Laatste nieuws
Simone Paauw
Simone Paauw
5 minuten leestijd
Achter het nieuws

KNMP-onderzoek foute recepten: betrouwbaar?

1 reactie

ACHTER HET NIEUWS

Maar liefst 10 miljoen recepten per jaar worden door apothekers aangepast vanwege onvolkomenheden, stelt de KNMP. Maar de organisatie blijkt de huidige berekeningen te baseren op percentages uit 1999. Daar is niet iedereen blij mee. ‘Dit leidt alleen maar tot gissingen.’

‘Huisartsen slordig bij maken van recept’, ‘10 miljoen foute recepten’, ‘Veel recepten van arts niet veilig voor patiënt’, ‘Huisartsen massaal in de fout bij uitschrijven’, ‘Miljoenen huisartsenrecepten zijn slordig, soms met dood patiënt tot gevolg’. Heftige koppen in de media naar aanleiding van een persbericht dat apothekersorganisatie KNMP de wereld in stuurde om een nieuwe publiekscampagne over de rol van de apotheker kracht bij te zetten. 40 duizend recepten per dag, oftewel 10 miljoen recepten per jaar, worden door apothekers aangepast vanwege onvolkomenheden, stelt de KNMP prominent in een promotiefilmpje voor het publiek. Bij navraag blijkt de apothekersorganisatie zich te baseren op onderzoek uit 1999, waaruit bleek dat apothekers 4,3 procent van de recepten moesten aanpassen. Dat percentage gebruikten ze voor een berekening met een door Stichting Farmaceutische Kengetallen geschat aantal van 240 miljoen verstrekkingen in 2015. Ondanks dat het onderzoek al wat ouder is, zegt KNMP-woordvoerder Mariël Croon dat de schatting aan de conservatieve kant is. Is het terecht dat de apothekersorganisatie het onderzoek uit 1999 gebruikt met cijfers uit 2015?

Polariserende toon
Hoogleraar farmaceutische patiëntenzorg Marcel Bouvy – in 1999 ook betrokken bij het onderzoek – zegt dat hij in eerste instantie verbaasd was dat het weer wordt gebruikt door de KNMP. ‘Ik zou het verstandig hebben gevonden als de KNMP vergelijkbaar onderzoek had gedaan, want dat is sinds 1999 niet meer gebeurd. Sowieso is er relatief weinig wetenschappelijk onderzoek naar de farmaceutische patiëntenzorg. Toch verwacht ik dat er niet heel andere cijfers naar voren zouden komen. Ik durf er mijn hand niet voor in het vuur te steken, maar ik denk dat de orde van grootte weer 3 à 5 procent zal zijn. Wat wél is veranderd, zijn de risicofactoren die een rol spelen bij interventies in recepten. In 1999 was 40 procent van de recepten handgeschreven, nu mag dat niet meer en is alles geautomatiseerd. Maar in automatische processen komen ook bugs voor; artsen voeren bijvoorbeeld per ongeluk de verkeerde code in, waardoor een patiënt het verkeerde medicijn voorgeschreven krijgt. Andere risicofactoren zijn dat patiënten vaker met waarnemende huisartsen te maken krijgen en vaker gebruikmaken van verschillende apotheken.’

Bouvy zegt vooral geschrokken te zijn van de polariserende toon in de bericht-geving van de media: ‘Alsof de huisartsen maar wat aanrommelen met z’n allen. Maar dat is beslist niet zo. In een complex systeem – we hebben het over vele miljoenen verstrekkingen per jaar – ontstaan fouten, zowel menselijke fouten als fouten in de automatisering. Het is juist goed dat er goed wordt opgelet en dat de fouten eruit worden gehaald. Dat is de bedoeling van het systeem.’

Gissingen
Senior wetenschappelijk medewerker Monique Verduijn van het Nederlands Huisartsen Genootschap verbaast zich zeer over de cijfers die de KNMP presenteert. ‘Ik vind 40 duizend aanpassingen per dag enorm veel en ik herken dat beeld helemaal niet. Het zou goed zijn als we over betrouwbare, recente gegevens zouden kunnen beschikken, dus zou er nieuw onderzoek moeten worden gedaan. Wat de KNMP nu doet – percentages uit een grijs verleden transporteren en omrekenen met de cijfers over de verstrekkingen van nu – leidt alleen maar tot gissingen en vreemde aannames. Wat nu gebeurt is dat patiënten erg ongerust worden over de kwaliteit van de zorg van hun huisarts, terwijl ik vermoed dat het juist de bedoeling was om de patiënt ervan te overtuigen dat er goed wordt gecontroleerd. En stel je voor dat er werkelijk zóveel aanpassingen zouden zijn, waarom is er dan niet allang iets aan gedaan om die in een eerder stadium te ondervangen?

