Tuchtrecht
Sophie Niemansburg
Sophie Niemansburg
9 minuten leestijd
Tuchtrecht

Huisarts geeft politie onterecht medische informatie over inbrekende patiënt

Uitspraak: Gegrond, geen maatregel

2 reacties
Getty Images
Getty Images

‘De terreur die de patiënt uitoefende moet een enorme impact hebben gehad op de huisarts, de praktijk en het gezin’, reageert huisarts Avi Teszler op een tuchtzaak tegen een huisarts. In korte tijd krijgt die huisarts te maken met twee inbraken in zijn praktijk en brandstichting in de auto van zijn echtgenote, vóór hun huis. Gelukkig blijft het alleen bij materiële schade, maar uiteraard grijpt dit het gezin erg aan. Wanneer de huisarts aangifte bij de politie doet, vermeldt hij ook wie hij verdenkt van deze strafbare feiten. Namelijk een patiënt van hem die een halfjaar eerder een tuchtklacht tegen hem heeft ingediend – die niet-ontvankelijk is verklaard – en die af en toe verward is.

Bovendien vertelt de huisarts de politie dat er rondom de periode van de vernielingen een conflict met hem speelde, omdat de patiënt tevergeefs om een tbc-onderzoek verzocht. De man liep om die reden op de dag van de tweede inbraak bijvoorbeeld onaangekondigd de spreek­kamer binnen waarbij hij volgens de assistente verward leek.

De huisarts realiseert zich de dag na de aangifte, en na contact met de KNMG, dat hij die medische informatie over het tbc-onderzoek niet had hoeven en mogen noemen, en probeert dit uit de aangifte te laten halen, maar dat doet de politie niet. De patiënt verwijt hem dit en spant een tuchtzaak tegen de huisarts aan omdat hij zijn beroepsgeheim heeft doorbroken. De huisarts erkent bij het tucht­college ook dat hij dit beter niet had kunnen vermelden, maar ook dat hij in een ‘bizarre situatie’ verkeerde en ook dat dit eigenlijk geen medische informatie was – dat laatste wordt niet verder verduidelijkt in het tuchtcollegeverslag. Het regionaal tuchtcollege (RTG) gaat mee met de patiënt en vindt dat de huisarts deze informatie over het tbc-­onderzoek niet had moeten verstrekken, omdat dat niet noodzakelijk was en wel degelijk medische informatie bevatte. Wel had hij mogen vermelden dat de patiënt om ‘een onderzoek’ verzocht had, dus met weglating van ‘tbc’ en dat hij daarbij een verwarde indruk maakte. Het college vindt de klacht gegrond, maar heeft ook begrip voor de situatie van de huisarts. Ook het feit dat de huisarts zijn fout heeft proberen recht te zetten pleit voor hem. Het RTG leg dan ook geen maatregel op.

Huisarts Avi Teszler vindt het een ‘wijs oordeel’ van de tuchtrechter. Volgens hem staat de ‘relatief futiele overtreding van de privacy­regels niet in verhouding tot het door de patiënt berokkende leed’. En verder vindt hij: ‘Duidelijk is dat de patiënt blijkbaar goed op de hoogte is van zijn rechten, maar daar staan voor hem kennelijk geen fatsoens­plichten tegenover. Het voelt onrechtvaardig als de patiënt vervolgens aanspraak mag blijven maken op een behandelovereenkomst met alle daaruit voortvloeiende rechten. In de praktijk ben je als hulpverlener weerloos tegen zulk onacceptabel gedrag.’

Adviseur gezondheidsrecht bij de KNMG Anneloes Rube begrijpt de moeilijke situatie van de arts, maar ook dat de tuchtrechter de klacht gegrond verklaart. ‘Op het eerste gezicht lijkt de doorbreking van het beroepsgeheim misschien “klein”, maar het beroepsgeheim is er niet voor niets. Naast het individuele belang van de patiënt dient het ook een maatschappelijk belang. Patiënten moeten zich vrij voelen om hulp te zoeken bij een arts en erop kunnen vertrouwen dat hun gegevens veilig zijn.’ De patiënt zelf is inmiddels veroordeeld tot een jaar celstraf en tbs, nadat bleek dat hij inderdaad de dader was van de brandstichting en inbraken.

Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle d.d. 29 september 2023

Luister ook MC de podcast waarin deze zaak besproken wordt:

de volledige uitspraak

Beslissing van 29 september 2023 op de klacht van A, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) te B, klager, tegen C, huisarts, werkzaam in D, verweerder, hierna ook: de huisarts, gemachtigde: mr. K. Zeylmaker, werk­zaam in Leusden.

1. De zaak in het kort

1.1 Klager is als patiënt ingeschreven geweest bij de praktijk van de huisarts. In 2021 werd er tweemaal ingebroken in de huisartsenpraktijk en werd de auto van de echtgenote van de huisarts in brand gestoken. De huisarts heeft hier aangifte van gedaan. Hij heeft daarbij gezegd dat hij het vermoeden had dat klager de dader was. Reden hiervoor was dat hij wist dat klager ontevreden over hem was en wel eens een verwarde indruk heeft gemaakt en om een TBC-onderzoek had verzocht. Klager is van mening dat de huisarts met het laatste zijn beroepsgeheim heeft geschonden en verwijt dat de huisarts.

1.2 Het college komt tot het oordeel dat de klacht gegrond is. Het college ziet niettemin af van het opleggen van een maatregel. Hierna licht het college het voorgaande toe.

2. De procedure

2.1 Het college heeft de volgende stukken ontvangen:

  • het klaagschrift, ontvangen op 19 december 2022;
  • het aanvullende klaagschrift met de bijlage(n), ontvangen op 28 december 2022;
  • nog een aanvullend klaagschrift, ontvangen op 30 maart 2023;
  • het verweerschrift met de bijlage(n);
  • de repliek;
  • het proces-verbaal van het op 12 juli 2023 gehouden mondelinge vooronderzoek;
  • een aanvullend stuk, ontvangen van de huisarts op 15 augustus 2023.

    2.2 De zaak is behandeld op de openbare zitting van 29 augustus 2023. De huisarts was aanwezig en werd bijgestaan door zijn gemachtigde. Klager was afwezig en heeft ook geen gebruik gemaakt van de hem geboden mogelijkheid om digitaal deel te nemen aan de zitting.

    3. De feiten

    3.1 Van november 2019 tot november 2021 was klager patiënt bij de praktijk van de huisarts.

    3.2 Op maandagochtend 8 november 2021 bleek dat er was ingebroken in de praktijk van de huisarts. Er waren braaksporen en een computer was verdwenen. De huisarts deed aangifte van diefstal. In de nacht van 8 op 9 november 2021 werd de auto van de echtgenote van de huisarts voor hun privéwoning in brand gestoken. De brand is geblust door de brandweer. Toen de politie vroeg of de huisarts een mogelijke dader in gedachten had, dacht hij aan klager. Reden hiervoor was dat klager een half jaar eerder een tuchtklacht tegen hem had ingediend. Die klacht is kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat klager geen griffierecht had betaald.  

    3.3       De huisarts is enkele dagen niet in de praktijk geweest. De assistente was als enige in de praktijk aanwezig, enkel om telefoontjes te beantwoorden en patiënten te verwijzen naar een waarnemer.

    3.4       Op 11 november 2021 kwam klager eind van de middag naar de praktijk. Klager wilde dat er een TBC-bloedonderzoek bij hem zou worden verricht. De assistente verwees klager naar de waarnemer, maar klager wilde niet verwezen worden. Hij liep zomaar de spreekkamer van de huisarts in en werd door de assistente overgehaald de praktijk te verlaten.

    3.5       In de nacht van 11 op 12 november 2021 werd er weer ingebroken in de praktijk. Een sleuteltje en de telefoon van de assistente waren verdwenen. Daarnaast was een van de ruiten van de spreekkamer van de huisarts ingegooid. De assistente was ervan overtuigd dat klager dit moest hebben gedaan.

