Laatste nieuws
Simone de Schipper
8 minuten leestijd
neurologie

‘Bewustzijn is geen luxe’

Plaats een reactie

Antonio Damasio over het belang van emoties en gevoel



‘Bewustzijn hebben we nodig om ons leven in stand te houden.’  Volgens neuroloog prof. dr. Antonio Damasio wortelt de wonderbaarlijkste uiting van het menselijk brein in de hersencircuits voor basale lichaamsregulatie. ‘De film in het brein’en het ‘ik-besef’ vormen de kern.

Antonio Damasio, hoogleraar neurologie en hoofd van de afdeling Neurologie van het medisch centrum van de universiteit van Iowa, spreekt vol overtuiging over bewustzijn. Collega-onderzoekers richten zich liever op signaaloverdracht, attentie en andere onderwerpen die zich toegankelijker tonen voor elektroden en scanners. Bewustzijn was tot voor kort de speelbal van modellerende informatici, en vaker nog van filosofen die vinden dat het wordt gedragen door de hoogstaande menselijke pilaren denkvermogen, geheugen en taal.


Damasio echter haalt het bewustzijn met een flinke ruk van dat voetstuk. Het bewustzijn komt voort uit emoties en gevoelens, die op hun beurt in het verlengde liggen van de basale regulatie van het lichaam en zijn biochemische evenwichten, betoogt hij in drie boeken.


Het eerste, De vergissing van Descartes, werd vertaald in zeventien talen en gelezen door leken en neurologen. Damasio werkte zijn ideeën verder uit in Ik voel dus ik ben, en rondt nu het laatste deel af. Opnieuw verwijst de titel naar een 17e eeuwse filosoof, dit keer Spinoza. ‘Hij is bekend geworden om zijn andere werken, maar hield zich ook bezig met de relatie tussen lichaam en geest, en met emoties en hoe die verband houden met ons gedrag. Hij kon niet weten wat we nu weten, maar hij zat er veel dichter bij dan zijn tijdgenoten, inclusief Descartes, die toen ook in Holland woonde. Ik denk dat Spinoza in vele opzichten een voorloper was.’

Ook Damasio levert geen afgeronde theorie van het bewustzijn, maar wel een nieuw raamwerk dat beter past bij de praktijkervaring van neurologen en het evolutionair perspectief van biologen. Het raamwerk moet nog verder worden getoetst en ingevuld.


Damasio spreekt in zijn ruime werkkamer in Iowa. Dit agrarische middle of nowhere is niet de omgeving waar je vooruitstrevende gedachten over ongrijpbare onderwerpen verwacht.


Toch was juist de verlaten ligging een gouden greep voor het Portugese onderzoeksechtpaar Antonio en Hanna Damasio. Eind jaren zeventig, toen de Damasio’s naar Iowa kwamen, begonnen ze aan een register van neurologische patiënten. Hersenanatomie, functionele MRI, neuropsychologisch functioneren, alles werd genoteerd. Omdat dit het enige academisch ziekenhuis in de wijde omtrek is, komen alle patiënten met complexe afwijkingen hierheen. Sommige mensen worden al zo’n twintig jaar gevolgd.


Het register omvat inmiddels ruim 2.500 patiënten en is een goudmijn voor de onderzoeklabs van de neurologieafdeling, die dan ook voor een belangrijk deel bestaan uit snelle computers om nieuwe verbanden te vinden tussen het stoffelijke brein en de geest. De unieke verzameling patiënten leidde Damasio naar zijn gedachten over emotie, gevoel, en hun rol in het bewustzijn.


Damasio heeft het druk. De neurologieafdeling leiden - hij is een van de grootste beurzenwervers van de universiteit - en toch nog sterk betrokken zijn bij het wetenschappelijk onderzoek van zijn afdeling, levert hem een dubbele werkweek, strak ingedeeld door zijn assistenten. In een soort consult, tussen bestuursoverleg en patiënt door, licht Damasio zijn ideeën over het bewustzijn toe.

Het bewustzijnsveld is nog jong; onderzoekers zijn het zelfs nog niet eens over de definitie. Wat verstaat u onder bewustzijn?

‘Mijn werkdefinitie bestaat uit twee onderdelen. Enerzijds heb je de geest, een stel mentale representaties in verschillende zintuigmodaliteiten. Ik noem dat ‘de film in het brein’. Daarnaast is er het ‘zelf’, het deel van je bewustzijn dat het besef geeft dat die geest jóuw geest is, dat het in jouw perspectief gebeurt. Het is de bewuste geest, de geest die refereert aan zichzelf.


‘De film in het brein is een samenvoeging van de beelden van verschillende zintuigen. Je kijkt bijvoorbeeld nu naar mij, maar je hoort ook mijn stem. Ik gebruik de metafoor ‘film’ omdat we al die indrukken waarschijnlijk in de hersenschors integreren en synchroniseren, net als in een film.’


