Laatste nieuws
Rinus Ouwens
9 minuten leestijd

Deskundigenoordeel bij ziekteverzuim onwerkbaar

5 reacties

OPINIE

Bij een meningsverschil tussen werkgever en werknemer over werkhervatting kan aan het UWV een deskundigenoordeel worden gevraagd. Dit oordeel is vaak inconsistent en afwijkend van het oordeel van de bedrijfsarts. Een onwerkbare situatie.

Als een werkgever en een werknemer die al langere tijd niet kan werken van mening verschillen over de vraag of werkhervatting mogelijk is, kunnen zij het UWV vragen een zogeheten deskundigenoordeel te verrichten. Gewoonlijk voert een verzekeringsarts zo’n oordeel uit.

In de praktijk rijzen er geregeld twijfels over die oordelen. Daarnaast staat het deskundigenoordeel op gespannen voet met een andere taak van het UWV: de beoordeling of werkgever en bedrijfsarts voldoende re-integratie-inspanningen hebben verricht. Indien zij dit volgens het UWV niet hebben gedaan moet de werkgever een jaar langer het loon doorbetalen. Oordeelt het UWV dat de bedrijfsarts nalatig is geweest of de re-integratie heeft belemmerd – bijvoorbeeld door de belastbaarheid te laat of te laag in te schatten – dan zal de werkgever de bedrijfsarts hiervoor verantwoordelijk houden. Rond het deskundigenoordeel ontstaan dus spanningen die we aan de hand van enkele casussen zullen illustreren.


Depressief maar druk

Meneer P is taxichauffeur en verzuimt al een halfjaar volledig, ondanks antidepressiva en tweewekelijks een gesprek met de praktijkondersteuner. Als hij bij mij komt legt hij zijn doosjes antidepressiva netjes met de gele sticker naar boven op tafel. Met steun van zijn vrouw steekt hij energiek van wal. Hij is druk met buurt-, kaart- en vogelclub en met de verbouwing van de woning van zijn zoon. Eigenlijk komt dit consult hem erg ongelegen. Hij geeft aan ‘dat hij zich niet verveelt’. Omdat hij geen depressieve indruk maakt, en ook weinig klachten noemt, leg ik uit dat een start met werkhervatting aangewezen is, waarbij ik rekening zal houden met de gele waarschuwingssticker.

Het echtpaar verlaat ontstemd de spreekkamer. De werkgever stelt voor dat meneer P driemaal per week twee uur wat hand- en spandiensten komt verrichten. Daarop volgt een deskundigen-oordeel. De verzekeringsarts, die overigens geen kennis had genomen van mijn bevindingen, acht het veel te belastend om met re-integratie te beginnen. Meneer P is immers nog depressief, onder behandeling en bovendien ontstemd dat zijn werkgever minder geld voor zijn jubileum had uitgetrokken dan hij had verwacht. Voor werkhervatting is het dus te vroeg; maar bijstelling van de behandeling is ook niet nodig.

Uitgerekend in diezelfde week legt het UWV een sanctie op wegens ‘re-integratiebelemmerend advies’ van de bedrijfsarts. Deze vond een werknemer niet belastbaar vanwege angsten, depressie en forse dwangmatigheid die niet verbeterden, ondanks intensieve psychiatrische behandeling. Een poging tot werkhervatting was dramatisch mislukt en de werknemer had zowat alle sociale activiteiten gestopt. Echter, eenmaal per week bracht zijn eega hem naar de markt waar zij samen een belegd broodje aten. Dat was hun uitje van de week. En dus oordeelde het UWV dat werknemer toch echt wel zou kunnen werken.


