomst bieden. Maar hoe veilig is het om deze vaccins te combineren? Om dat uit te zoeken, voerden de onderzoekers een gerandomiseerde fase-II-studie uit waarin de deelnemende 50-plussers geblindeerd waren voor het vaccin – AstraZeneca of Pfizer – dat ze beide keren kregen.

De letter van Shaw e.a. focust op een deel van de studiepopulatie, namelijk de 463 deelnemers die na 28 dagen hun boosterdosis kregen. Ze werden gerandomiseerd (1:1:1:1) naar groepen die wel of niet een vaccincombinatie kregen. Zo’n 34 procent van de groep die bij de eerste prik het vaccin van AstraZeneca en daarna het Pfizer-vaccin als booster kreeg, gaf aan zich koortsachtig te voelen, tegenover 10 procent van de groep die beide keren het AstraZeneca-vaccin kreeg.

Paracetamol

In de groep die bij de eerste prik het Pfizer-vaccin kreeg en daarna dat van AstraZeneca versus de groep die beide keren het Pfizer-vaccin kreeg, waren die percentages respectievelijk 41 en 21 procent. Ook de meeste andere systemische bijwerkingen, zoals moeheid en spierpijn, rapporteerde de vaccincombigroep vaker. De meeste bijwerkingen traden binnen 48 uur na injectie op. In alle gevallen was geen ziekenhuisopname nodig. Wel lag het paracetamolgebruik hoger in de groepen die meer bijwerkingen rapporteerden.

De onderzoekers vinden de uitkomsten geruststellend. De definitieve resultaten verwachten ze in juni te publiceren. Dan is ook meer bekend over de effectiviteit – de primaire uitkomstmaat – na zo’n vaccincombi.  

DOI: 10.1016/S0140-6736(21)01115-6