Huisarts had spoedconsult beter moeten monitoren
Plaats een reactieBeklaagde heeft vanwege een fors verhoogde bloeddruk bij klaagster contact opgenomen met de dienstdoende neuroloog en besproken dat er een spoedconsult zou plaatsvinden. Hiervan is echter geen aantekening gemaakt in het dossier. Het consult bij de neuroloog vond uiteindelijk elf dagen later plaats.
Volgens het college had beklaagde met betrekking tot dit spoedconsult een vinger aan de pols moeten houden. Eventueel had beklaagde zelf een verwijzing kunnen maken of klaagster kunnen meegegeven dat – indien zij geen bericht zou ontvangen van de neuroloog – zij weer contact met haar mocht opnemen.
Nu zij dit heeft nagelaten, is het college van oordeel dat beklaagde is tekortgeschoten wat betreft het monitoren van de spoedafspraak. Het RTG legt een waarschuwing op. Daarbij neemt het mee dat beklaagde heeft aangegeven dat het achteraf beter was geweest als zijzelf het tijdsverloop van het maken van de afspraak met de neuroloog in de gaten had gehouden. Zij heeft daarmee enige zelfreflectie getoond.
RTG Groningen, 22 februari 2022
Elke week selecteren KNMG-juristen opvallende uitspraken in het gezondheidsrecht. Een volledig overzicht kunt u vinden op medischcontact.nl/recht. Tegen uitspraken van regionale tuchtcolleges kan tot zes weken na de uitspraak nog hoger beroep worden aangetekend.
Meer tuchtrecht- Er zijn nog geen reacties