Voorzitter van de Raad Kwaliteit van de Federatie Medisch Specialisten Marcel Daniëls (cardioloog) vindt ook dat cijfers uit het oude onderzoek niet geprojecteerd kunnen worden op 2016. Daniëls: ‘Er is sindsdien veel meer aandacht gekomen voor medicatieveiligheid, bijvoorbeeld met de introductie van het VMS Veiligheidsprogramma, het verplicht elektronisch voorschrijven, de ontwikkeling van richtlijnen met de hele keten, het vermelden van de indicatie op recepten voor een aantal diagnoses. Als je wilt weten wat het effect daarvan is, moet je nieuw onderzoek doen. Eigenlijk weten we het dus gewoon niet.’

Schril contrast

En hoe gaat het in de praktijk? Huisarts Hans Helder uit De Knipe (gemeente Heerenveen) vertelt dat hij twee tot drie keer per maand wordt gebeld door een apotheker met een vraag over een recept. ‘Echt niet vaker, dus dat staat in schril contrast met die 40 duizend keer per dag. Daarnaast vind ik dat als het werkelijk zo problematisch zou zijn, er meer signalen zouden moeten komen vanuit de apothekers. We hebben geregeld overleg met elkaar en terugkoppeling over aanpassingen zou prettig zijn. Door de boodschap van de KNMP lijkt het alsof er helemaal niet wordt samengewerkt.’

Het onderzoek

Het onderzoek van Buurma e.a. werd in februari en maart 1999 uitgevoerd en in 2001 gepubliceerd. In 141 apotheken (er waren destijds 1571 apotheken in Nederland) werden gedurende één dag alle recepten geregistreerd. In totaal werden 47.374 recepten geanalyseerd en bleken er 2014 recepten door de apotheker te zijn aangepast: 4,3 procent, een gemiddelde van 14,3 aangepaste recepten per dag per apotheek.

Recepten voor medicijnen die alleen op doktersvoorschrift te verkrijgen zijn, werden in 4,9 procent van de gevallen aangepast en die voor niet-medicijnen (incontinentiemateriaal, injectienaalden, etc.) 1,4 procent. In 400 gevallen – 22,2 procent – had een onaangepast recept klinische consequenties kunnen hebben voor de patiënt, onder meer in verband met de dosering, wisselwerking met andere medicijnen of een contra-indicatie. Wijzigingen die weinig impact hadden op de zorg voor de patiënt werden buiten het onderzoek gehouden. Dit ging bijvoorbeeld om het verkeerde adres, geen verzekeringsgegevens, medicijn niet in voorraad, doseringsgegevens, zoals ml in plaats van g. In het artikel stellen de onderzoekers dat aanpassingen drie keer zo vaak voorkomen bij handgeschreven recepten als bij geprinte recepten. Ook zou het aantal aanpassingen van recepten significant lager zijn als de huisarts online toegang had tot het computersysteem van de apotheek. Er zouden bovendien minder aanpassingen nodig zijn in recepten van de eigen huisarts van de patiënt dan in die van andere huisartsen, medisch specialisten en andere voorschrijvers.

Simone Paauw, s.paauw@medischcontact.nl

LHV: Huisartsen en apothekers werken beiden aan medicatieveiligheid

Achter het nieuws
  • Simone Paauw

    Simone Paauw deed de deeltijdopleiding journalistiek in Tilburg en werkt sinds 2008 als journalist bij Medisch Contact. Ze interviewt het liefst de ‘gewone arts’ met een bijzonder verhaal, bijvoorbeeld voor de rubriek Het Portret. (Gezondheids)recht en medisch tuchtrecht hebben haar bijzondere interesse. Ze heeft aandacht voor diversiteit en inclusie in de breedte, discriminatie en grensoverschrijdend gedrag (op de werkvloer) en de positie van vluchtelingen en vluchteling-artsen. Daarnaast schrijft ze over tal van andere onderwerpen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • W. van der Pol

    Ziekenhuisapotheker, Delft

    Het voeren van campagnes is niet het sterkste punt van de KNMP. Waarschijnlijk is geen bureau benaderd. Die had direct ontdekt dat je moet samenwerken met de voorschrijvers en de patienten minder angst moet aanpraten.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.