Verlamd been

Meneer G komt na drie maanden verzuim, en de nodige discussie, per rolstoeltaxi op mijn spreekuur. Hij kan zijn werk niet verrichten omdat zijn rechterbeen verlamd is. De klachten komen wat merkwaardig over, maar ik mag geen informatie van de neuroloog opvragen. Bij onderzoek blijkt de spieromvang van het aangedane been forser dan van het gezonde been, de reflexen zijn levendig, de eeltontwikkeling van de voetzool is gelijk aan links. Op verzoek vertrekt meneer G letterlijk geen spier in het been, maar hij zwiept het wel op tafel en drukt het in de tafel als hij het gezonde been moet optillen. Kortom, ik kan geen verlamming vaststellen, tot grote woede van meneer G. En tot verbazing van de verzekeringsarts die voor het deskundigenoordeel is ingeroepen. Hij belt me omdat hij niet begrijpt hoe ik iemand belastbaar kan achten die in een rolstoel zit. Mijn dossier had hij overigens niet gelezen. Ietwat verbluft vraag ik of hij meneer G heeft onderzocht. Waarop hij zei dat hij zich niet belachelijk had willen maken; meneer G zit immers in een rolstoel.

De casus kreeg een opvallende wending toen tijdens een verkeerscontrole bleek dat meneer G, ondanks het verlamde been, een auto bestuurde zonder rijbewijs. Na die bevinding vond de werkgever verdere re-integratiebegeleiding overbodig.

Doorslaggevend

Deze casussen leggen verschillende knelpunten bloot:

• De verzekeringsarts neemt vaak geen kennis van het dossier van de bedrijfsarts, hoewel de werkinstructie van het UWV dat wel voorschrijft. Als de verzekeringsarts al contact zoekt met de bedrijfsarts, dan is dat om reeds genomen besluiten mee te delen.

• Er is een grote discrepantie tussen deskundigenoordeel en dossiertoets. Bij de dossiertoets kan de bedrijfsarts niet streng genoeg zijn en bij een deskundigenoordeel is de bedrijfsarts al snel te streng omdat de klachten en beleving doorslaggevend blijken.

• Vervolgens moet de bedrijfsarts wel verder met de werknemer, ook als zijn inziens de gronden voor het afwijkende oordeel niet overtuigend zijn. Dat verloopt dan ook moeizaam.

Het past ook wel bij de steekproef van het UWV, zoals vermeld in het rapport van de Ombudsman: slechts in de helft van de deskundigenoordelen heeft de verzekeringsarts de bedrijfsarts geraadpleegd.1 Opvallend is ook dat bij het oordeel ziek vs niet ziek in 64 procent van de gevallen de werknemer in het gelijk wordt gesteld. Vervolgens lukt in die gevallen de werkhervatting vaak niet meer, terwijl het vlot trekken van een vastgelopen re-integratie een van de gronden was om het deskundigenoordeel in te voeren.

Onwerkbaar

Verbetering is dus gewenst en niet alleen voor de bedrijfsarts. Voor werkgever en werknemer hangt immers veel van de uitkomst van het deskundigenoordeel af.

Allereerst zijn overleg en afstemming tussen de NVAB (bedrijfsartsen) en NVVG (verzekeringsartsen) gewenst. Het is merkwaardig en bijna onwerkbaar dat bij het deskundigenoordeel de verzekeringsarts zo vaak tot een ander oordeel komt dan de bedrijfsarts, terwijl beiden toch hetzelfde doel hebben: herstel en behoud van arbeidsgeschiktheid en voorkomen dat werknemers afhankelijk worden van uitkeringen.

Voor het inschatten van de belastbaarheid is het nodig dat bedrijfsarts en verzekeringsarts gelijke criteria gebruiken. Ook moet een afwijkende inschatting worden gebaseerd op gedegen eigen onderzoek en goed worden gemotiveerd. Tevens mag er geen verschil zijn tussen de toegepaste criteria bij een deskundigenoordeel en bij de WIA-keuring. De huidige praktijk waarbij tijdens een deskundigenoordeel werknemer niet of nauwelijks belastbaar wordt geacht of interventies niet nodig worden geacht, terwijl gelijksoortige situaties bij de WIA-keuring tot sancties leiden als de bedrijfsarts de werknemer niet of nauwelijks belastbaar acht of deze interventies niet adviseert, is onwenselijk en nauwelijks werkbaar.

Onvrede

Het lijkt erop dat men bij voorkeur een ander aan de verzuimende werknemer laat meedelen dat hij belastbaar is en dus werkzaamheden kan verrichten. Die boodschap leidt geregeld tot onvrede bij de werknemer.

