Laatste nieuws
M.J. Oostdam
7 minuten leestijd

Gegevens verstrekken helpt de patiënt

Plaats een reactie

Artsen bij letselschade te terughoudend in vrijgeven dossierinformatie



Letselschadeadvocaten en genees­­kundig adviseurs van verzekerings­maatschappijen vragen regelmatig dossierinformatie op. Zit daar een machtiging van de patiënt bij, dan doet de arts er goed aan de gevraagde gegevens te leveren. Zonder adequate medische informatie kan de patiënt namelijk fluiten naar een schadevergoeding.


De meeste artsen hebben regelmatig van doen met letsel ontstaan door een verkeers- of arbeidsongeval, mishandeling, een medische kunstfout of zelfs door geestelijke mishandeling. Krijgt een patiënt met letsel te maken, dan gaan er twee trajecten spelen: een medisch/therapeutisch en een juridisch traject.


Het eerste traject kennen artsen maar al te goed: daar hebben zij immers ettelijke jaren hard voor gestudeerd. Het juridische traject is voor de meesten echter veel onbekender terrein. Toch is de erkenning van letsel én het feit dat het door derden is veroorzaakt, voor de patiënt van groot belang. Vanzelfsprekend speelt de financiële genoegdoening hierbij een grote rol.



Naast medische bestaat er ook een juridische causaliteit. Vaststaat dat voor beide vormen medische informatie van groot belang is. Bij de juridische causaliteit is het echter niet per se noodzakelijk om de precieze relatie tussen het ongeval en de klachten te begrijpen, zolang het één maar een indenkbaar gevolg is van het ander en er geen andere oorzaken zijn aan te wijzen. Voorbeeld hiervan is het fenomeen whiplash.



Dossier


Voor de beoordeling van de juridische causaliteit is het van belang om te beschikken over relevante informatie van huisarts, behandelend arts en/of therapeut(en). Het gaat daarbij primair om feitelijke informatie: welke klachten zijn er, welke behandeling(en) vinden plaats en wanneer was er voor het eerst contact? Secundair gaat het echter ook om de diagnose. De herstelprognose kan eveneens van belang zijn, zeker als er factoren zijn die het herstel belem­meren.



De verstrekking van medische informatie door artsen is onderdeel van de ‘Richtlijnen inzake het omgaan met medische gegevens’ (KNMG). Hierin is geregeld dat de patiënt inzage kan krijgen in zijn dossier, maar ook dat derden informatie kunnen opvragen. Het gaat dan bijvoorbeeld om een gemachtigde, veelal een advocaat, die met toestemming en als verlengstuk van de patiënt inzage kan krijgen in het dossier. Maar ook anderen, zoals politie, Openbaar Ministerie, UWV, pensioenfondsen of verzekeringsmaatschappijen kunnen om patiëntgegevens vragen. Voor de politie is hiervoor zelfs een speciaal formulier ontworpen.1


In Nederland gebeurt het inwinnen van medische informatie vrijwel uitsluitend door (erkende) geneeskundig adviseurs die vaststellen welke informatie nodig is, vraagbrieven opstellen en de ontvangen gegevens beoordelen. Zij maken vervolgens een samenvatting c.q. vertaling voor de dossierbehandelaars, die op hun beurt de informatie weer  koppelen aan het letseldossier. Vaak betreft het een vordering op een verzekeringsmaatschappij in verband met een ongevallen- of aansprakelijkheidsverzekering.



Aanrijding


In de praktijk krijgen informatieverzoeken vaak onvoldoende aandacht. Op zichzelf is dat niet zo heel vreemd: een huisarts met een praktijk van gemiddelde omvang krijgt zowat dagelijks informatieverzoeken, terwijl hij toch vooral bezig is of wil zijn met de zorg voor zijn patiënten. De tijd die gemoeid is met het verstrekken van aangevraagde gegevens, gaat dan ook ten koste van andere activiteiten. Maar soms is ook onvoldoende duidelijk wat het nut van de opgevraagde informatie is omdat er zoveel tijd zit tussen het ongeval en het informatie­verzoek. Het antwoord ligt in dat geval in de reden voor het verzoek.



Stel de heer A. komt op het spreekuur: een 45-jarige patiënt met klachten in, aan en vanuit de wervelkolom, ontstaan na een aanrijding achterop zijn auto. Direct na het ongeval bezocht A. de afdeling Spoedeisende Hulp van het plaatselijke ziekenhuis, nu komt hij met persisterende klachten bij de huisarts. A. wil maar één ding: zo snel mogelijk beter worden en de geruststelling krijgen dat de klachten zullen verdwijnen. De huisarts stelt een expectatief  beleid voor in combinatie met pijnstilling of wellicht een therapeutische aanpak. Eventueel wordt een röntgenfoto gemaakt. Tot zover niets bijzonders.


