Astmabehandeling kinderen vaak suboptimaal

De werkzaamheid van de behandeling bij kinderen met astma moet regelmatig worden gecontroleerd. Vaak zijn kleine aanpassingen nodig om de klachten te verminderen.

Dit blijkt uit een studie gepubliceerd in NEJM van 4 maart 2010. Robert Lemanske c.s. onderzochten 182 kinderen tussen de 6 en 17 jaar, met persisterende astmatische klachten ondanks 100 microgram fluticason, een inhalatiecorticosteroïd (ICS), twee keer per dag.

In deze gevallen is zwaardere therapie noodzakelijk om de klachten in toom te houden. Elke patiënt kreeg drie verschillende therapieën in willekeurige volgorde gedurende in totaal 48 weken. Deze zogenaamde step-uptherapieën bestonden uit een tweeënhalf maal verhoogde dosis ICS (ICS step-up), of de oorspronkelijke dosis ICS met een langwerkend bètamimeticum (LABA step-up), of de oorspronkelijke dosis ICS met een leukotriene  receptorantagonist (LTRA step-up).

Vervolgens keken de onderzoekers naar het aantal exacerbaties, het aantal dagen dat de astma onder controle was en naar de FEV1. Elke therapie werd vergeleken met de andere twee en aan de hand van deze uitkomsten als meer of minder effectief gescoord.

Bijna alle kinderen reageerden verschillend op de drie verschillende therapieregimes.

Toevoeging van een bètamimeticum gaf de hoogste kans op de beste respons, maar er waren ook veel kinderen die juist het beste reageerden op de ICS-step-up of de LTRA-step-up. Het is dus wijsheid de effectiviteit van elke astmabehandeling vaak te controleren en zo nodig over te stappen op een ander regime. NL

NEJM 2010, doi 10.1056/NEJMoa1001278: Daily versus As-Needed Corticosteroids for Mild Persistent Asthma

Lees ook:

• Meer nieuws