Mede daarom is het onwenselijk dat de bedrijfsarts na een dergelijk deskundigenoordeel geacht wordt de begeleiding voort te zetten. Natuurlijk erg plezierig voor degene die het afwijkende oordeel geeft – de UWV-arts/verzekeringsarts –, maar de bedrijfsarts moet dan beleid maken op grond van een oordeel dat niet het zijne is. Daarmee neemt hij zichzelf niet serieus, en het is voor de werknemer ook niet echt geloofwaardig. Bovendien zou het een opvallend verschil kunnen maken als het probleem niet per kerende post retour bedrijfsarts gestuurd kan worden, dezelfde bedrijfsarts wie een sanctie boven het hoofd hangt als hij niet ‘streng’ en ‘proactief’ genoeg is.

In veel gevallen acht de bedrijfsarts de werknemer in staat tot werk of niet ziek terwijl vervolgens de verzekeringsarts de werknemer níet in staat tot werk acht of wèl ziek. Dan moet de bedrijfsarts dus beleid gaan maken op dat oordeel terwijl hij een andere visie heeft. En zijn ‘gezag’ is weg, want bij een ongelegen advies gaat de werknemer immers weer naar het UWV.

Daar komt bij dat het UWV bij de dossiertoets geregeld aangeeft dat er in de periode ná het deskundigenoordeel ‘re-integratiekansen onbenut zijn gelaten’ omdat de bedrijfsarts geen belastbaarheid heeft aangegeven, geen interventies heeft geadviseerd et cetera. Geconfronteerd met hun eigen deskundigenoordeel zegt het UWV dan doodleuk dat er een nieuwe situatie is… Daar zit een groot praktisch probleem: je kunt als bedrijfsarts geen goed doen: veronderstel je een belastbaarheid of adviseer je een interventie, dan zit de werknemer na het deskundigenoordeel triomfantelijk met het UWV-brevet van onvermogen in de spreekkamer. Geef je geen belastbaarheid aan, dan volgt een sanctie.

Ook lijkt de mogelijkheid voor bezwaar en beroep wenselijk, zeker als het deskundigenoordeel bindend wordt. Nu kan de bedrijfsarts of de werkgever wat tegenstribbelen met een klacht, maar dat kan de uitkomst van het deskundigenoordeel niet meer veranderen. Bovendien verloopt de klachtafhandeling in de praktijk zeer moeizaam en vaak niet zo bevredigend. Een klacht van de bedrijfsarts of de werkgever maakt ook beduidend minder indruk dan een werknemer die een klacht bij het tuchtcollege indient.

Een interessante optie is een tweede mening bij een bedrijfsarts, dus niet bij het UWV. Een goed ingerichte tweede mening, zelfs binnen dezelfde arbodienst, geeft meer zekerheid voor een zorgvuldige afhandeling met consistentie in de criteria. Bovendien geeft het ook de mogelijkheid dat de bedrijfsarts die de tweede mening uitvoert zo nodig de verdere begeleiding op zich neemt. Daarmee is het een goed alternatief voor het huidige monopolie van het UWV op een deskundigenoordeel.


Beoordelingsmomenten

Deskundigenoordeel Als een werkgever en een werknemer van mening verschillen over werkhervatting bij ziekte kunnen zij een zogeheten deskundigenoordeel vragen. Gewoonlijk voert het UWV – dus een verzekeringsarts – zo’n oordeel uit.

Dossiertoets Op basis van de dossiertoets bepaalt het UWV of na een periode van langdurig verzuim een ontslagprocedure in behandeling kan worden genomen.

WIA-keuring Aan het einde van het tweede jaar van verzuim gaat het UWV beoordelen of er is voldaan aan de eisen die de Wet Verbetering Poortwachter stelt en of de verzuimende werknemer in aanmerking komt voor een WIA-uitkering.



Rinus Ouwens, bedrijfsarts

Contact:

r.ouwens@metaplanning.nl

cc: redactie@medischcontact.nl

Geen belangenverstrengeling gemeld




Reactie NVVG en NVAB

Collega Ouwens snijdt een probleem aan dat bedrijfsartsen en verzekeringsartsen al langere tijd bezighoudt. De uitkomst van een deskundigenoordeel wijkt nogal eens af van het oordeel van de bedrijfsarts. Belangrijk is de vraag of deze juridische constructie wel een goede bijdrage levert aan het beoogde doel: herstel en behoud van arbeidsgeschiktheid.