    3.6       In het proces-verbaal van de aangifte op 12 november 2021 staat onder meer het volgende in de verklaring die de huisarts heeft afgelegd (dit citaat is overgenomen inclusief eventuele type- en taalfouten):

    “U vraagt mij of ik een vermoeden heb wie dit gedaan kan hebben in het bijzijn van mijn assistente [naam assistente]. Eerder heb ik al genoemd dat een patiënt van mij, [naam patiënt], zich niet geholpen voelde door mij. Mijn assistente [naam assistente] vertelt in uw bijzijn dat zij gisteren email verkeer heeft gehad met [naam klager]. Hij stuurde een verzoek voor een TBC-onderzoek. Mijn assistente heeft toen uitgelegd dat zij dat niet zomaar kan en dat ik ziek was. Na wat getouwtrek over dit TBC-onderzoek heeft mij assistente hem doorverwezen naar dokter [naam dokter].  

    Vervolgens is [naam klager] op 11 november omstreeks 16:40 uur de praktijk is binnengelopen en liep hij regelrecht naar mijn spreekkamer waar ook de ruit is vernield. Toen sprak mijn assistente hem aan en gaf hij weer aan een TBC-onderzoek te willen waarop hij wederom is verwezen naar dokter [naam dokter] aangezien ik er niet was. Tijdens dit voorval gf mijn assistente aan dat [naam klager] een verwarde indruk maakte. Hij at met zijn handen aan zijn hoofd alsof het hem allemaal teveel werd. Hij is na dit voorval weggegaan en heeft toen geen gekke dingen gedaan.”  

    3.7       Klager is op 25 november 2022 door de rechtbank strafrechtelijk veroordeeld voor de inbraken en de brandstichting, waarbij een gevangenisstraf voor de duur van 375 dagen en de maatregel van TBS met bevel tot verpleging is opgelegd aan klager. Klager is tegen deze beslissing in beroep gegaan. 

    4. De klacht en de reactie van de huisarts

    4.1 Volgens klager heeft de huisarts zijn beroepsgeheim geschonden doordat hij vertrouwelijke informatie over klager heeft gedeeld met de politie zonder klagers toestemming. Hij heeft namelijk gemeld dat klager voor een TBC-onderzoek naar de praktijk was gekomen.

    4.2 De huisarts heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Achteraf gezien is de huisarts van mening dat hij beter niets over het TBC-onderzoek had kunnen zeggen. Hij heeft zich dat al snel na de aangifte gerealiseerd en de politie verzocht “TBC-onderzoek” of slechts “TBC” te verwijderen uit de aangifte, maar dat wilde de politie niet. Hoewel de huisarts weet dat het beter was geweest het TBC-onderzoek niet te vermelden, is hij ook van mening dat hij hiermee nog geen medische informatie over klager heeft verstrekt. Daarnaast geldt dat hij in een bizarre situatie verkeerde en in een conflict van plichten. 

    4.3 Het college gaat hieronder verder in op de standpunten van partijen.

    5. De overwegingen van het college

    De criteria voor de beoordeling

    1. In deze zaak gaat het om de vraag of de huisarts met het verstrekken van informatie over klager zijn beroepsgeheim heeft geschonden en – zo ja – of dat hem tuchtrechtelijk verweten kan worden. Van belang hiervoor is de ‘Handreiking Beroepsgeheim en politie/justitie’ van de KNMG, herziene versie februari 2012 (hierna: de handreiking).
    2. De situatie die hier speelt, valt onder de bijzondere situaties die bedoeld worden op pagina 25 e.v. van de handreiking. De huisarts verdacht klager ervan strafbare feiten ten opzichte van hem en zijn echtgenote te hebben gepleegd. Hij heeft deze verdenking genoemd en toegelicht aan de politie toen hij aangifte deed. Hierbij heeft hij aangegeven dat klager op 11 november 2021 nog in de praktijk was geweest, omdat hij een TBC-onderzoek wilde, en een verwarde indruk maakte op de assistente. Volgens de handreiking mag een arts bij de aangifte tegen een patiënt/verdachte geen medische informatie verstrekken over de verdachte patiënt en sowieso niet meer informatie dan noodzakelijk. Het college is van oordeel dat de informatie dat klager voor een TBC-onderzoek kwam niet alleen medische informatie bevat, maar bovendien niet noodzakelijk was voor het doen van aangifte. De huisarts had wel mogen vermelden dat klager voor ‘een onderzoek’ kwam en daarbij een verwarde indruk op de assistente maakte, maar niet voor welk onderzoek klager kwam.Door toch aan te geven dat het om een TBC-onderzoek ging, heeft de huisarts zijn beroepsgeheim ten opzichte van klager geschonden. Dit maakt dat de klacht gegrond is.

