Laatste nieuws
Jos van Bemmel
6 minuten leestijd

De kip met de gouden eieren

Plaats een reactie

Ik moet het even kwijt, want ik weet het allemaal niet meer zo goed.

Schippers wil 20.000 euro van de huisarts afnemen en binnenkort zal er nog eens 6000 euro omzetderving volgen als de beleidsmakers eindelijk erkennen dat de werkzaamheid van de griepvaccinatie niet is aangetoond. Vooruit, de prik doet waarschijnlijk wel iets bij lijders aan rooklongen – eufemistisch COPD-patiënten genoemd, die de minister overigens niet langer steunt om van hun verslaving af te komen. Het belang voor de schatkist – meer dan 2 miljard per jaar aan tabaksaccijnzen – weegt blijkbaar zwaarder dan de zorg voor verslaafden.

Ach, waar maak ik me druk om? De keuze is aan de huisarts: vrijwillig 10 procent van zijn inkomsten inleveren of wat ondersteunend personeel ontslaan. Vervelend, maar echt wakker lig ik er niet van.

Waar ik pas echt mijn buik van vol heb is de tweeslachtigheid waarmee de minister (en de zorgverzekeraar) met de eerste lijn omgaat. Mevrouw Schippers onderstreept het belang van een sterke eerste lijn met de huisarts als poortwachter en stelt dat verschuiving van de tweede naar de eerste lijn dé basis is om het lijk dat zorg heet te reanimeren. De kip met de gouden eieren, die voor 4 procent van het zorgbudget 95 procent van de kwalen oplost, moet je niet slachten. En dat weet de minister maar al te goed. Daarover zijn we het eens. Maar zonder goede financiering lukt dat natuurlijk nooit.

Maar al dat gezeur over geld… Gebrek aan geld is echt niet de belangrijkste reden waarom de huisarts niet aan de verwachtingen kan voldoen. De oorzaak ligt veeleer in al die uitwassen die ons zorgstelsel belagen. Welke positie moet de huisarts kiezen, hevig concurrerend met de vele lijkenpikkers, de vele tegengestelde belangen en het gedoogbeleid in dezen van de minister?

Ik vraag me af wat de minister echt wil. Waarschijnlijk niets meer of minder dan veel tevreden kiezers. En de zorgverzekeraar wil veel klanten, dus goedkope zorg: net zó goed dat de klanten niet weglopen. De huisarts wil zijn werk – vaak ook zijn hobby – naar behoren uitoefenen en voldoende verdienen.
En de klant? Die wil alles. Alles om zo lang mogelijk gezond te leven. Maar de klant kan niet goed beoordelen wat goede zorg is. Wat de klant wel kan beoordelen, is de prijs van de zorgpremie die jaarlijks oploopt en waar hij steeds minder voor krijgt.

Ik probeer dat wel eens uit te leggen aan een patiënt die daarover klaagt. Ik vertel dan dat de verschuiving van de tweede naar de eerste lijn weinig kans van slagen krijgt. Dat de minister allerlei deurtjes op een kier laat staan. Zoals de deur van al die tweedelijnspoli’s voor eerstelijnskwalen: de hoofdpijnpoli, de rugstraat, de grieppoli, de duizeligheidspoli. Ik leg dan uit dat ook de onwetendheid van de patiënt hierbij een grote rol speelt. Een CT-scan maakt nu eenmaal meer indruk dan de reflexhamer van de huisarts. Ik vertel dan dat de huisarts moet praten als Brugman om de patiënt weer binnen de eerste lijn te krijgen waar zijn probleem thuishoort. Maar zolang de minister en de zorgverzekeraar dit soort praktijken blijven steunen kan de huisarts het wel schudden.

Ook wijs ik de klagende patiënt op de wildgroei aan geldverslindende privéklinieken die niet altijd voldoen aan de eisen van de beroepsgroep. Privéklinieken waar bovendien relatief veel ingrepen worden gedaan die medisch gezien niet noodzakelijk zijn. Om maar te zwijgen van de preventieklinieken waar eeuwig leven als gebakken lucht wordt verkocht, waar total body scans worden aangeboden voor bodemprijzen die ‘volledig inzicht bieden in uw gezondheid’ waardoor onwetende nog-niet-patiënten patiënt worden gemaakt. En de huisarts mag ze dan weer beter praten. Om nog maar meer te zwijgen van de vele onzinnige, op placeboniveau werkzame alternatieve schijntherapieën die de Vereniging tegen de Kwakzalverij terecht veroordeelt. Maar zo lang de minister al deze wildgroei gedoogt en de zorgverzekeraar het betaalt, is de klant de schijnbare koning – ook al overlijdt die koning soms aan de gevolgen van een liposuctie of een onterechte geruststelling door een preventiekliniek of blijft de ongeboren vrucht van de koningin toch in stuitligging ondanks verwarming van haar kleine teen met rook van brandend bijvoetkruid zoals gepropageerd in het door professor Huib Pols gepromote proefschrift.
En dan zwijg ik nog over het schandalige plan van de minister om de SOS-arts als innovatief initiatief naast de huisarts neer te zetten, omdat zij ‘het nieuwe toetreders mogelijk wil maken zich op de zorgmarkt te bewijzen’. De patiënt kan in alle paniek het nummer van zijn huisarts niet zo gauw vinden, draait vervolgens 06-11 en binnen een mum van tijd staat de goedlachse, commercieel avontuurlijke dokter naast zijn bed. En met droge ogen verkondigt diezelfde minister dus dat zij de huisarts met al zijn dossierkennis als hoeksteen van de zorgsamenleving ziet.

