Rossige reus met donderende stem

We gaan per Boeing 747 op huwelijksreis naar Zuid-Afrika. Het is nacht en iedereen om mij heen, ook mijn vrouw, slaapt. Ineens zie ik een steward haastig zoekend door het gangpad lopen. Zijn das zit scheef, een knoop ontbreekt, zijn haar zit in de war. Hij roept om een dokter. Ik ben niet meer praktiserend en aarzel, maar besluit hem te hulp te komen. Een man in de lounge heeft ondanks zijn diabetes flink gedronken en is agressief geworden tegen de steward en medepassagiers.

Als ik de lounge binnenloop zie ik een reus met rossige baard die mij met donderende stem in het Afrikaans verwelkomt. ‘Ik ben die einaar van dit skip en ben boos.’ Hij wijst naar cassettes met etenswaar. De kostelijke lading zou bederven zonder maatregelen. Ik krijg de ingeving dat ik beter met hem mee kan gaan dan hem kan tegenspreken. ‘U treft het, want ik ben de scheepsarts en kan helpen bederf tegen te gaan.’

Dat valt goed. We zullen samen een borrel drinken, besluit hij. Ik instrueer de stewardess: een zoet drankje zonder alcohol. Hij zal het toch niet merken en het helpt wellicht iets tegen de hypo. Maar hij gooit het na de eerste slok in mijn gezicht en trapt mij tegen mijn sternum. ‘You are fired’, schreeuwt hij.

Happend naar adem druip ik af. Gelukkig is onder de passagiers een politieman uit de Bijlmer, die de man overmeestert. Nu hij gekneveld is krijg ik zijn hypo onder controle. Wel tijdens een scheldtirade die de woordenschat van enkele keurige dames in de business class aanvult. De man wordt in Johannesburg door politie en ambulance opgewacht.

Op de terugweg wordt een oude dame naast mij niet goed en geeft over in mijn schoot. Een stewardess maakt mijn kleren schoon met koffiedrab – tegen de stank – en is gerustgesteld als ik haar vertel dat ik dokter ben en het allemaal goed komt. Even later komt zij naar mij toe. Er is een man op de wc niet goed geworden. Hij heeft symptomen van een coronair accident, maar het voorstel van de gezagvoerder om te landen in Oeganda lijkt mij geen goede oplossing. Met de middelen uit de vliegtuigapotheek weet ik hem stabiel te houden.
Een volgende vlucht zal ik duidelijk zichtbaar slapend doorbrengen!

Theo van Berkestijn, arts n.p.

Zomerserie Is er een dokter op het strand?