In een later stadium concludeert A. dat hij toch wel financiële schade lijdt door het ongeval. Mogelijk duren de klachten erg lang, misschien zijn ze zelfs blijvend.



De schade die A. lijdt, kan beperkt blijven tot bijvoorbeeld de kosten van het consult bij de huisarts, maar ook flink oplopen als het letsel bijvoorbeeld tot arbeidsongeschiktheid leidt. Bij ziekte bestaat wel een loondoor­betalingsverplichting, maar er zijn legio situaties waarin deze verplichting  niet of slechts ten dele opgaat.


Ook kan er sprake zijn van andere schade, bijvoorbeeld als A. tijdelijk zijn huishouden niet kan doen, extra uitgaven heeft voor een kinderoppas of voor hulpmiddelen als een halskraag. Dit komt voor rekening van de aansprakelijke partij.2 Het Nederlands recht voorziet voorts ook in een tegemoetkoming voor immateriële schade (smartengeld) als compensatie voor geleden pijn en gederfde levensvreugde.3 Omdat A. meent dat de achterop rijdende automobilist het ongeval heeft veroorzaakt, wordt diens verzekeringsmaatschappij aangeschreven en zal deze de vordering tot schadevergoeding in behandeling nemen. Maar dan.



Machtiging


Het Nederlands recht stelt dat een vergoeding voor letselschade alleen kan worden verleend als het letsel zelf aantoonbaar is. Alleen de verklaring van de patiënt is niet toereikend; A. zal dus informatie uit zijn medische dossier moeten hebben.4 Meestal vraagt de verzekeraar deze gegevens op en wordt de patiënt hiervoor gevraagd een medische machtiging te ondertekenen. In de machtiging staat dat A. de arts toestemming geeft tot het verstrekken van relevante medische informatie aan een met naam genoemde geneeskundig adviseur. Het verzoek betreft informatie over het letsel, het beloop en de ingestelde behandeling(en). Behalve de huisarts zal de geneeskundig adviseur ook informatie opvragen bij geraadpleegde specialisten, fysio- en/of andere therapeuten.



De adviseur zal de ‘beruchte’ vraagbrieven toesturen en als niet tijdig wordt gereageerd zo nodig rappelleren. In het geval de patiënt langzaam herstelt, kan in een later stadium nogmaals informatie worden ingewonnen.


Meestal zijn er meerdere partijen die in verband met een specifiek voorval informatie willen over de patiënt. Het komt dus regelmatig voor dat artsen worden benaderd voor het verstrekken van dezelfde informatie. In alle gevallen geldt dat een door de patiënt ondertekende machtiging moet kunnen worden overlegd.



Vraagbrief


Verzoeken kunnen zowel vlak na een ongeval als een hele tijd later binnen­komen. Als A. naast een vordering tot schadevergoeding bij de aansprakelijke partij ook nog een arbeidsongeschiktheidsuitkering aanvraagt, dan zal immers ook die verzekeraar medische informatie willen.


In de vraagbrief moet duidelijk staan om welke patiënt het gaat, welke informatie precies wordt gevraagd en wat het doel van verstrekking is; verder kan de vraagbrief van geval tot geval verschillen. Beantwoording aan de hand van het SOEP-systeem volstaat meestal.6 Met de verstrekte informatie moeten in ieder geval de gestelde vragen over klachten, diagnose en de ingezette behandeling zijn beantwoord. Soms vraagt een adviseur ook naar specialistenbrieven of kan een afschrift van een melding van een SEH-afdeling nuttig zijn. De vorm waarin de arts informatie aanlevert, staat vrij: zowel handgeschreven tekst op receptenpapier als een getypt antwoord kan voldoen.


In de praktijk komt het natuurlijk voor dat letselschadeslachtoffers voor het ongeval al bepaalde aandoeningen hebben. Over deze preëxistente klachten mag de arts alleen informatie verstrekken als daar nadrukkelijk om wordt gevraagd én als de patiënt de arts daar nadrukkelijk voor heeft gemachtigd.



