Brandwondencentra gebruiken uitkomstgegevens sneller

De drie Nederlandse brandwondencentra gebruiken een nieuwe uitkomstenregistratie die de mogelijkheid biedt om snel beleid aan te passen. Plastisch chirurg Paul van Zuijlen (RKZ Brandwondencentrum, Beverwijk) noemt het een uniek systeem, omdat het tegelijkertijd ook in de dagelijkse patiëntenzorg van nut is.

Het gaat om de zogenaamde Burn centers Outcome Registry the Netherlands (BORN). Alle patiënten die in een van de centra onder behandeling zijn, komen hierin te staan. Voor een deel wordt informatie uit het elektronisch patiëntendossier gehaald (zoals patiëntkenmerken, etiologie van de verwonding en type behandeling). Daarnaast ontvangt de patiënt op vaste momenten via e-mail een vragenlijst, waarin vragen over kwaliteit van leven, psychische klachten, lichamelijk functioneren, participatie, werk, pijn en littekens staan. Deze gaan versleuteld naar een centrale database, waar de centra snel de gegevens van meerdere patiënten kunnen analyseren. Daarnaast gaan de gegevens naar de arts, zodat deze samen met de patiënt deze uitkomsten kan gebruiken in een gesprek.

De unieke aard van brandwonden speelt hierbij een rol, zegt Van Zuijlen: ‘Ze liggen aan het oppervlak en daardoor valt er veel aan te meten, zoals kleur en soepelheid. Patiënten kunnen zelf heel nuttige informatie geven, juist omdat het probleem zo aan de buitenkant zit. Maar je zult goed moeten meten om die gegevens ook te kunnen gebruiken. Dat kan met BORN.’ Volgens Van Zuijlen zit de kracht van het systeem in de snelheid waarmee instellingen over gestructureerd zinvolle uitkomstgegevens beschikken waarop zij kunnen sturen én waarmee zij onderzoek kunnen doen. ‘Laat ik zeggen dat er ruimte voor verbetering was. Het is stuitend hoe weinig keihard bewijs er is voor werkzame behandelingen voor brandwonden. Dat levert vertraging op. Wat mij onder meer aanzette tot beter meten van uitkomsten, was de introductie van vettransplantaties. We zijn daar sinds een jaar of tien mee bezig, en boekten er succes mee bij mensen met diepe verbrandingen, bij wie het litteken direct op spier of bot lag. De verzekeraars wilden echter niet vergoeden, omdat het alleen een cosmetisch effect zou hebben. Nadat wij veertig mensen hadden geïncludeerd konden wij overtuigend bewijs van de effecten op functioneren laten zien. Dat kan alleen als je snel over bruikbare informatie beschikt en BORN helpt daarbij. Zeker omdat we samenwerken met de TU Delft en het Institute for Advanced Studies kunnen we de techniek daarbij zo goed mogelijk inzetten.’ Van Zuijlen zegt dat Europese collega’s geïnteresseerd zijn in het systeem.