Laatste nieuws
4 minuten leestijd

Niet afschuiven op assistentes

Plaats een reactie

2009 O 79 

Datum uitspraak: 22 december 2009

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te ’s-Gravenhage heeft de navolgende
uitspraak gedaan inzake de klacht van:

 

 A,

 wonende te B,

 klaagster,  

 tegen

  C, bedrijfsarts,

 wonende te D,

 de persoon over wie geklaagd wordt,

 hierna als de arts aan te duiden.

  

1. Het verloop van de procedure.
De klacht is opgesteld door mr F. Westenberg, advocaat te Hoorn, en door het College ontvangen op 21 april 2009. De arts heeft een verweerschrift ingezonden, waarna is gerepliceerd en gedupliceerd. De mondelinge behandeling van de klacht heeft plaats gehad op 27 oktober 2009. Klaagster was met bericht afwezig. Zij werd vertegenwoordigd door haar al genoemde raadsman. De arts is verschenen. Namens klaagster en door de arts zijn de standpunten die zij hebben ingenomen, nader toegelicht.

2. De feiten.
Klaagster is sinds juni 2007 in dienst van het E als gevangenbewaarder. Zij heeft tussen februari 2008 en april 2009 meermalen contact met de arts gehad in diens hoedanigheid van bedrijfsarts. Daarbij kwam aan de orde dat klaagster leed aan epilepsie- aanvallen en dat zij problemen had met haar linker arm. Op 18 februari 2009 heeft de raadsman van klaagster een brief aan de arts geschreven waarin hij deze heeft gevraagd afschriften te mogen ontvangen van de opgemaakte rapportage in het kader van de verzuimbegeleiding. Bij deze brief was een machtiging van klaagster gevoegd. In de brief vermeldde de raadsman dat klaagster behalve de beperkingen in verband met het letsel aan de arm de laatste tijd in toenemende mate last had gekregen van epilepsie-aanvallen. De raadsman besloot de brief met de zin dat het voor hem vooral van belang was te horen in hoeverre de arts klaagster arbeidsongeschikt achtte
voor haar werk als gevolg van de beperkingen aan de arm. De arts heeft deze brief op 24 maart 2009 beantwoord en de raadsman meegedeeld dat het bedrijfsongeval waaraan hij refereerde niet de reden is van de huidige arbeidsongeschiktheid voor de functie van bewaarder.

3. De klacht.
Klaagster stelt dat de arts onzorgvuldig heeft gehandeld door niet telkens aan haar afschriften te geven van aan de werkgever van klaagster uitgebrachte rapportages. Voorts stelt zij dat, ook indien de arts hiertoe niet gehouden zou zijn, hij dat in ieder geval op verzoek van de raadsman van klaagster aan deze had moeten doen.

4. Het verweer.

De arts heeft uiteengezet welke contacten hij met klaagster heeft gehad. Naar zijn inzicht is de verzuimbegeleiding volledig volgens de regels verlopen. Hij heeft hier aan toegevoegd dat hij de advocaat van klaagster heeft pogen uit te leggen dat de zaak waarvoor deze haar belangen verdedigde voor de arts co-morbiditeit was die niet bepalend was voor zijn advies van volledige arbeidsongeschiktheid voor de functie van bewaarder.

5. De beoordeling.
De klacht bevat twee onderdelen, die hieronder zullen worden behandeld.  

Het eerste onderdeel betreft de vraag of de arts klaagster afschriften heeft verstrekt van brieven die hij aan de werkgever van klaagster heeft geschreven met betrekking tot zijn begeleiding van klaagster. Het College is van oordeel dat dit steeds dient te gebeuren. De arts heeft het standpunt ingenomen dat hij dit ook steeds heeft gedaan. Klaagster heeft dit weersproken. De arts heeft in zijn stukken geen afschriften van de bedoelde brieven verstrekt.
Hij heeft het standpunt ingenomen dat het verzenden van deze brieven een taak van zijn assistentes was. Het College zou hierin aanleiding kunnen vinden om de arts op dit punt geen verwijt te maken, maar het zou dan wel moeten kunnen vaststellen dat de arts zijn assistentes op dit punt goed heeft geïnstrueerd. Daarbij kan in het bijzonder worden gedacht aan een protocol waarin is neergelegd welke taken de arts aan zijn assistentes wil overlaten. Van een dergelijk stuk is echter niet gebleken. Evenmin heeft de arts uiteengezet hoe hij een en ander geregeld heeft. Dit leidt het College tot de conclusie dat niet is komen vast te staan dat de arts de assistentes degelijk en afdoende heeft geïnstrueerd. Dit heeft tot gevolg dat de omstandigheid dat niet is komen vast te staan dat steeds afschriften zijn verzonden, in dit geval de arts moet worden aangerekend. Het eerste onderdeel van de klacht is daarom
gegrond. 

Het tweede onderdeel heeft betrekking op de beantwoording van de brief van de raadsman van klaagster van 18 februari 2009. In deze brief heeft de raadsman de arts gevraagd afschiften toe te sturen van de opgemaakte rapportage in het kader van de verzuimbegeleiding. De arts heeft aan dit verzoek niet voldaan. Hij heeft immers slechts geantwoord wat hierboven al is weergegeven en geen afschriften meegezonden. Het College is het ook op dit punt niet met de arts eens. De arts had aan het verzoek moeten voldoen, nu een machtiging van klaagster bij de brief gevoegd was. Dat de verzuimbegeleiding van de arts naar zijn inzicht alleen betrekking had op de epileptische aanvallen waar klaagster aan leed en niet op de problemen die zij met haar arm had, doet hierbij niet terzake. Ook dit onderdeel van de klacht is gegrond.  

Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat de klacht in beide onderdelen gegrond is. Het College acht de na te noemen maatregel in overeenstemming met de ernst van het verwijt dat de arts gemaakt moet worden.  

6. De beslissing.

 

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te ’s-Gravenhage:  

legt de arts de maatregel van een waarschuwing op.  


Deze beslissing is genomen door: mr P.A. Offers, voorzitter, mr C.C. Dedel – van Walbeek,
lid-jurist, drs A.J.M. Janssen, dr J.W. van ’t Wout en drs S. van Dam – Horowitz, leden-
artsen, bijgestaan door mr A.F. de Kok als secretaris, en uitgesproken ter openbare zitting van
22 december 2009.

  • Meer tuchtzaken

<b>PDF van deze uitspraak</b>
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.