Laatste nieuws
5 minuten leestijd

Verkeerde verwachtingen gewekt

Plaats een reactie

Uitspraak 16 december 2009 

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN 
 

heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 4 december 2008 binnengekomen
klacht van:

A

wonende te B

klaagster

tegen:

C

huisarts

werkzaam en wonende te D

verweerder

gemachtigde mr. A.C.I.J. Hiddinga te Amsterdam 
 

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

- het klaagschrift
- het verweerschrift
- de repliek
- de dupliek

- kopie patiëntenkaart

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid in het kader van het
vooronderzoek mondeling te worden gehoord.

De klacht is ter openbare zitting van 4 november 2009 behandeld. Klaagster was met voorafgaande kennisgeving afwezig. Verweerder was met zijn gemachtigde aanwezig. Zijdens verweerder is diens standpunt toegelicht.  

2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende:

Klaagster kampt al vele jaren met overgewicht, dat zich manifesteert als vetophoping in de buikzone. Via een advertentie werd klaagster geattendeerd op de Ultra Form methode, welke door verweerder werd toegepast. Op 20 maart 2007 heeft een intakegesprek bij verweerder plaats gevonden. De eerste behandeling vond plaats op 23 maart 2007 en leverde geen resultaat op. Op 20 april 2007 vond een tweede behandeling plaats. Ook deze behandeling had geen resultaat, zoals door verweerder op 2 juli 2007 werd geconstateerd. Een derde behandeling heeft niet plaatsgevonden. Elke behandeling kostte € 875,-- . Verweerder heeft aangeboden € 500,-- te restitueren, hetgeen klaagster niet heeft geaccepteerd. 


3. Het standpunt van klaagster en de klacht
Klaagster verwijt verweerder dat hij bij het intakegesprek een verkeerde diagnose heeft gesteld en haar niet heeft gewezen op het risico van non-response en voorts dat hij zowel mondeling als in publicaties onjuiste verwachtingen wekt, waarbij hij door het gebruik van zijn titel als huisarts ten onrechte vertrouwen wekt.

Klaagster heeft daartoe nog met name - kort en zakelijk weergegeven – het navolgende aangevoerd.

Tijdens het intakegesprek heeft verweerder haar verzekerd dat de methode beslist zou helpen. Hij stelde een vermindering van de buikomvang in het vooruitzicht van vier tot zeven centimeter. Verweerder maakte geen enkel voorbehoud ten aanzien van het resultaat van de behandeling. Op grond daarvan en omdat verweerder huisarts is, besloot klaagster zich te laten behandelen. De eerste behandeling bleef geheel zonder resultaat. Bij de tweede behandeling deelde verweerder mede dat, als de tweede behandeling ook zonder resultaat zou blijven, hij de derde behandeling gratis zou doen. Toen de tweede behandeling ook zonder resultaat bleef en klaagster zich in juni 2007 tot verweerder wendde voor de gratis derde behandeling, kreeg zij te horen dat verweerder verdere behandelingen zinloos achtte. In zijn advertenties en internet publicaties suggereert verweerder dat de behandeling werkt en maakt daarbij geen enkel voorbehoud. Omdat hij dat doet als arts wordt ten onrechte het vertrouwen in een goed resultaat van de behandeling opgewekt c.q. ondersteund.

 

4. Het standpunt van verweerder
Zakelijk weergegeven heeft verweerder het navolgende naar voren gebracht.

Tijdens het intakegesprek van 20 maart 2007 heeft verweerder een uitgebreide anamnese afgenomen en lichamelijk onderzoek gedaan. Hij heeft geen diagnose gesteld, wel een verklaring voor het overgewicht gezocht. Er is door hem ondubbelzinnig duidelijk gemaakt dat er geen resultaatgaranties voor de behandeling kunnen worden afgegeven en dat de behandelmethode ook non-responders kent. Verweerder geeft patiënten niets op schrift; hij legt alles uit. Na de eerste behandeling heeft verweerder voorgesteld de behandeling te staken, waarbij hij heeft gerefereerd aan hetgeen tijdens het intakegesprek was besproken.

Klaagster wilde er echter voor gaan. Omdat verweerder het teleurstellende resultaat evenzeer betreurde heeft hij na de tweede behandeling een coulancevoorstel gedaan van € 500,-- dan wel een gratis behandeling.

De door klaagster overgelegde advertentie is pas in december 2008 verschenen. Tevoren adverteerde hij wel. Verweerder heeft zelf de tekst van de advertentie opgesteld. De in de overgelegde advertentie gebruikte terminologie ‘wetenschappelijk bewezen’ heeft verweerder overgenomen van een andere arts. Hij heeft dat niet geverifieerd. Verweerder acht het niet nodig in de advertentie te vermelden dat er ook non-responders zijn.

5. De overwegingen het college

Met betrekking tot de vraag of verweerder al dan niet informatie heeft verstrekt over de mogelijkheid van non-response staan de standpunten van partijen lijnrecht tegenover elkaar.
Ter adstructie van zijn standpunt heeft verweerder een kopie van de patiëntenkaart van klaagster overgelegd. Op die kaart staat bij ‘contra-indicaties’ onder meer vermeld ‘non-garanties besproken’ en bij ‘20-4-07’ onder meer vermeld ‘voorgelegd om te stoppen’. Nu de feiten die klaagster aan dit onderdeel van haar klacht ten grondslag heeft gelegd niet zijn komen vast te staan dan wel aannemelijk zijn geworden, dient dit onderdeel van de klacht ongegrond te worden verklaard.

Ten aanzien van het optreden van verweerder in de media overweegt het college als volgt.

Verweerder heeft tijdens de behandeling van deze zaak aangegeven dat de door klaagster overgelegde advertentie dateert van december 2008. Klaagster heeft betoogd dat zij zich naar aanleiding van een advertentie heeft gewend tot verweerder en verweerder heeft erkend dat hij eerder ook adverteerde. Verweerder heeft niet gesteld noch is gebleken dat de tekst van die eerdere advertentie(s) anders en met name genuanceerder luidde dan die van de door klaagster overgelegde advertentie. Uit die advertentie blijkt niet van enig voorbehoud met betrekking tot het resultaat van de behandeling. In de tekst staat ‘Na één behandeling vermindert de lichaamsomtrek met gemiddeld zo’n 2-3 cm’. De reactie van verweerder dat ‘gemiddeld’ ook kan inhouden een resultaat van nul, snijdt geen hout. Ter zitting heeft verweerder op de vraag waarom in de advertentie niet wordt vermeld dat er ook sprake kan zijn van non-response, geantwoord dat hij toch niet in zijn eigen vlees gaat snijden, althans woorden van dergelijke strekking. Bovendien is ter zitting duidelijk geworden dat - anders dan de tekst doet vermoeden - van een (door verweerder) aantoonbare wetenschappelijke onderbouwing geen
sprake is. Dit onderdeel van de klacht is dan ook gegrond.

Alles overziende is het college van oordeel dat het opleggen van de maatregel van waarschuwing te dezen passend is. 

6. De beslissing

Het college:
- verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond als hiervoor overwogen en wijst deze voor het
overige af
- legt de maatregel van waarschuwing op.  

Aldus gewezen door mr. P.G.T. Lindeman-Verhaar, als voorzitter, mr. W.E.M. Duynstee-Bijvoet, als lid-jurist, G.B.W.M. Wensing, J.A.M. te Riele, en dr. E.D.M. Masthoff als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van mr. dr. J.C. Out als secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 16 december 2009 in aanwezigheid van de secretaris.

  • Meer tuchtzaken

<b>PDF van deze uitspraak</b>
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.