Geen informatie


Wat zijn de gevolgen als de noodzakelijke informatie niet of niet tijdig wordt verkregen? Opnieuw een casus. Op 15 augustus 2004 krijgt de 29-jarige mevrouw B. een kop-staartbotsing. Direct erna meldt ze zich bij een huisartsenpost, die ze twee dagen later nogmaals bezoekt. In verband met persisterende klachten verwijst de huisarts haar naar een chiropractor. Een paar maanden later volgt ze een advies op voor fysiofitness.


Zowel de huisarts als de chiropractor ontvangt een verzoek om informatie. Alleen de chiropractor reageert. Ook na de nodige bemiddeling door B zelf, verstrekt de huisarts geen informatie. De medisch adviseur van de aansprakelijke verzekeraar weigert op basis van de informatie van de chiropractor - die hij niet als relevante medische informatie beschouwt - om de medische causaliteit tussen ongeval en klachten te erkennen. Dit betekent dat de aansprakelijkheid voor het ongeval wél wordt erkend, maar niét die voor het veroorzaken van letsel.


B. werkte als zelfstandig binnenhuisarchitect en is ten gevolge van het letsel geruime tijd arbeidsongeschikt. Door de weigerachtige houding van haar huisarts, verkeert B. tot op heden in onzekerheid of zij nu wel of niet schadeloos zal worden gesteld.



Vergoeding


Als een patiënt of diens vertegenwoordiger een arts om medische informatie vraagt, hoeft deze zich niet voor niets in te spannen. Voor een toereikende reactie kan de arts een declaratie conform de tarieven van de WGBO toevoegen, gesteld op de naam van de patiënt - de informatie wordt immers in zijn naam opgevraagd. Voldoet de declaratie hieraan, dan zal deze vlot worden voldaan.


Het inwinnen van medische informatie begint langzamerhand overigens een aardige bedrijfstak te worden. Door een organisatie als Europrotector en haar zusterorganisatie Van Ameyde Interschade wordt op jaarbasis zo’n 500.000 euro uitgegeven aan artsen en therapeuten voor de verstrekking van informatie. Opmerkelijk zijn de grote verschillen in de vorm en hoogte van de ingediende declaraties. De standaardvergoeding is de prijs van een à tweemaal een consult, afhankelijk van de omvang van de verstrekte informatie. Niet elke arts of therapeut vindt dat kennelijk een gerechtvaardigde vergoeding: we zien dan ook nogal wat uitersten, zoals een kladje met twee regels zonder wezenlijke informatie voor 100 euro of anderhalf A4’tje met zeer uitgebreide informatie zonder declaratie. Het ligt voor de hand dat wordt verzocht het gedeclareerde bedrag over te schrijven op een praktijkrekeningnummer. Het komt echter regelmatig voor dat wordt gevraagd het bedrag op een andere tenaamstelling of een andere rekening over te schrijven.



Slachtoffer


Medische dossiers zijn niet bedoeld en vaak ook niet ingericht voor gegevensverstrekking aan derden. Maar voor de patiënt is de arts wel het belangrijkste aanspreekpunt ter verkrijging van onmisbare medische informatie. Denk maar aan de richtlijn van de Nederlandse Vereniging voor Neurologen met betrekking tot het post-whiplash-syndroom: klachten moeten binnen 48 uur zijn ontstaan en hebben geleid tot het zoeken van medische hulp - maar dat moet je dan wel kunnen aantonen.5 Lukt dat niet, omdat huisarts of therapeut niet wil meewerken, dan is de patiënt nogmaals slachtoffer. Nogal wat verzekeringsmaatschappijen stellen in zo’n situatie simpelweg dat niet aan alle criteria is voldaan en ontzeggen de patiënt dan het recht op schadevergoeding. Het is dus zeker de moeite waard om meer aandacht te besteden aan verzoeken om medische informatie.



M.J. Oostdam, register personenschade-expert bij Europrotector, een organisatie die opkomt voor de belangen van slachtoffers van letselschade



Correspondentie:

Martin.Oostdam@europrotector.com

;


cc:

redactie@medischcontact.nl


Geen belangenverstrengeling gemeld.



SAMENVATTING

Referenties


1. Aanvraagformulier medische informatie Politie.  2. Artikel 6:162 BW ev.  3. Artikel 6:106 BW.  4. Zie: Richt­lijnen inzake het omgaan met medische gegevens.  5. Neder­­landse richtlijnen voor de bepaling van invaliditeit bij neurologische aandoeningen, uitgave april 1995.  6. Het registratie­systeem van de huisarts in de groene kaart: subjectief, objectief, evaluatie, plan.



Websites over letselschade:


www.europrotector.com


www.letseltelefoon.nl


www.slachtofferhulp.nl

 

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.