Het geven van een tweede mening of oordeel is in de keten verzuim en arbeidsongeschiktheid op verschillende plekken aan de orde: naast het deskundigenoordeel hebben we te maken met bezwaar- en beroepsprocedures waar artsen eveneens het werk van een collega kunnen of moeten toetsen. De door Ouwens genoemde spanningen doen zich ook daar voor en zijn inherent aan tweede oordelen. Het lijkt er echter wel op dat het percentage afwijkingen bij het deskundigenoordeel ten nadele van de bedrijfsarts hoger is dan bij bezwaar- en beroepszaken. Enkele jaren geleden waren deze ervaringen al aanleiding om de paradigmagroep op te richten en te starten met gezamenlijke bijeenkomsten van bedrijfs- en verzekeringsartsen. Gezien de actuele praktijkvoorbeelden blijft er werk aan de winkel.

Een deskundigenoordeel ziek/niet ziek – waar Ouwens voorbeelden van geeft – is notoir juridiserend en werkt daardoor ook vaak polariserend. Daar schiet niemand iets mee op. Een deskundigenoordeel dat zich toespitst op de re-integratie-inspanningen past veel beter bij het na te streven doel. In het belang van participatie hoort daarbij de mogelijkheid van afstemming tussen bedrijfsarts en verzekeringsarts bij stagnerende re-integratie. Dat heeft de aandacht van NVAB en NVVG, maar de huidige wetgeving laat dat nog niet toe.

Laten we overigens vooral de rechten van de werknemer niet uit het oog verliezen. Die moet zo nodig altijd kunnen rekenen op een professioneel, kwalitatief en onpartijdig tweede oordeel. Als beroepsverenigingen zetten we in op een kwalitatief hoogstaande en bekwame uitvoering van dat tweede oordeel. Tot slot is een blijvende inspanning nodig om de communicatie tussen onze twee beroepsgroepen te verbeteren en gelegen-heden te zoeken om ervaringen – positief en negatief – uit te wisselen en daarvan te leren.

Bestuur NVAB en bestuur NVVG




Voetnoot

1. Het deskundigenoordeel: vrijwillig maar niet vrijblijvend. Stichting de Ombudsman, januari 2011.



Lees ook: 


Download het artikel (PDF)

Beeld: Getty Images
Beeld: Getty Images
werk
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • M. Ouwens

    Bedrijfsarts, BEMMEL Nederland

    Herkenbare reacties. Ik deel de mening van collega Melchers: veel werkgevers gaan wel erg makkelijk mee met een afwijkend deskundigenoordeel. Krachtige woorden vooraf ondanks leggen zij de zaak zelden voor aan de rechter. Ik geef altijd van te voren ...aan dat ik me niet de geschikte bedrijfsarts acht voor de casus als de werkgever een afwijkend deskundigenoordeel volgt.

    Eveneens herkenbaar dat de arbeidsdeskundige het deskundigenoordeel doet. En daarbij beperkt het 'onderzoek' zich tot telefoontjes met werknemer en werkgever. Daar betaald de werkgever dan wel €400 voor.
    Recent bleek dan ook nog eens dat de arbeidsdeskundige een verouderd advies van de vorige bedrijfsarts gebruikte - een advies dat ironisch genoegd in een eerder deskundigenoordeel werd afgewezen. Het kan verkeren, maar zowel werkgever als werknemer zijn daarmee natuurlijk niet geholpen.

  • M. Ouwens

    Bedrijfsarts, BEMMEL Nederland

    In de reactie van beide besturen mis ik een goede verklaring, en nog minder een goede oplossing, voor het gegeven dat ondanks de paradigmagroep zo vaak het deskundigenoordeel afwijkt van het advies van de bedrijfsarts. Meer dan de helft, welke groep ...medisch specialisten kan dat acceptabel achten? Ergens zit er dan toch iets grondig fout? Wat gaan we daar nu aan doen?

