Nieuws
Simone Paauw
Simone Paauw
3 minuten leestijd
seksualiteit

Moet ik nou wel of niet iets zeggen over m’n seksuele geaardheid?

Plaats een reactie
Ella Tilgenkamp
Ella Tilgenkamp

Tijdens de coschappen vinden veel lhbti-geneeskundestudenten het moeilijk om voor hun geaardheid uit te komen. De stichting RozeinWit wil daar wat aan doen.

Coassistenten en jonge artsen vinden het anno 2018 nog altijd moeilijk om open te zijn over hun seksuele geaardheid. Dat zeggen de bestuursleden van de stichting RozeinWit, die dit voorjaar werd opgericht. RozeinWit wil seksuele en genderdiversiteit in de medische wereld én in de geneeskunde­opleidingen zichtbaar maken en bijdragen aan de acceptatie van lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender en interseksuele (lhbti) geneeskundestudenten, artsen en andere zorgverleners.

Dat met name coassistenten het lastig vinden om voor hun geaardheid uit te komen, heeft vooral te maken met hun afhankelijke positie, stelt René de Vries (24), die samen met Megan Engels als coassistenten deel uitmaken van het bestuur van RozeinWit. ‘Tijdens de bachelor is het bijna geen probleem, dan heb je niet veel last van hiërarchische verhoudingen. Maar als lhbti-geneeskundestudenten aan hun coschappen beginnen, gaan sommigen zich toch afvragen of ze er nou wel of niet iets over moeten zeggen. Ik heb gemerkt dat de beoordelingen voor coschappen voor een deel subjectief zijn. Coassistenten krijgen hogere cijfers als ze sympathiek worden gevonden. Sommige lhbti’ers vragen zich af of hun geaardheid zal meespelen in de beoordeling. Míjn ervaring – ik ben altijd heel uitgesproken over mijn homoseksualiteit – is dat het in de praktijk meestal níet uitmaakt. Maar dát coassistenten het zich afvragen, betekent eigenlijk al dat lhbti’ers nog niet genormaliseerd zijn in de medische wereld.’

Heel voorzichtig

Ook de drie longartsen uit het bestuur van RozeinWit, Karin Pool, Chris Rikers en Geert Rootmensen, zien dat het voor coassistenten en jonge artsen lastiger is. Voor oudere artsen is het vaak makkelijker om zichzelf te zijn op hun werkplek, stelt Pool. ‘Ze hebben hun vaste positie, zijn niet meer zo kwetsbaar en niet meer afhankelijk van het oordeel van anderen die hoger staan in de hiërarchie. Maar in hoeverre zij zich uiten hangt ook erg af van het ziekenhuis of de regio. Het zijn met name de jongere artsen en de geneeskundestudenten die heel voorzichtig zijn met het naar buiten komen met hun geaardheid. Zij zijn afhankelijk van de beoordeling van anderen en wisselen frequent van werkplek. Het is telkens opnieuw aftasten of je als lhbti’er wordt geaccepteerd. Soms is het makkelijker om er maar niets over te zeggen.’

Sinds De Vries actief is in RozeinWit krijgt hij geregeld verbaasde reacties van medisch specialisten die vinden dat lhbti’ers ‘gewoon worden geaccepteerd’. ‘Maar het zit hem vaak in kleine dingen waar je een ongemakkelijk gevoel van krijgt en waar je voelsprieten van op scherp gaan staan. Ik maakte het bijvoorbeeld mee dat een medisch specialist tijdens een bespreking over een (hetero­seksuele) patiënt zei “die homo moet niet zo zeuren”. Ik heb er niets van gezegd, want dat vind ik lastig tijdens zo’n teambespreking. Maar in de weken die volgden, hoopte ik steeds dat ik niet bij hem zou worden ingedeeld.’

Pool vult aan: ‘Hetero’s kunnen zich soms moeilijk voorstellen dat een initiatief als RozeinWit nodig is; ze denken dat de acceptatie van lhbti’ers in orde is omdat zij het zélf oké vinden. Maar als je niet tot die groep behoort, wéét je niet hoe het is, omdat je niet wordt uitgescholden, omdat je niet telkens weer foute grapjes te horen krijgt.’

Niet meer twijfelen

Longarts Chris Rikers (54): ‘Ik dacht zelf dat we die tijd wel hadden gehad, maar dat blijkt dus niet zo te zijn – al verschilt het per ziekenhuis en per regio. Ik denk dat wij niet zo hard kunnen stellen dat het níét in orde is met de acceptatie van lhbti’ers. Maar de zichtbaarheid van die acceptatie kan heel erg veel beter. Het punt is dat het in de praktijk meestal wel veilig is om als geneeskundestudent of coassistent voor je geaardheid uit te komen, maar dat je dat van tevoren niet weet. Ik vind dat dat meer moet worden besproken in organisaties. Dat in onderwijsplannen en andere uitingen van organisaties moet worden opgenomen dat het daar oké is om lhbti’er te zijn. Als RozeinWit willen we dat onze collega’s niet in die kast blijven zitten, omdat je beter functioneert als persoon en in een team als je jezelf kunt zijn.’

Op dit moment bestaat de achterban van RozeinWit uit ongeveer 150 personen, onder wie elf coassistenten en twaalf recentelijk afgestudeerde artsen. De Vries: ‘Het is de bedoeling dat er binnenkort meer geneeskundestudenten en coassistenten bijkomen. Zij hoeven echt niet plotseling van de daken te schreeuwen dat ze lhbti zijn – dat doen hetero’s ook niet. Maar we willen bereiken dat mensen niet meer twijfelen of ze zullen vertellen dat ze met hun partner van hetzelfde geslacht uit eten zijn geweest, als een collega eens vraagt naar hun weekend.’

lees ook

download dit artikel in pdf

  • Simone Paauw

    Simone Paauw deed de deeltijdopleiding journalistiek in Tilburg en werkt sinds 2008 als journalist bij Medisch Contact. Ze interviewt het liefst de ‘gewone arts’ met een bijzonder verhaal, bijvoorbeeld voor de rubriek Het Portret. (Gezondheids)recht en medisch tuchtrecht hebben haar bijzondere interesse. Ze heeft aandacht voor diversiteit en inclusie in de breedte, discriminatie en grensoverschrijdend gedrag (op de werkvloer) en de positie van vluchtelingen en vluchteling-artsen. Daarnaast schrijft ze over tal van andere onderwerpen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.