Damasio’s metafoor omvat echter meer sporen: temperatuur en pijn bijvoorbeeld, of de waarneming van spierbewegingen en ingewanden.

Maar dan is er nog het mysterieuze ik-besef.

‘Ja, iets zegt je dat deze combinatie van beelden echt jouw combinatie is. Je voelt ze als de jouwe. Dat zelfgevoel is een basaal niveau van bewustzijn, ook dieren hebben het.’


De basis van het ik-gevoel zoekt Damasio in de structuren die zorgen voor de belangrijkste voorwaarde voor ieder levend wezen: homeostase. Om het biochemisch evenwicht in het menselijk lichaam te reguleren, geven de hersenstam en de thalamus continu de toestand van het organisme weer en alle veranderingen die het doormaakt. Damasio ziet in deze weergave een rudimentaire voorloper van het ik-gevoel.


‘De hersenstructuren die het organisme en de omgeving in kaart brengen, en die we gebruiken wanneer we emoties en gevoelens hebben - naast de hersenstam en de thalamus ook de hypothalamus, de gyrus cinguli en de somatosensorische cortices - maken ook een nieuwe representatie. Het is een representatie van een hogere orde, namelijk van de interactie van het organisme met de buitenwereld, en van hoe het organisme wordt beïnvloed door contact met het object uit de buitenwereld.’ Voor Damasio geen homunculus, de bekende spelbreker van bewustzijnstheorieën, want hoe is dat mannetje in het hoofd dan weer bewust? Volgens Damasio laat die extra informatie van de nieuwe representatie, binnen de ‘film’ zien wie de eigenaar is van de film, wie die gedachten heeft. ‘Je neemt waar dat die beelden zich in jou afspelen. De waarneming van het zelf ontstaat.’

Door taal zouden  we in staat zijn om over onszelf te denken en ons bewust te zijn van onze gedachten. U spreekt echter zelden over taal en geeft alle eer aan emoties.

‘Taal is helemaal niet belangrijk voor het basale bewustzijn. Het besef dat je naar me kijkt, dat de geest die naar me kijkt en me hoort de jouwe is, daar heb je geen woorden voor nodig. Het gaat via emotie en gevoel.’


In zijn boeken wijdt Damasio uit over hoe de basis van het zelf, namelijk de toestand van het lichaam en veranderingen in dat lichaam, van zich laten horen als positieve of negatieve gevoelens, drijfveren en motivaties. Hij noemt ze onze ‘survival kit’. ‘Het hele proces van het zelf gaat over de manier waarop we als organismen de wereld voelen en erop reageren. Emotie en gevoel zijn boven alles een werktuig om ons leven in stand te houden en te reguleren. Ze zijn onderdeel van het systeem dat de lichamelijke evenwichten handhaaft.


‘Bewustzijn is slechts een extra stap in het verlengde van emotie en gevoel. Bewustzijn staat je toe beter te weten wat de wisselwerking is tussen je lichaam en zijn omgeving, om met ingewikkelder vormen van gedrag te reageren, toegesneden op de specifieke situatie. Het komt van pas bij het instandhouden van je leven. Mijn suggestie is dan ook dat bewustzijn is voortgekomen uit het proces van emotie en gevoel. Het bewustzijn is geen luxe, net zomin als emoties en gevoelens luxe zijn. We hebben het nodig.’


Bewustzijn is volgens hem een extra dimensie van de representatieprocessen die leiden tot gevoel, en hij merkt op dat het zelfbesef ontstaat als een speciaal soort gevoel.


Damasio realiseerde zich de nauwe verwantschap tussen gevoel en bewustzijn door de vele casestudies waarmee hij ook zijn boeken doorspekt. Het zijn doorgaans patiënten die beschadigingen opliepen aan de hersenen, en daardoor aan vaak fundamentele vermogens: de stem van een vriend of je eigen spiegelbeeld herkennen, angst of emoties in het algemeen voelen, herinneren wat er een minuut geleden gebeurde, en wie je eigenlijk bent. Het contact met die mensen leidde Damasio tot deze conclusie: verstoringen in het bewustzijn, zelfbesef en weten, staan waakzaamheid en eenvoudige vormen van aandacht en gedrag niet in de weg, maar ze gaan wel altijd gepaard met verlies van emoties.

‘Taal speelt wel een rol, maar vooral op andere niveaus van weten. Naast een goed geheugen hebben mensen enorme hoeveelheden kennis en rationele vermogens, waarmee analyse op veel hoger niveau mogelijk wordt. We plaatsen het eenvoudige zelfbesef en onze kennis in het perspectief van een voorgeschiedenis en toekomstverwachting, van onze persoon met een eigen naam en identiteit. Dat is het complexere, autobiografische bewustzijn.


