Hersenspinsels-3: Guerrilla

Het leven van de langgehuwden Enid en Alfred is uitgemond in een guerrillastrijd. Enid ziet zichzelf niet als een guerrillera, maar ze is het wel degelijk. ‘Overdag voerde ze materieel van het ene depot naar het andere, vaak maar een paar stappen voor het regeringsleger uit.

‘s Nachts ondernam ze, onder een charmant maar te zwak wandlampje bij een te klein tafeltje in de ontbijthoek, allerlei acties.’ Dit betreft het betalen van rekeningen, het ontcijferen van afschriften, het nagaan van aanmaningen of het ontwarren van bonnetjes gebundeld in elastiek. Zij voert een hopeloze strijd. Als ze een kast opent, riskeert ze te worden bedolven door een waterval aan catalogi. Zes dagen per week komen er kilo’s post door de brievenbus, allemaal aangevraagd door haar man.

Alfred vormt het regeringsleger. ‘Enid was ervan overtuigd dat haar eigen hoofd wel zou opklaren als ze zich maar niet elke vijf minuten hoefde af te vragen wat Alfred uitvoerde.’ Zij moedigt hem aan een bankje te schilderen. Een klusje van een uur of twee. ‘Nu ging hij iedere ochtend naar zijn werkplaats, en na een maand waagde ze het te gaan kijken hoe het ging, en het enige wat hij van het bankje had geschilderd waren de poten.’ Alfreds verklaring? De kwast is uitgedroogd. In de werkplaats hangt urinegeur, want Alfred plast in lege blikken. De strijd tussen de echtelieden lijkt onbeslisbaar want Enid ontbreekt ‘het temperament om zo’n huis te beheren’ en Alfred ontbreken ‘de neurologische middelen’. Alfred is dement.

Tot zover het eerste hoofdstuk van ‘De correcties’ van Jonathan Franzen. De lezer heeft dan nog bijna 500 wonderbaarlijk mooie pagina’s voor de boeg. n

Jonathan Franzen, De Correcties. Prometheus, ISBN 90 446 0047 8, 503 pag., € 26,55

Frans Meulenberg

Hersenspinsels 1: Woordenstroom