    Aangaande de rechten van de werknemer: een bedrijfsarts dient onafhankelijk te zijn, toch? Ik mag hopen dat de NVAB daar niet aan twijfelt. En is het UWV onafhankelijk? De besluiten maken vaak een wat opportunistische indruk: als het een vervelend gesprek in de spreekkamer scheelt, en het probleem gaat retour werkgever, dan is de werknemer vaak arbeidsongeschikt of blijkt die interventie niet nodig- als het een sanctie oplevert dan blijkt ineens dat een werknemer met vergelijkbare of zelfs ernstiger medische en werksituatie veel eerder aan het werk had kunnen en moeten gaan of had die interventie zelfs 'afgedwongen' moeten worden. Voelt niet echt onafhankelijk.
    En, laten we niet vergeten, de werknemer is helemaal niet gebaat bij langdurige veronderstelling van arbeidsongeschikt of dubieuze gronden - maar al te vaak eindigt dat traject in de bijstand met minimale kansen op werk. De werkgever zal zeker mopperen over de loondoorbetaling, maar de werknemer heeft dan toch echt het grootste probleem. Wellicht beter dan toch een keer dat 'vervelende gesprek' aan te gaan? Liefst zonder dat het UWV vervolgens het tapijt onder je voeten vandaan trekt.


  • A.G. Sangster

    bedrijfsarts, NIJEVEEN Nederland

    Herkenbaar verhaal.
    Overigens was bij een commissie van drie bedrijfsarts collega's, zoals de Rijksoverheid vroeger had, ook de uitkomst zeer ongewis. m.n bij psychische klachten.
    In de vroege jaren 90 heb ik hier nog eens landelijk onderzoek naar ge...daan.

  • J.W. van Leeuwen

    Bedrijfsarts, BUNNE Nederland

    het valt mij op, dat collega Ouwens er van uit gaat, dat het oordeel wel of niet momenteel gaan reïntegreren vanzelfsprekend door de verzekeringsarts zal worden gegeven. Het is mijn ervaring, dat dit vooral door de arbeidsdeskundige wordt gedaan, met... de verzekeringsarts als toetser "op afstand"... Vaak wordt de betreffende werknemer alleen maar even gebeld.

  • R.U. Melchers

    bedrijfsarts, HOUTEN Nederland


    Rinus Ouwens, auteur van dit artikel, is een collega redactielid van het online arbotijdschrift ArboInfo. Hij weet dus waarover hij praat.
    Ik heb een kleine aanvulling op zijn betoog. Hij schrijft dat het onwenselijk is dat de bedrijfsarts zich stel...t achter een deskundigenoordeel waar hij zich niet in kan vinden.

    Ik ga een stapje verder: de rol van een bedrijfsarts is dan uitgespeeld. Hij moet zich uit deze casus terugtrekken.

    Denk aan de curatieve geneeskunde: het is toch niet denkbaar dat een chirurg een operatie uitvoert waarvoor de indicatie door een collega gesteld is, als die chirurg het niet eens is met die indicatie.

    Zo ook in de oordelende geneeskunde; het werkterrein van de bedrijfsarts.

    Stel de bedrijfsarts kan geen medische verklaring vinden voor een verzuim. Het deskundigenoordeel komt tot de conclusie dat er wel een ziekte verantwoordelijk gehouden kan worden voor het niet nakomen van de arbeidsovereenkomst.

    De koninklijke weg ziet er dan als volgt uit:
    Werkgever vraag zijn bedrijfsarts: Herziet u uw oordeel gezien het deskundigenoordeel?
    Bedrijfsarts doet onderzoek en komt met het antwoord: 'ja' of 'nee'.

    Bij een 'nee' moet de werkgever besluiten of hij het oordeel van zijn bedrijfsarts volgt... of toch het oordeel van het UWV.

    Volgt de werkgever zijn bedrijfsarts... dan kan de bedrijfsarts bij de verzuimcasus betrokken blijven.

    Volgt de werkgever het deskundigenoordeel... dan moet de bedrijfsarts zich verschonen, anders maakt hij zichzelf ongeloofwaardig. De werkgever moet dan op zoek naar een bedrijfsarts die zich wél in het deskundigenoordeel kan vinden.

    Zoiets kan een bedrijfsarts natuurlijk niet te vaak hebben. De kans bestaat dat de werkgever zijn bedrijfsarts dan aan de kant zet.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.