Laatste nieuws
Uitspraak tuchtcollege

MC 22 - Te ruime machtiging van verzekeringsarts

Plaats een reactie

Patiënten of verzekerden hoeven niet in te stemmen met een machtiging die zo ruim is opgesteld dat ook medische gegevens die niet relevant zijn voor de beoordeling van een uitkeringsrecht, bij behandelend artsen kunnen worden opgevraagd. Dat is de kern van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) in deze zaak. Deze uitspraak is van betekenis voor de driehoeksverhouding van het recht op privacy van betrokkene (volgens de Wet bescherming persoonsgegevens en Wet inzake de geneeskundige behandelingsovereenkomst: alleen de voor het doel noodzakelijke gegevens verstrekken), de medewerkingsplicht van verzekerde in het kader van de (beoordeling van de) Ziektewet, en de plicht van het bestuursorgaan (Uitvoeringsinstituut Werknemers-verzekeringen, UWV) bij de voorbereiding van een besluit de nodige kennis over de relevante feiten en de af te wegen belangen te vergaren (Algemene Wet Bestuursrecht).



De CRvB meent dat werkneemster, kandidaat-notaris van beroep, gemotiveerd heeft aangegeven waarom zij de machtiging die de verzekeringsarts haar had toegestuurd, niet heeft ondertekend. Volgens de Raad had de verzekeringsarts creatiever te werk moeten gaan, bijvoorbeeld door na overleg met werkneemster een aangepaste, gerichte machtiging op te stellen. Betrokkene had dat initiatief ook zelf kunnen nemen, maar de onderzoeksplicht ligt bij het UWV. De verzekeringsarts heeft bij dat onderzoek verzuimd de standaard ‘Zwangerschap en bevalling als oorzaak voor haar arbeid’ van het Landelijk Instituut Sociale Verzekeringen (LISV) te betrekken en heeft in zijn rapportage onvoldoende gemotiveerd waarom de verzekerde niet het voordeel van de twijfel is gegeven. Een goede aanleiding voor het UWV om een standaard ‘gerichte machtiging’ voor de verzekeringsartsen te ontwikkelen die aansluit bij de LISV-standaarden ‘Communicatie met behandelaars’ en ‘Beheer gegevens vallend onder het medisch beroepsgeheim van de verzekeringsarts’. In de bijlage bij de KNMG ‘Code Samenwerking bij arbeidsverzuim’ en de NVAB/LHV ‘Leidraad voor huisarts en bedrijfsarts bij de sociaal-medische gegevens van arbeidsverzuim’ is een handzaam voorbeeld van zo’n gerichte machtiging te vinden.



B.V.M. Crul, arts


Mw. MR. R.M.S. DOPPEGIETER




AWB art 3:2


Niet-instemming met ruim opgestelde machtiging voor toegang tot medische gegevens.



De Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, appellant, gedaagde te X, gedaagde.



I. Ontstaan en loop van het geding


Met ingang van 1 januari 2002 is de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen in werking getreden. Ingevolge de Invoeringswet Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen treedt in dit geding de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). In de plaats van het Landelijk instituut sociale verzekeringen (LISV). In deze uitspraak wordt onder appellant tevens verstaan het LISV.


Op bij aanvullend beroepschrift aangevoerde gronden heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de tussen partijen gewezen uitspraak, waarnaar hierbij wordt verwezen.


Het geding is behandeld ter zitting van de Raad op 18 augustus 2004, waar appellant zich heeft laten vertegenwoordigen door mr. S.J.M.A. Clerx, werkzaam bij het UWV, terwijl gedaagde niet is verschenen.



II. Motivering


Gedaagde, die op 8 mei 2001 is bevallen, heeft t/m 21 juli 2001 een bevallings-uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) ontvangen. Bij besluit van 13 augustus 2001 heeft appellant geweigerd gedaagde met ingang van 22 juli 2001 ziekengeld te verstrekken, omdat met ingang van laatstgenoemde datum de arbeidsongeschiktheid van gedaagde niet langer het gevolg is van de bevalling of de daaraan voorafgaande zwangerschap.


In bezwaar heeft de bezwaarverzekeringsarts R.M. Hulst gedaagde geschreven dat hij naar aanleiding van de in bezwaar overgelegde stukken behoefte heeft aan nadere informatie en dat hij die primair bij de huisarts van gedaagde, en zo nodig bij de gynaecoloog of het Klinisch Ecologisch Allergie Centrum (KEAC) wil vragen. Omdat hij daarvoor schriftelijke toestemming nodig heeft, heeft hij gedaagde gevraagd de bijgaande machtiging ingevuld aan hem te retourneren. In reactie hierop heeft gedaagde bij brief van 5 november 2001 laten weten geen machtiging te geven om bij de huisarts informatie in te winnen, omdat de bijgevoegde machtiging zo algemeen is gesteld dat ook medische gegevens kunnen worden opgevraagd die niet relevant zijn voor de beoordeling van het recht op ziekengeld.



Tevens heeft zij geen machtiging verstrekt om bij de gynaecoloog informatie in te winnen omdat de zwangerschap, bevalling en nacontrole volledig door de verloskundige zijn gedaan en de gynaecoloog na de constatering van het bloedverlies slechts een echo heeft gemaakt en een infuus heeft aangelegd. Gedaagde heeft de bezwaarverzekeringsarts wel gemachtigd informatie in te winnen bij haar verloskundige en bij het KEAC.