    Maatregel

    De vraag ligt voor of een, en zo ja welke, maatregel passend is. Het college overweegt het volgende. Wat de huisarts en zijn gezin is overkomen, is zeer ingrijpend en traumatiserend geweest. De gebeurtenissen hebben veel impact gehad en angst veroorzaakt. Ter zitting heeft de huisarts gezegd dat hij en zijn echtgenote daar nog steeds last van ondervinden. Ook op de assistente zouden de gebeurtenissen veel impact hebben gehad. De huisarts heeft in die toestand een verklaring afgelegd aan de politie. Niettemin had de huisarts zich als professional moeten realiseren dat hij een zorgrelatie, waarvan het beroepsgeheim onderdeel uitmaakt, onderhield met klager. Het college acht verder van belang dat de huisarts – weliswaar tevergeefs – de volgende dag nog heeft geprobeerd zijn omissie te herstellen door de politie te verzoeken de aangifte aan te passen. De huisarts deed dit op advies van de KNMG waarmee hij contact had gezocht over zijn verklaring aan de politie, omdat hij zich afvroeg of hij te ver was gegaan gelet op zijn beroepsgeheim. Een en ander maakt naar het oordeel van het college dat de klacht weliswaar gegrond zal worden verklaard, maar dat het college geen reden ziet om aan de huisarts een maatregel op te leggen

        Publicatie

        In het algemeen belang zal deze beslissing worden gepubliceerd. Dit algemeen belang is erin gelegen dat het hier om een uitzonderlijke situatie gaat en andere zorgverleners mogelijk iets kunnen leren van wat hiervoor onder 5.2 is overwogen.

          6. De beslissing

          Het college:

          • verklaart de klacht gegrond, maar legt geen maatregel op;
          • bepaalt dat deze beslissing, nadat die onherroepelijk is geworden, zonder vermelding van namen of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan de tijdschriften Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Gezondheidszorg Jurisprudentie en Medisch Contact.

            Deze beslissing is gegeven door Th.A. Wiersma, voorzitter, C.A. Bol, lid-jurist, A.H.M. van den Nieuwenhof, H. Donkers en A.D.J. van Empel, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door L.C. Commandeur, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 29 september 2023.

            Lees ook:
            Tuchtrecht privacy beroepsgeheim
            • Sophie Niemansburg

              Sophie Niemansburg werkt sinds 2022 als journalist bij Medisch Contact Ze schrijft onder meer voor de rubrieken tucht en wetenschap. Ook bespreekt ze regelmatig een tuchtzaak in de wekelijkse podcast van Medisch Contact.  

            Op dit artikel reageren inloggen
            Reacties
            • neuroloog, G. Douma

              Een bizarre uitspraak. Door het noemen van het woord "TBC" wordt deze huisarts veroordeeld. Een huisarts die wordt geterroriseerd door een persoon die die bij hem inbreekt, steelt en de auto van zijn vrouw in brand steekt. Zeer ingrijpende gebeurteni...ssen in het leven van deze huisarts en zijn gezin. Een persoon die al eerder had gedreigd met een tuchtzaak en die op deze manier met medewerking van het tuchtcollege alsnog wordt beloond. Wat coulant dat er geen straf wordt opgelegd. Wat zijn wij toch correct en goed bezig.

            • B. Köycü

              Psychiater, Haarlem

              Uitspraak is in lijn met de uitslag van de verkiezingen.
              Kort door de bocht, maar wat zou de uitspraak zijn geweest als de achternaam van deze collega Jansen/ de Vries was geweest?
              Noodgedwongen negeren we ons beroepsgeheim voor de zorgverzekeraar...s al jaren en dat mag gewoon?
              Vrouwe Justitia, zat uw blinddoek niet goed?
              Zorgelijk dit.

             

            Cookies op Medisch Contact

            Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.