Ik vertel mijn klagende patiënt dat het echt vreemd is dat de verzekeraar huisartsvergoedingen voor bijvoorbeeld gehoortesten en het plaatsen van een katheter heeft geschrapt. Van die gehoortesten kan ik het me wel voorstellen: de mensen gaan – gevoed door de enorme reclamelobby – massaal naar de audicien. Die verdient er terecht aan. Maar als bijwerking stijgt het aantal nooit gebruikte, in een laatje wegterende gehoorapparaten ontoelaatbaar. En die worden (ok, soms maar gedeeltelijk) gewoon vergoed door de zorgverzekeraar. Maar die katheters dan? Dan maak ik duidelijk dat ik als marktwerkende dokter mannen met een volle blaas wel naar de uroloog móet sturen. Marktwerking stelt immers dat de zorg verbetert als dokters aan hun portemonnee denken. Dus als ik gratis katheters plaats terwijl de uroloog ermee kan verdienen, dan steel ik het brood uit zijn mond en denk ik bovendien niet aan mijn eigen inkomsten, zodat ik daarmee letterlijk de marktwerking boycot wat dus slecht is voor de gezondheidszorg. Soms kijkt zo’n zorgpremieklager me dan glazig aan.

Daarnaast vertel ik de klager wiens ogen steeds groter worden een aantal verhaaltjes. Bijvoorbeeld over die patiënt, eigenaar van een restaurant, die door een neuroloog die net een driegangenmenu heeft genuttigd, zonder omhaal (was het de cognac bij de koffie?) uitgenodigd wordt op zijn polikliniek in het ziekenhuis. Als daar blijkt dat de pijn in zijn arm niet van neurologische aard is, verwijst hij naar een orthopeed, die uiteindelijk weer naar mij verwijst. Kosten: twee DBC’s, oftewel 20 driegangenmenuutjes.
Of over farmacologisch professor Jan Henk Out die vindt dat uitvinders van nieuwe medicijnen en de beoordelaars daarvan best dezelfden mogen zijn, waardoor die medicijnen vervolgens door de verzekeraar worden vergoed. Een slager die zijn eigen vlees keurt. En ik vertel de klager dan dat de zorgverzekeraar de huisarts op zijn donder geeft als hij verzuimt ‘doelmatig’ het goedkoopste medicijn voor te schrijven, terwijl de onwetende patiënt die alles wil om niet dood te gaan toch echt de wonderpillen van Jan Henk wil hebben.

Of over de voorgenomen Health Clinic, waar naast een paar specialisten ook een huisarts spreekuur wil gaan houden in ‘mijn wijk’.

Of over gezondheidsinstellingen als Vitea die huisartspraktijken opkopen, waar de huisartsen in loondienst uiteindelijk naar de medisch-inhoudelijke en belangenverstrengelde pijpen van de eigenaren zullen dansen, omdat die eigenaren ook moeten eten.

Of over allerlei nulde- en halfste lijners die borden met opschriften als mental, healing en psychologisch dit en dat in hun voortuin hebben staan, die niet gewoon zijn de huisarts te informeren over hun al dan niet alternatieve therapieën, waardoor ik niet meer weet waar mijn patiënten uithangen, zodat ik voor niks bij de poort sta te wachten.

Of over de gestropdaste uitbater van een MRI-apparaat die afspraken heeft met orthopeden, fysiotherapeuten en sportartsen, waardoor het me duidelijk wordt dat ik bij de verkeerde poort sta. Niet zeuren, want de zorgverzekeraar betaalt en Schippers zag dat het goed was.

Of over Hollandse knieën die door dokters in Thailand worden geopereerd, met alle ondoorzichtigheid van dien (wie betaalt de complicaties?) terwijl onze belastingplichtigen de Thaise seksindustrie al genoeg steunen en het economisch gezien beter zou zijn het Thaise volk via een luchtbrug goede en goedkope huisartsenzorg in Nederland te bieden.

Of over de 6 miljard die de overheid aan subsidies uitgeeft waarvan geen kasboek wordt bijgehouden, terwijl de huisartsenzorg gered zou zijn met 3 procent van dit bedrag.

Of over die allochtoonse mevrouw die een PGB wilde, voor wie ik vijftien bureaucratische vellen papier moest invullen, welk klusje ik uiteindelijk laf heb overgelaten aan een goedwillende maatschappelijk werkster.

Ach, het is wel even genoeg zo. Het lucht toch altijd weer op.

Jos van Bemmel, huisarts in Hoogland


P.S. Sorry, Edith, ik moest het even kwijt. Maar laten we eerlijk zijn: de zorg is geen markt.


Zie ook:

  • Meer meningen in het dossier Huisartsenkorting
  • Columns van Jos van Bemmel in de rubriek Veldwerk

De kip met de gouden eieren moet je niet slachten... <br>beeld: thinkstock
De kip met de gouden eieren moet je niet slachten... <br>beeld: thinkstock
huisartsenkorting
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.