Complementaire behandelwijzen (3)
Plaats een reactieKopsky spreekt over hard bewijsmateriaal voor de werkzaamheid van acupunctuur bij de behandeling van een tenniselleboog (MC 37/2004: 1424) en verwijst naar een review in Rheumatology (22 juni 2004). Het Engelse maandblad voor evidence-based medicine (EBM) Bandolier beoordeelde deze review op enkele vereisten van EBM waaraan trials moeten voldoen voor men van hard bewijs kan spreken (Bandolier 2004; 126 (11), issue 8). Deze criteria hangen samen met kwaliteit, validiteit en omvang van de onderzoeksgroep.
Hun bevindingen: één van de zes geïncludeerde trials was niet behoorlijk gerandomiseerd. Van de overige vijf waren er twee niet dubbelblind. Van de resterende drie onderzoeken rapporteerde er slechts één de resultaten direct na de behandeling. Blijven er twee gerandomiseerde, dubbelblinde trials over die beide uitkomsten geven twee of drie maanden na behandeling. Beide vergeleken echte acupunctuur met nepacupunctuur (er werden andere punten voor de naalden gekozen). In beide onderzoeken was sprake van een halvering van pijnklachten, maar er was tevens geen significant verschil tussen echte en nepacupunctuur (relatieve nut was 1,2 (0,96-1,6)). Beide onderzoeken hadden valide resultaten, maar door het kleine aantal patiënten (totaal123) kunnen geen harde conclusies worden getrokken. Bandolier concludeert dat deze review géén hard bewijs levert voor de werkzaamheid van acupunctuur bij de behandeling van een tenniselleboog.
Kopsky doet de aanbeveling om onbevooroordeeld therapieën te onderzoeken. Dat lijkt me een uitstekende suggestie. Vervolgens moet men de resultaten van deze onderzoeken wel kritisch beschouwen om tot een genuanceerde uitspraak te kunnen komen.
IJsselstein, oktober 2004
- Er zijn nog geen reacties