De bezwaarverzekeringsarts, die blijkens zijn rapport van 14 november 2001 van mening was dat gedaagde expliciet toestemming heeft geweigerd voor het vergaren van informatie bij huisarts en gynaecoloog, heeft vervolgens op basis van de op dat moment beschikbare gegevens de conclusie getrokken dat er geen overtuigende factoren zijn op grond waarvan kan worden geconcludeerd dat de arbeidsongeschiktheid voortkomt uit zwangerschap of bevalling.


Appellant heeft vervolgens bij besluit van 26 november 2001 (het bestreden besluit) het bezwaar ongegrond verklaard.



De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd, appellant veroordeeld in de proceskosten en opgedragen het griffierecht te vergoeden. Aan deze uitspraak liggen de overwegingen ten grondslag dat niet is gebleken dat de bezwaar-verzekeringsarts bij zijn onderzoek heeft toegepast de standaard ‘Zwangerschap en bevalling als oorzaak voor haar arbeid’ (de standaard), die een bijlage vormt bij LISV-mededeling M49-047 van 29 april 1999 en dat appellant niet zonder nadere motivering voorbij had mogen gaan aan de stelling van gedaagde dat de voor de zwangerschap bestaande klachten na de bevalling zijn verergerd, gelet op het bepaalde in paragraaf 4.1.2 van de standaard. Volgens de rechtbank blijkt in het bijzonder niet uit de rapportage van de bezwaarverzekeringsarts waarom gedaagde niet het voordeel van de twijfel is gegeven.



In hoger beroep heeft appellant uitvoerig uiteengezet dat wel is getoetst aan de standaard en waarom gedaagde niet het voordeel van de twijfel is gegeven. Gedaagde heeft onder meer aangevoerd problemen te hebben met de algemene machtiging, maar niet met een beperkte op het geval toegesneden machtiging. De Raad overweegt als volgt.


Ingevolge art. 3:2 AWB vergaart het bestuursorgaan bij de voorbereiding van een besluit de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen. Vaststaat dat de bezwaarverzekeringsarts bij de voorbereiding van het bestreden besluit niet beschikte over alle relevante feiten. Met name wilde de bezwaarverzekeringsarts met zekerheid kunnen uit sluiten dat de tijdens de bevalling ontstane bloeding geen rechtstreeks verband hield met de (toegenomen) klachten. Daarom achtte hij het nood-zakelijk gegevens hierover op te vragen bij de huisarts. De Raad staat dan ook voor de vraag of de wijze waarop de bezwaarverzekeringsarts heeft gehandeld na ontvangst van de brief van gedaagde van 5 november 2001 wel in overeenstemming is met art. 3:2 AWB.



Deze vraag beantwoordt de Raad ontkennend en wel op grond van de volgende overwegingen.


Anders dan de bezwaarverzekeringsarts leest de Raad in de brief van 5 november 2001 geen expliciete weigering een machtiging te verstrekken om informatie op te vragen bij de huisarts. Gedaagde heeft gemotiveerd aangegeven waarom zij de meegezonden machtiging niet heeft ondertekend. In die brief valt niet te lezen dat zij geen beperkte machtiging zou willen verstrekken. De bezwaarverzekeringsarts had naar het oordeel van de Raad na ontvangst van de brief van gedaagde van 5 november 2001 nog een poging moeten ondernemen om alsnog een machtiging van gedaagde te verkrijgen, bijvoorbeeld door een aangepaste machtiging op te stellen, al dan niet na voorafgaand overleg met gedaagde.



De Raad merkt in dit verband nog wel op dat beide partijen in dit geval een weinig soepele houding kan worden verweten. Gedaagde, die kandidaat-notaris is, had bijvoorbeeld ook zelf een (beperkte) machtiging voor het vragen van informatie aan haar huisarts kunnen opstellen. Niettemin ligt in deze situatie de onderzoeksplicht bij het bestuursorgaan en heeft de bezwaarverzekeringsarts te snel de conclusie getrokken dat gedaagde in het geheel geen machtiging voor het vragen van informatie aan haar huisarts wenste te verstrekken.


Voorafgaande overwegingen leiden tot de conclusie dat terecht het beroep gegrond is verklaard en het bestreden besluit is vernietigd, hetgeen er toe zal leiden dat de Raad de aangevallen uitspraak bevestigt.



Met betrekking tot de proceskosten overweegt de Raad het volgende:


De Raad acht termen aanwezig om op grond van art. 8:75 AWB appellant te veroordelen in de proceskosten van gedaagde in hoger beroep. Deze kosten worden begroot op 322 euro voor verleende rechtsbijstand



III. Beslissing


De Centrale Raad van Beroep, recht doende:



- bevestigt de aangevallen uitspraak;



- veroordeelt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in de proces-kosten van gedaagde in hoger beroep tot een bedrag groot 322 euro, te betalen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;

- bepaalt dat van het Uitvoerings-instituut werknemersverzekeringen een recht van 409 euro wordt geheven.



Klik hier voor het PDF-bestand van dit artikel

beroepsgeheim zwangerschap bevalling
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.