‘Onze toekomstverwachting is eigenlijk ook een herinnering. We herinneren ons onze plannen. Bij dat autobiografische bewustzijn, waarin je weet dat je persoon X bent die in Iowa City een gesprek voert, is taal wel erg handig. Het zou wel kunnen zonder taal, maar het wordt moeilijk.


‘De meeste mensen denken alleen aan deze complexere processen van het bewustzijn, maar de kern ervan is ‘de film in het brein’ en het eenvoudige ‘ik-besef.’

U onderscheidt gevoel van emotie. Een van de patiënten hier in Iowa had een beroerte die hem achterliet met emoties maar zonder gevoel. Dat is moeilijk voor te stellen.

‘Emotie en gevoel zijn niet hetzelfde. Een emotie is een voorgeprogrammeerde, automatische reactie die grotendeels wordt uitgevoerd door het motorische systeem en het autonome zenuwstelsel. Dit gaat automatisch. Als ik je laat schrikken, dan geeft de amandelkern een signaal aan de hersenstam. Je reageert met angst. Je gezicht verandert, organen nemen een bepaalde toestand aan, je bewegingen veranderen, misschien ren je zelfs weg. Dat is emotie.
‘Daarna moeten die veranderingen in de geest worden weerspiegeld. Dat gebeurt elders, buiten de amandelkern en de hersenstam, onder andere in de gyrus cinguli. Die representatie wordt een gevoel. Als die afbeelding van de emotie door hersenbeschadigingen niet tot stand kan komen, dan heb je nog wel de lichamelijke emotie, maar niet het bijbehorende gevoel.’

Andere onderzoekers wijzen op de hoogfrequente thalamocorticale oscillaties, aanwezig tijdens bewustzijn, afwezig tijdens bijvoorbeeld slaap en anesthesie. Het zou een snelle uitwisseling kunnen zijn tussen thalamus en cortex om veel informatie tegelijk beschikbaar te houden. Mensen als prof. dr. Fernando Lopes da Silva (Universiteit van Amsterdam en Instituut voor Epilepsiebestrijding Meer en Bosch, Heemstede) en prof. dr. Rodolfo Llinas (New York University School of Medicine), noemen het essentieel voor bewustzijn.

‘Het is absoluut niet strijdig. Het gaat over verschillende niveaus. Ik denk over het proces in de grotere systemen, in de grotere hersenonderdelen die een aanwijsbare taak hebben. Lopes da Silva of Llinas is geïnteresseerd in bepaalde subcomponenten op het niveau van neuronen.


‘De thalamocorticale interacties zijn onmisbaar om ‘de film in het brein’ te creëren, om de beelden in de geest goed te coördineren in de tijd. Het zijn andere onderdelen van dezelfde puzzel.


‘Al die organisatieniveaus - cellen, kleine circuits, grotere circuits, gebieden, verbindingen tussen die gebieden, de grotere architectuur van onderdelen, de kwabben, schors, hersenhelften - alles moet met verschillende technieken worden bestudeerd. De hersenen zijn niet uit zeep gemaakt, of zoals de lever uit eenvoudige cellen waarbij het er niet toe doet welke waar zitten. Het is een complex systeem van systemen.’

U bent zowel medisch als wetenschappelijk opgeleid en u bent als onderzoeker altijd met patiënten blijven werken.

‘Soms vallen je als arts dingen op die je inspireren om over een bepaald probleem na te denken of om het wetenschappelijk te onderzoeken. Maar ik werk ook met de gegevens van het laboratorium en ik ontwerp experimenten. Het ligt zo dicht bij elkaar.’

En andersom, helpt uw werk aan het bewustzijn u bij het behandelen van patiënten?

‘Voor de behandeling, dat weet ik niet, wel voor de diagnose. Bij epilepsie bijvoorbeeld. Door het werk dat we hebben gedaan om te begrijpen hoe toevallen kunnen leiden tot afwezigheid, kunnen we beter uiteenrafelen wat er precies aan de hand is. We kunnen nu beter de vele stadia onderscheiden waar een patiënt doorheen kan gaan.


‘Het kan bijvoorbeeld zijn dat de patiënt in het begin van de toeval slechts wat onoplettend is, maar daarna het zelfbesef verliest. Hij is zich dan niet langer bewust in de ware zin van het woord. Maar de persoon heeft nog wel zijn spierspanning, hij is niet in coma.


‘Het is belangrijk om duidelijk te hebben of het een toeval met bewustzijnsverlies is, en in welke fase dat verlies optreedt, in plaats van simpelweg te zeggen: de patiënt heeft een toeval.’ n

Mw. S. de Schipper is wetenschapsjournalist

Foto: Jon van Allen

Drie boeken waarin Antonio Damasio zijn visie uiteenzet over bewustzijn en het belang van emoties:

neurologie hersenen
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.